In alle eerlijkheid droom ik ervan een groots schrijver te zijn. Of nog beter, een groots schrijver te worden. Mijn favoriete (en wildste) dagdromen zijn fonkelende fata morgana’s van hoe ik belangrijke literaire prijzen uitgereikt krijg. De Nobelprijs voor Literatuur, die ik zou aannemen om dekolonialistische redenen. De Prijs der Nederlandse Letteren, die ik zou weigeren om dekolonialistische redenen. De Opzij Literatuurprijs, die ik zou aannemen om feministische redenen. De International Booker Prize, die ik zou weigeren om feministische redenen. Mijn bescheidenere dagdromen gaan over het toegekend krijgen van flinke beurzen, het uitgenodigd worden voor schrijfresidenties en het binnenhalen van lucratieve schrijfopdrachten. Ik stel me voor een bekende naam te zijn in het aan kapitaal en kansen rijke wereldje van curatoren, pr…