Het nieuwe Centrum Kunstarchieven Vlaanderen (CKV), gevestigd in het M HKA in Antwerpen, is bij het bredere publiek nog onbekend. HART en CKV gaan daarom in de volgende nummers van HART meer informatie en duiding brengen. Want deze organisatie is essentieel voor het mentale welbevinden in de Vlaamse en Brusselse hedendaagse kunstscene.
Op de website van CKV staat het officieel zo: ‘Het Centrum Kunstarchieven Vlaanderen is een centrale hub voor de gedistribueerde zorg voor kunstarchieven en nalatenschappen. Het is een operationeel autonome organisatie binnen M HKA, gericht op het behoud, de duurzame publieke ontsluiting en werkzame veldvorming van beeldende kunstarchieven in openbaar en privaat beheer.’
Dat vraagt om enige verduidelijking. HART praatte met CKV-medewerkers Evi Bert, Chris Straetling, Jan Stuyck, Annelien De Troij en Elise Gacoms.
MR: Hoe en waar is het idee voor een CKV ontsproten?
Evi Bert: “Dat is enkele jaren terug ontstaan tijdens een gesprek tussen de toenmalige cultuurminister Sven Gatz en M HKA-directeur Bart De Baere. In het beeldendekunstveld bestond al langer de nood aan opvolging en begeleiding rond kunstarchieven, rond estates, rond nalatenschappen.”
MR: Jullie werken hier in het M HKA, maar wat is jullie precieze statuut?
EB: “We zijn geen aparte vzw of autonome instelling, wel een afdeling binnen het M HKA die, zoals De Cinema, een autonome werking heeft.”
MR: Gaan jullie zelf op zoek naar archieven of kloppen kunstenaars en organisaties bij jullie aan?
EB: “Beide. Maar de vraag is vooral groot bij oudere kunstenaars die een oplossing zoeken voor hun archief, en vaak ook voor hun oeuvre. Ze stellen zich de vraag: wat moet er gebeuren met alles wat ik heb gemaakt en verzameld als ik er niet meer ben? Sinds we in 2019 gestart zijn, gaan we ook zelf meer en meer naar de kunstenaars toe en willen we een proactieve werking opstarten.”
MR: Hoeveel kunstarchieven worden er op dit moment al beheerd?
EB: “Ik denk dat we vandaag in gesprek zijn over en/of ondersteuning bieden aan een vijftigtal archieven op jaarbasis. Dat is, moet je rekenen, vanaf begin 2019, toen onze werking echt op kruissnelheid kwam.”
MR: Op jullie site hebben jullie het geregeld over ‘sleutelarchief’. Wat is dat?
EB: “Je kan dat definiëren als een archief waar een consensus over bestaat dat het belangrijk genoeg is om te bewaren, en meer nog: dat het kan dienen als voorbeeld voor andere archieven. Dan draait het vooral om verwerving, waarbij het M HKA het als een schenking aanvaardt. Tot op vandaag gaat het dus om een gratis overdracht, want het CKV beschikt momenteel niet over een aankoopbudget. Binnen de Vlaamse Gemeenschap hebben wij vooral een dienstverlenende rol. Overigens merken we dat dat bij (oudere) kunstenaars ook niet meespeelt: ze willen vooral mentale rust rond de problematiek van hun vaak chaotische archief, dat ze in professionele handen willen zien.”
MR: Ook te lezen: jullie zijn een veldkaart aan het aanleggen. Wat is dat?
EB: “Een veldkaart is vooral een index van Vlaamse kunstarchieven – ik denk dat we nu aan een duizendtal namen zitten, actief of niet – die we opbouwden op basis van de museale collecties en de databank van Kunstenpunt. We gaan daar zelf mee door, om tot een lijst te komen van prioritaire archieven voor verdere ondersteuning. Overigens gaat het niet alleen om kunstenaars, maar ook om meer reflectieve actoren zoals auteurs, critici, curatoren, tijdschriften, organisaties, estate-beheerders en meer. Het gaat daarbij ook om het blootleggen van netwerken, want galeries beheren bijvoorbeeld ook archieven rond hun kunstenaars. Zo zijn we onder meer in gesprek met de Stichting Pim De Rudder.”
MR: Hoe wordt een kunstarchief geëvalueerd? Wat nemen jullie bijvoorbeeld wel aan en wat niet?
EB: “Daarvoor hebben we objectiverende criteria uitgewerkt, op basis van een volledig waarderingstraject.”
Jan Stuyck: “Je hebt in de erfgoedsector veel van die waarderingsprojecten lopen, bij verschillende collecties en instellingen. We konden een beroep doen op die modellen en daarmee hebben we onze eigen tool ontwikkeld om te bepalen wat de waarde – in de verschillende betekenissen – is van een archief, wat de prioriteiten zijn om aandacht aan te besteden. Dat kan verschillende vormen aannemen, van zorgverlening en begeleiding tot ontsluiting en digitalisering.”
MR: Jullie beheren niet alleen archieven van overleden kunstenaars. Op de site vind ik namen terug als Hugo Roelandt, Jef Lambrecht, Jef Verheyen, Johan Van Geluwe en anderen. Maar ik zie dat jullie ook werken met Luc Deleu bijvoorbeeld, alive and kicking?
EB: “Dat is een project waarmee we al langer bezig zijn. Deleus oeuvre is binnen het M HKA eerder ook erkend als ensemble (dat is binnen het M HKA de naam voor clusters van werken van kunstenaars die een essentiële rol spelen binnen de museumcollectie, mr). We werken daarvoor met Deleu samen. Er komt een grote tentoonstelling bij het VAi (Vlaams Architectuurinstituut) rond hem, begin volgend jaar in deSingel in Antwerpen. CKV brengt ook een archiefpresentatie. Dat is een voorbeeld van een breder, reflectief traject dat we bewandelen, iets wat we ook voorzien voor andere kunstarchieven.”
JS: “Het archief van Luc Deleu is niet ondergebracht bij M HKA, CKV of VAi, maar bij hem thuis. We hebben het in kaart gebracht, samen met het VAi, we hebben er dus wel een goed zicht op. Tegelijk is er bij Luc de vraag: wat als ik er niet meer ben, er niet meer voor kan zorgen? Dat gebruiken we als proeftraject rond de vraag: hoe kan je zoiets aanpakken? Wat met de bewaring, de nalatenschap, de erfgenamen enzovoorts? Dat zou een soort van ‘best practice’ kunnen worden.”
MR: Laat ons nu eens even praktisch worden. De nalatenschap en het archief van Jef Lambrecht bijvoorbeeld, een zaak die ik zelf van nabij heb meegemaakt: een complete chaos. Hoe begin je aan zoiets?
Chris Straetling: “Ja, het was een omvangrijke nalatenschap, en je kan niet alles alleen doen. Je moet er echt doorheen ploegen en alles proberen in kaart te brengen. Ik ken het werk door en door en kon daardoor de belangrijke topics uitlichten.”
MR: Chris, je maakte twee jaar terug al een eerste tentoonstelling met werk uit Jefs archief bij [BY’RO] in Oudenaarde. Werkte het CKV mee aan die tentoonstelling?
CS: “Neen, maar CKV zal wel meewerken aan de geplande tentoonstelling volgend jaar in Avelgem, Jefs geboortedorp, naar aanleiding van de vijfde verjaardag van zijn overlijden. CKV is een logische partner, want het grootste stuk van Jefs archief is geschonken aan het M HKA.”
MR: Een archief dat je met dat van Jef Lambrecht kan vergelijken is dat van de eveneens betreurde Hugo Roelandt. Is dat ook in handen van CKV?
EB: “Ja, en we gaan er op dezelfde manier mee te werk, in die zin dat we veel contact hebben met mensen die dicht bij hem stonden: zijn partner Lydia Van Loock, zijn beste vriend Marc Holthof enzovoorts. Zoals we dat ook doen met Chris Straetling (schoonbroer) en Ariane Tierssoone (de weduwe) voor Jef Lambrecht. We proberen telkens structuur, lijn en orde te krijgen in die nalatenschappen, met de hulp van nabestaanden, voor we overgaan tot digitalisering.”
MR: De namen vielen al van Lambrecht, Roelandt en Deleu, die allen in Antwerpen werkten of werken. Het CKV is een instelling van de Vlaamse gemeenschap. Ligt de focus niet te sterk op Antwerpen?
EB: “Klopt. Maar het is eerder noodgedwongen dan strategisch. We spreken ook mensen buiten Antwerpen aan. Er zijn gesprekken met de familie van Raphael Buedts, wat toch meer een Gents verhaal is, met de Estate Philippe Van Snick en de Stichting Johan Van Geluwe … Samen met de Stichting hebben we er bijvoorbeeld voor gezorgd dat er een 3D-scan is gemaakt van zijn hele atelier.”
MR: Wordt er ook gepraat met bijvoorbeeld Walter Swennen, toch ook een ouder wordend kunstenaar?
EB: “Met hem hebben we nog geen rechtstreeks contact gehad, maar onrechtstreeks wel via het tekstarchief van docent en publicist Hans Theys, die veel contacten heeft met Swennen en al veel over hem schreef.”
MR: Jullie ontsluiten archieven. Op welke manier kan het publiek daar kennis van nemen?
EB: “Voorlopig gebeurt dat via onze website, nieuwsbrief of sociale media, waar we veel informatie plaatsen en waar te lezen en te zien is hoe ver we staan. Maar als een kunstjournalist bijvoorbeeld een tekst wil schrijven over pakweg Hugo Roelandt, dan kan hij bij ons terecht en digitaal en fysiek de documenten raadplegen.”
JS: “Alle archieven zijn toegankelijk, maar dat wil niet zeggen dat ze allemaal een toegang hebben, want nog lang niet alles is geïnventariseerd.”
Annelien De Troij: “Dat geldt ook voor externe archieven. Ik werk bijvoorbeeld op het archief van Jef Verheyen. De nalatenschap is in familiehanden en dat zal zo blijven, maar ze wordt beheerd in samenwerking met CKV. Ook daar komen veel vragen toe van studenten, curatoren en andere onderzoekers die we in de mate van het mogelijke beantwoorden. En CKV bemiddelt ook met de familie om documenten te ontsluiten in functie van een catalogue raisonné.”
MR: De volgende maanden zorgen jullie opnieuw voor een reeks publieksmomenten?
EB: “Ja, we gaan een mail-artselectie maken voor de archiefpresentatieruimte van het M HKA, met onder meer werk van de kunstenaars Walter Beckers, Guy Bleus, Filip Francis, Jef Lambrecht, Mil Michiels, Johan Van Geluwe en Jan Verhaeghe. Die opent officieel op donderdag 24 september, maar zal al eerder te bezoeken zijn. Na de mail-artpresentatie komt het archief van Luc Deleu aan bod, de juiste insteek moeten we nog bepalen. We zijn van plan later ook iets te doen met het archief Mark Verstockt, parallel aan de tentoonstelling met werk van Io Van Oostveldt (weduwe Mark Verstockt) in het MoMu. Verder in 2021 werken we onder meer aan de nalatenschap van kunstenaar Serge Largot en zijn initiatieven Lumen Numen en Onderaards, totaal onbekend bij een breder publiek.”
“De samenwerking met andere archiefinstellingen, estates of nalatenschappen, erfgoedorganisaties, private partners en universiteiten is heel belangrijk gezien de omvang en complexiteit van de vele kunstarchieven. Het CKV coördineert en bemiddelt in de trajecten die het uitschrijft, begeleidt en opvolgt. Bedoeling is dat we als CKV evolueren naar een vorm van proactieve dienstverlening. Het is niet de bedoeling om archieven te verwerven, maar hands-on ondersteuning te bieden. Zo ver zijn we nog niet helemaal, maar op langere termijn mikken we daar wel op: het on site behouden en beheren van nalatenschappen.”
MR: Dus het is niet de bedoeling dat in het nieuwe M HKA-gebouw een kolossale ruimte komt om kunstarchieven te bergen en tentoon te stellen …
EB: “Dat zou ik wel willen (lacht)… maar dat is niet de kern van de toekomstige CKV-werking.”