Onder de titel Hahaha wijdt het ING Art Center, samen met Kanal en het Centre Pompidou, een uitvoerige tentoonstelling aan 'De humor van de kunst'. Er is véél, heel veel te zeggen over humor en kunst. Humor functioneert immers alleen binnen een bepaalde context. De (al te?) vele artistieke grappen en grollen op de tentoonstelling vereisen dan ook flink wat (al dan niet ernstige) kunsthistorische uitleg. Marc Holthof illustreert dat aan de hand van één voorbeeld tussen de vele: de artistieke revolutie die eind 19de eeuw plaatsvond in de achterkamer van het Cabaret Le Chat Noir in Montmartre.
Parijs, de jaren 1870. De Derde Franse Republiek voerde de persvrijheid en de vrijheid van vereniging in. Meteen ruilden de kunstenaars de privésalons, waar ze tot dan bijeenkwamen en hun werk toonden, voor de cafés — aanva…