Een royale selectie van niet te missen tentoonstellingen,
evenementen of happenings, verzameld door onze redactie.
If You Hold a Stone
‘A stone is a moon is a landscape is material is form’. In de nieuwe tentoonstelling If You Hold a Stone, in de Brusselse galerie Jan Mot, wordt het kinderlijke spel een oefening in fluïde vrijheid, in de uitdieping en volmaking van lichamelijkheid en in de verbeelding van mogelijkheid zelf. Drie kunstenaars – Manon de Boer, Lygia Clark en Uri Tzaig – ontwikkelen door de constellatie van hun werken nieuwe speelvelden waarin de toeschouwer zowel deelheeft aan als deel wordt van de transformatieve wereld van het spel. Van de Boer zien we onder meer een filmdeel uit haar trilogie From Nothing to Something to Something Else (2018 & 2019), waarin we tieners muziekinstrumenten zien ontleden en op nieuwe manieren herconstrueren en bespelen – gepaard met de al even nieuwe en jeugdige dansbewegingen. Wie alles ontbindt, ziet namelijk overal nieuwe wegen.
Van Lygia Clark vinden we een van haar Bichos of ‘beestjes’ terug: kleine, manipuleerbare sculpturen gemaakt van diverse geometrische vormen. Het geconstrueerde beestje dient te worden aangeraakt, vastgegrepen, geaaid, gekrabd of gestreeld – de verschillende texturen, vlakken, krommen en kanten zorgen voor een dynamische constellatie van verschillende lichamelijke ervaringen. Het spel wordt hier een methode om materialiteit doorheen de tijd te verkennen en te ontdekken.
In Trance van Uri Tzaig zijn we dan weer getuige van een meditatief knikkerspel, waarin we als toeschouwer uit de schijnbaar willekeurige, hypnotiserende knikkerbewegingen en -zetten bijna niets anders kunnen dan een totaal eigen spel destilleren.
Doorheen de tentoonstellingsperiode komen enkele artiesten, op uitnodiging van de Boer, de kunstwerken ‘activeren’. Onder meer performancekunstenaars Polina Akhmetzyanova & Cyriaque Villemaux, onderzoeker en curator Grégory Castéra en choreografe Mette Edvardsen zullen zich tussen 29 januari en 15 maart aan het spel wagen. (Frederik Thys)
If You Hold a Stone, Jan Mot, Brussel, tot 15 maart 2025, janmot.com
Michaël Borremans
Van Michaël Borremans, een van de geliefdste Belgische schilders van zijn generatie, loopt er een grote retrospectieve in museum Voorlinden. Een vijftigtal schilderijen overspant de afgelopen twintig jaar. Borremans werkte in een vroeger leven als graficus en tekenaar, maar als schilder is hij autodidact. Zijn conceptuele en vaak raadselachtige thema’s in combinatie met een duidelijk streven naar virtuositeit in navolging van grote meesters, zorgde zo’n twintig jaar geleden voor een wereldwijde doorbraak. A Confrontation at the Zoo is wellicht zijn belangrijkste tentoonstelling in deze contreien sinds het overzicht As Sweet as it Gets in Bozar in 2014. Sindsdien evolueerde zijn praktijk: zijn productietempo verhoogde en hij begon meer in reeksen te werken. Het seriële versterkte het enigmatische van zijn universum, zoals in Black Mould (2015), Fire from the Sun (2017) of zijn recentere ‘coloured cones’ (2020).
De titel van de tentoonstelling alludeert op een belangrijke rode draad doorheen zijn oeuvre: het observeren van de menselijke psyche met een analytisch-poëtische blik. Hij toont onomwonden de meest basale instincten van de mens, op een confronterende manier (door het ontbreken van een achtergrond kunnen we niet wegkijken), maar ook met ruimte voor kwetsbaarheid, aandoenlijkheid en humor. Een recent werk in de tentoonstelling is The Monkey (2023), dat onderdeel is van de collectie van Voorlinden. Het schilderij stelt een porseleinen beeld van een aangeklede aap voor. Het is een goed voorbeeld van hoe hij speelt met het toeschrijven van menselijke kenmerken aan dieren en de esthetische grens tussen een geliefd kitschobject en een historisch voorwerp. (Tamara Beheydt)
Michaël Borremans, A Confrontation at the Zoo, tot 23 maart 2025, Voorlinden, Wassenaar, www.voorlinden.nl
Out of this World
In Out of this World toont curator Ory Dessau, aan de hand van een curatorieel drieluik, dat de vraag naar niet-kunst minstens zo essentieel is en misschien net daarom juist een artistiek antwoord vereist. In de tentoonstelling vinden we een uitgebreide solopresentatie van Blinky Palermo (1943–1977), geflankeerd door een installatie van Robert Grosvenor (1937) en een interventie van Luc Tuymans (1958), die samen, in trialoog, de marges van de niet-kunst aftasten en in vraag stellen. Centraal blijft wel de selectie van Palermo’s typisch geometrische schilderijen en constructies. Zijn werken, dikwijls vervaardigd uit vezelplaat, karton, doek, textiel en andere readymade elementen, roepen steeds een indringende doch subtiele spanning op. De schijnbare simpliciteit van zijn oeuvre – de triviale materialen en de eenvoudige vormen – gaat namelijk gepaard met een bevreemdende diepte, teweeggebracht door onder meer de texturen en het reliëf van de materialen, de plooien in het textiel en de afstand tussen de werken en de muren waaraan ze hangen. Die diepte lijkt de constructies zowaar uit hun context te snijden en er nadien terug in te plakken, waardoor de werken van Palermo een soort ‘surplus-realiteit’ krijgen. Ze zijn wel in deze wereld, maar zijn er toch enigszins van gedistantieerd. Ook in het werk van Grosvenor en Tuymans vinden we een gelijkaardig effect terug: schijnbaar alledaagse vormen en objecten lijken in een soort overdaad van zijn diezelfde alledaagsheid te verstoren. De tweevoudige vraag ‘Wat is kunst – wat is geen kunst?’ beantwoordt Dessau dan ook met een toepasselijk kwartje op z’n zij: Out of this World – van deze wereld én voorbij deze wereld. De geste van het verkennen, het balanceren op die onbekende grens tussen kunst en niet-kunst, tussen het concrete en het abstracte, is dan ook onmetelijk veel interessanter dan elk mogelijk sluitend antwoord. (Frederik Thys)
Out of this World, tot 6 april 2025, Museum Dhondt-Dhaenens, Deurle, museumdd.be
Lot Doms
Na haar deelname aan de duotentoonstelling Ocean Dancer in 2022, keert Lot Doms terug naar Violet in Antwerpen. Destijds nodigde Liesbet Grupping, de bezielster van Violet, haar uit om in dialoog te gaan met het werk van kunstenaar Maria Zahle. In de nieuwe expo Lichtjes opgeschoven richt Lot haar focus op de interactie met de ruimte zelf. Ze presenteert een reeks nieuwe analoge fotografische beelden, zowel in kleur als zwart-wit, waarin ze voortbouwt op eerder werk. Het uitgangspunt van de tentoonstelling is een diptiek gebaseerd op twee analoge barietprints die ze in 2022 maakte. Variaties binnen een thema en het werken in series zijn kenmerkend voor Lots praktijk. De diptiek ontstond uit een langzaam proces van observatie en materiaalonderzoek, waarbij ze meerdere opnames maakte met subtiele perspectiefverschuivingen. De interactie tussen de twee beelden, waarin een lijnenspel op natuurlijke wijze samenkomt, werd versterkt door een toevallige technische ‘fout’: het linkse beeld werd per ongeluk in spiegelbeeld afgedrukt, waardoor een intrigerende dialoog tussen beide prints ontstond. Een andere reeks is Gekleurde ruimte, waarin ze analoge afdrukken maakt van kleurvlakken, die een verrassende kleurenwaaier en een schijnbaar driedimensionale ruimte creëren. Deze gelaagdheid ontstaat volledig vanuit het fotografische proces.
Lot richt haar lens vaak op alledaagse objecten, zoals stoelen en tafels, en op natuurlijke elementen in haar omgeving. Door manipulatie, herkadrering en spel met licht en schaduw transformeert ze deze vertrouwde onderwerpen tot autonome entiteiten. Elementen als close-ups, perspectiefverschuivingen, toeval en berekening worden gecombineerd tot beelden die een nieuwe, alleen op papier bestaande ruimte oproepen. In de serene setting van Violet komen de werken van Lot prachtig tot hun recht en versterken ze de wisselwerking tussen beeld, ruimte en verbeelding. (Luc Franken)
Lot Doms, Lichtjes opgeschoven, van 16 februari tot 5 april 2025, Violet, Antwerpen, violetart.space
Jan Vercruysse en Rodney Graham
In de Gentse Herbert Foundation worden we getrakteerd op wel drie tentoonstellingen van hoog niveau: naast een inkijk in de legendarische Herbert-collectie – met werken van onder meer Carl Andre, Dan Graham, Donald Judd, Gerhard Richter en Lawrence Weiner – vinden we er ook twee thematische solotentoonstellingen, rond het oeuvre van respectievelijk Jan Vercruysse (1948–2018) en Rodney Graham (1949–2022).
In Avis au lecteur legt curator Nikolaas Verstraeten de focus op Vercruysse’s bibliofilie – een passie voor literatuur en boekdrukkunst die leidde tot een aantal indrukwekkende boekwerken en bibliofiele kunstwerken van zijn hand. Dat het parallelle, literaire oeuvre van Vercruysse – die ooit zei dat hij kunst maakte ‘zodat hij juist niet zou moeten communiceren’ – elke grens van wat telt als een literair werk overschrijdt en elke verwachting van een schrijver dan wel kunstenaar overstijgt, hoeft allerminst te verbazen.
Die literaire lijn wordt doorgetrokken in de tweede solotentoonstelling Sumptuous Allegories of Nothingness ten huize Herbert, rond de Canadese kunstenaar Rodney Graham. In zijn literary turn wordt het boek zelf het medium van de allegorie. Door middel van zijn experimentele bewerkingen van literaire klassiekers – denk aan Lewis Carroll en Ian Fleming – die zowel vormelijk als inhoudelijk inslaan, poogt Graham zich niet enkel in te schrijven in de literaire geschiedenis, maar probeert hij de idee van literatuur als zodanig te herschrijven. Met onder meer zijn ‘leestoestellen’ en boeksculpturen slaagt de kunstenaar erin op een totaal eigenzinnige manier een nieuwe speelruimte te ontluiken in de leeservaring zoals u en ik die kennen. (Frederik Thys)
Avis au lecteur. The bookworks of Jan Vercruysse en Sumptuous Allegories of Nothingness. The book adaptions of Rodney Graham, tot 27 juli 2025, Herbert Foundation, Gent, herbertfoundation.org
Joy Boy
NW viert het leven en werk van de Afro-Amerikaanse componist, muzikant, performer en activist Julius Eastman (1940–1990). Eastman, geboren in New York, was een buitengewoon persoon die in de jaren zeventig en tachtig van de vorige eeuw zijn stempel drukte op de culturele scene van zijn geboortestad, én op de ontwikkeling van de muziek. Hij werd er opgeleid als danser en sopraan, studeerde compositie en werkte al snel met de meest toonaangevende muzikanten van zijn generatie: Meredith Monk, John Cage en Pauline Oliveros bijvoorbeeld. Als zwarte queer man had hij het moeilijk met de vaak hypocriete, door witte mannen gedomineerde muziekwereld waarin hij moest functioneren. Hij probeerde een openheid te creëren naar de aanvaarding en openlijke beleving van homoseksualiteit. Hij rebelleerde. Zijn collega’s lieten hem in de steek. Hij belandde op straat en stierf alleen, hij was pas 49.
Eastmans muziek was organisch en minimalistisch, hij bewaarde zelf weinig van zijn composities, hij leefde in de creatie. Met hem stierf ook een groot deel van zijn muziek. Toch hebben vrienden en collega’s enkele jaren na Eastmans dood geprobeerd om het oeuvre weer samen te rapen. Aandacht voor de organische muziek zoals deze van Eastman, maar bijvoorbeeld ook die van Don Cherry, zit in de lift en wordt vandaag gearchiveerd en opnieuw opgevoerd. Dat is fantastisch nieuws. Bij NW kan je op de eerste rij gaan staan voor het beleven van de muziek van Julius Eastman. Collectif Faire-Part — een collectief van Belgische en Congolese filmmakers — verzorgen samen met de kunstenaars Victoire Karera Kampire, Fallon Mayanja en Mawena Yehouessi een visueel concept voor een live performance van Eastmans muziek. Een uniek programma! (Els Roelandt)
Joy Boy, a Tribute to Julius Eastman, Collectif Faire-Part (Rob Jacobs, Paul Shemisi en Anne Reijniers), Victoire Karera Kampire, Fallon Mayanja en Mawena Yehouessi, van 7 februari tot 20 april 2025, NW, Aalst, nw-aalst.be
Pélagie Gbaguidi
De exporuimte bij La Verrière — Fondation Hermès in Brussel is lastig. Het is een grote, onverdeelde, witte ruimte met veel details die afleiden: een kleine trap, deuren die naar opslagruimtes leiden, een glazen dak, verwarmingsbuizen, enkele hoog in de muren geplaatste kleine ramen. Opgestelde werken geven al eens een verdwaalde indruk hier, alsof ze niet echt thuishoren in de ruimte. Maar misschien is dat voor de expo die Gbaguidi wou uitwerken nu eens niet zo heel storend. Het lijkt wel alsof iemand her en der werk heeft verzameld en het hier achterliet. Los van elk narratief lijkt het meegebracht van een lange wandeling langs verlaten straten en draagt het verborgen tekens en levens met zich mee. Het werk van Gbaguidi zelf lijkt uitgevoerd op elke mogelijke drager die voorhanden was: meelzakken, schriftpapier, bijsluiters, katoenen lakens of boekenpagina’s.
Pélagie Gbaguidi (geboren in Dakar in 1965 en sinds 2000 in Brussel), die de expo samenstelde en van wiens hand het gros van de hier getoonde werken is, houdt vandaag atelier in een voormalig dorpscafé in Beersel bij Brussel. Ook dat café was ooit een plek waar mensen en verhalen samenkwamen, waar gevierd werd en geleefd, waar trauma’s werden verwerkt. Misschien daarom ook dat Gbaguidi zich aangetrokken voelt tot het kunstenaarscollectief Aygo (Design Academy Eindhoven) dat huist om de hoek bij Hermès en een rijhuis op minder dan een jaar tijd ombouwde tot een totaalkunstwerk waar kunstenaars in- en uitlopen. Aygo’s sculpturaal werk vormt op deze expo een vreemde tegenhanger voor dat van Gbaguidi. Hun monumentale, sculpturale werk staat ook haaks op het oeuvre van Hessie, een Jamaicaanse kunstenaar (1936–2017) van wie eveneens een — bijzonder delicaat — textielwerk aanspoelde op deze expo. Hessie ging na wat omzwervingen in Frankrijk wonen en nam er haar intrek in een oude molen waar ze haar atelier uitbouwde en verder haar feministische boodschappen in een intimistisch geborduurd oeuvre goot. Uiteindelijk lijkt het de tegenstelling tussen ontheemding en huiselijkheid, tussen het nomadische en het sedentaire, die de gelaagde basis vormt van de verschillende oeuvres die hier getoond worden en van de expo in haar geheel. (Els Roelandt)
Pélagie Gbaguidi, Antre, tot 29 maart 2025, La Verrière, Brussel, fondationdentreprisehermes.org
Past Disquiet
De tentoonstelling Past Disquiet opent bij Framer Framed op een cruciaal moment, wanneer solidariteit met Palestina dagelijks in het nieuws verschijnt, maar tegelijkertijd aanhoudende aandacht, zorg en actie vereist — ook binnen de kunstwereld. Ze biedt een tegengeluid tegen de normatieve narratieven die verankerd zijn in instituties en in de kunstgeschiedenis. De expo benadrukt het belang van politiek engagement en solidariteit binnen de kunstwereld. De focus ligt op Palestina, Nicaragua, Chili en Zuid-Afrika. Onderzoekers en curatoren Kristine Khouri en Rasha Salti startten in 2008 een onderzoek dat sinds 2015 in de vorm van een documentaire- en archieftentoonstelling internationaal te zien is. Het legt bloot welke verhalen en gebeurtenissen uit de geschiedenis erkend worden en welke verborgen blijven door de historische of politieke context, en hoe kunst uiteindelijk gemaakt, gewaardeerd en publiekelijk vertegenwoordigd wordt. Gedreven door hun interesse in de sociale geschiedenis van kunst in de Arabische wereld, richt het zich op werken uit vier vergeten, transcontinentale kunstcollecties: het Museum van Latijns-Amerikaanse Kunst in Solidariteit met Nicaragua, het Salvador Allende Internationale Verzetsmuseum, de Internationale Kunsttentoonstelling voor Palestina (Libanon, 1978), en de collectie Art Contre/Against Apartheid. Deze verzamelingen waren te zien als grootschalige, rondreizende tentoonstellingen. Ze waren opgezet uit solidariteit met de strijd van het Palestijnse en Nicaraguaanse volk, het verzet tegen de dictatuur van Pinochet in Chili en het apartheidsregime in Zuid-Afrika. Ondanks hun omvang en betekenis zijn de collecties uit het collectieve geheugen verdwenen.
Past Disquiet brengt het onderzoeksproces van Khouri en Salti tot leven en transformeert hun archief in een tentoonstelling van vergeten verhalen. Van oude magazines en nieuwsartikelen tot pamfletten en foto’s die jarenlang in dozen bewaard zijn gebleven, vertelt de tentoonstelling een andere geschiedenis – één die ons uitdaagt om na te denken over hoe we de geschiedenis van kunst en solidariteit herinneren en vertellen. (Thessa Krüger)
Past Disquiet, van 27 februari tot 25 mei 2025, Framer Framed, Amsterdam, framerframed.nl
Mira Schor
Enkele maanden terug deed de nu 73-jarige New Yorkse kunstenaar Mira Schor haar intrede in Europa met de tentoonstelling Moon Room, een indrukwekkende solopresentatie bij Bourse de Commerce in Parijs. De galerie Mendes Wood geeft haar nu in Brussel een platform. Mira Schor is een gevestigde schilder, kunsttheoreticus en feministe met een praktijk die gebaseerd is op uitwisselingen tussen materie en taal. Mendes Wood wil met de expo een beeld schetsen van haar oeuvre over de verschillende decennia heen. Schor heeft schilderkunst altijd gepositioneerd als een rijke, veelomvattende politieke ruimte waarin vooroordelen niet alleen uitgedaagd, maar ook geherdefinieerd worden. Een mooi voorbeeld daarvan is de in 2017 (op de dag na de inauguratie van President Trump) opgestarte reeks van interventies op de krantenpagina’s van The New York Times. Als activiste gebruikt ze onder meer Instagram (@mira_schor) om deze werken te verspreiden. In Schors oeuvre vervagen de grenzen tussen beeld en tekst, ‘taal als beeld’ speelt er een centrale rol. Vele van haar werken bestaan uit oppervlakten die geen vaste entiteiten zijn (zoals kranten), maar eerder poreuze velden van onderliggende betekenissen, gevoed door de belichaamde ervaringen van vrouwen die vaak in stilte hun verhalen dragen, zonder dat deze altijd erkend worden als legitieme kennis. Dit soort werk creëert een ruimte waarin vormen en woorden elkaar niet alleen visueel, maar ook gevoelsmatig en conceptueel kruisen.
Schors artistieke pad werd mede gevormd door haar studie aan het California Institute of the Arts, waar ze het Feminist Art Program volgde, onder leiding van pioniers als Judy Chicago en Miriam Schapiro, en haar betrokkenheid bij het baanbrekende Womanhouse collectief, de New Yorkse performance- en installatieruimte uit de vroege jaren 1970. Dit waren radicale contexten die de artistieke taal herdefinieerden door de lens van de geleefde ervaring van vrouwen. Werken als Mask with Flower (1977) introduceren een poëtisch gebruik van rijstpapier, als materiaal en als metafoor voor het delicate evenwicht tussen aanwezig en afwezig, tussen zichtbaar en verborgen. Ook deze op het eerste gezicht frêle, fragiele werken worden door Schor geannoteerd met hoogstpersoonlijke maar zeer pertinente uitspraken. (Els Roelandt)
Mira Schor, Visions and Materialities, tot 8 maart 2025, Mendes Wood, Brussel, mendeswooddm.com