Als ik deze zomer de tijd en de middelen had om een kleine versie van een grand tour te ondernemen, zou die volledig in het teken staan van de emancipatorische golf die sinds enkele jaren over de West-Europese kunstwereld rolt. Het is een bijna onmogelijke opgave om de talrijke monografische, vaak goed onderbouwde tentoonstellingen van vrouwelijke kunstenaars en andere artistieke stemmen die in de schaduw van het collectieve kunstgeheugen verkeerden, bij te houden. Het is als een schatkamer die plots opengaat, een blinde vlek die zichtbaar wordt. Een ontwikkeling die zich afspeelt tegen de achtergrond van een wereldwijde politiek reactionaire kracht, die met haar volle, verse energie overwinning na overwinning behaalt en vrouwenrechten en rechten van minderheden terugdraait.
Het lijkt op redelijke gronden een illusie dat het volstaat de …