In een reeks van columns laat Pieter Vermeulen een kritisch licht schijnen op de kunstwereld in tijden van crisis, schommelend tussen optimisme en pessimisme, hoop en angst, humor en bittere ernst.
The only thing we have to fear is...fear itself — nameless, unreasoning, unjustified terror. Het zijn de bekende woorden waarmee Franklin D. Roosevelt in 1933 ‒ op het hoogtepunt van de Great Depression ‒ de Amerikaanse bevolking moed wilde inspreken. En gelijk had hij: angst is een slechte raadgever, en wel een die zich verspreidt met de snelheid van een virus. Wellicht moeten we er daarom bang voor zijn: eens het zich nestelt in de onderbuik van de samenleving, tast het in geen tijd het hele immuunsysteem aan. Blakende gezondheid slaat om in crisismanagement, langetermijnvisie wordt paniekvoetbal, liefde ruimt plaats voor terreur.
Het zou echter fout zijn te denken dat de samenleving een organisch geheel of behoort te zijn ‒ een fantasie die vaak opduikt in nationalistische en identitaire kringen. Niet dus: de maatschappij is geen biologisch lichaam. Haar politieke natuur is meervoudig, haar organisatie niet spontaan. Bedreigingen voor de gezondheid van een samenleving kunnen evengoed van binnen als van buiten uit komen. Maar er zijn manieren om die gezondheid ‒ in de meest brede zin ‒ te vrijwaren. Een daarvan is het cordon sanitaire, dat in België vooral bekend werd als een omstreden politieke strategie tegen de opmars van extreem-rechts begin jaren negentig. Vandaag is dat weerom brandend actueel.
Het cordon sanitaire heeft namelijk een en ander te maken met de quarantaine. Waar quarantaine staat voor de zelfisolatie om verdere besmetting te voorkomen, schakelt een cordon sanitaire de arm der wet in om de overheidsmaatregelen strikt te doen naleven middels bewaking en controle. Dat zien we dan ook tijdens de coronacrisis: grenzen worden afgesloten, mobiliteit wordt ingedijkt en sociaal contact beperkt. De noodtoestand van zo’n cordon is echter verraderlijk. Naast het feit dat resolute maatregelen weliswaar nodig zijn, hebben ze ook een onvermijdelijke keerzijde. Ze ontnemen ons de fijne dingen des levens maar vergroten vooral de reeds bestaande ongelijkheden uit en drijven maatschappelijke contrasten op de spits.
‘There is such a thing as society, says Boris Johnson from bunker’, zo kopte The Guardian onlangs nog. That sums it up pretty much. Na een jarenlange thatcheriaanse ontkenning van de samenleving plots tot de vaststelling komen dat zij dan tóch bestaat, en dat terwijl je zelf in quarantaine verkeert, in een bunker dan nog, of all places. Het mag dan wel zo lijken, maar deze crisis komt niet uit de lucht gevallen. De depressie die volgt zal niet alleen groot zijn maar ook wereldwijd. Zolang zullen we ons moeten leren weren tegen de angst, dat sluipend gif dat de economie nekt en het populisme voedt. Laten we het deksel dus weloverwogen op de beerput laten. Een cordon sanitaire kunnen we nooit serieus genoeg nemen. Want dit is het meest cruciale moment om aan onze gezondheid te denken, en vooral wat we daaronder wensen te verstaan.