Tobbend over de diepere betekenis, voor mij, van het adembenemende boek LOVE, FUCK, PRAY van de fotograaf Jonas Van der Haegen (1996), herinnerde ik mij het boek Congo van David Van Reybrouck, dat ik heb gelezen vanuit een ergernis over de verwijdering van alle beeldende herinneringen aan Leopold II. Wat had die man eigenlijk aangericht in Congo? vroeg ik mij af. En dan vernam ik dat hij, uit hebzucht, gewapende bendes ongeregeld de bossen in liet trekken om daar eerst ivoor en nadien rubber van de plaatselijke bevolking te gaan opeisen. Weinig meer dan wat veel multinationals vandaag doen, eigenlijk, gesteund door honderden miljoenen zogenaamd beschaafde burgers die elke week nieuwe, goedkope kledingstukken willen kopen, wetend dat ze gemaakt worden door kinderen of andere onderbetaalde, onbeschermde arbeiders en dat hun vervaa…