Het predicaat ‘verborgen parel’ lijkt speciaal uitgevonden voor het kunstcentrum La Maison des Arts in Schaarbeek, en ook wel voor de collectie van de Brusselse verzamelaar, curator en docent kunstgeschiedenis Christophe Veys. In de weelderige stadsvilla componeerde hij met 61 werken uit zijn collectie de tentoonstelling Tomber en amour: een intiem verhaal over liefde geven en krijgen, zijn grootouders, gevoelens van liefde, verslaafd zijn aan liefde en kunst. De verzameling als zelfportret, maar hij leeft er niet mee. Vreemd, want ze zit vol bijzondere banden met de verzamelaar, de kunstenaars en de toeschouwer.
“Poëzie van het bijna niets”, zo omschrijft Christophe Veys zijn verzameling van ruim 350 werken. Ja, het klopt. In de hal hangt een ‘schilderij’ van Klaas Kloosterboer, een lap goudkleurig textiel die opwa…