Als Kleine Kunstcollectioneur schrijf ik elke dag dit rubriekje, zo lang de corona-quarantaine duurt. Trouwe lezers kennen het principe intussen al: omdat musea en galeries gesloten zijn, kunnen we geen kunst meer gaan kijken. Dus kijken we elke dag naar een ander werkje uit onze eigen Kleine Kunstcollectie. En omdat restaurants ook dicht zijn, moeten we alle dagen zelf eten maken. Dus laten we u mee genieten van onze goede, oude Vlaamse keuken.
Het moest er, na zeventien stukjes, eens van komen: een gerecht dat zich herhaalt. Dat komt er natuurlijk van als je pal in het aspergeseizoen zit en als je de telers wil steunen door hen van hun Witte Goud af te helpen.
Een tiental dagen geleden aten we ze op zijn Vlaams, met geklaarde boter, geplet ei en peterselie. Gisteren deed mijn eega het op Hollandse wijze, wat altijd iets zuurder smaakt, maar daarom heet het natuurlijk Hollandse saus. Het scheutje wijnazijn dat er in zit verklaart veel, zoniet alles.
Over sauzen gesproken: als kind ben ik opgegroeid met bechamelsaus. In de streek waar mijn ouders vandaan kwamen (de overgang tussen Hageland en Haspengouw) heet dat nog altijd ‘witte saus’. Het is werkelijk niet te geloven hoeveel groenten daar in ‘witte saus’ werden opgediend: niet alleen bloemkool, maar ook andijvie, prinsessebonen, spinazie, schorseneren, savooi, prei, witloof, snijbonen, knolselder…
Vandaag de dag gebruiken mijn eega en ik het nog enkel bij bloemkool. Zij verbaast er zich nog altijd over hoe sterk mijn dagelijkse voedingspatroon als jonge kerel beïnvloed was door die ‘witte saus’. Daarom mag ik ze ook nooit meer zelf klaar maken, dat doet zij wel. Ik gebruikte volgens haar te veel bloem.
Sterke vrouwen, je moet ze verdienen. Zo lichtten we gisteren drie fotowerken toe van Bert Danckaert. En wie is zijn sterke vrouw? Karin Hanssen, naast onvermoeibare voorvechtster van gelijke kansen voor vrouwelijke kunstenaars ook een begenadigd schilder en tekenaar. Haar werk is doordrongen met de valse lyriek van de jaren vijftig, vroege jaren zestig, toen de vrouw in suikerzoete, melodramatische Hollywood-films de plek toegewezen kreeg die ze verdiende: aan de haard, drie stappen achter haar man. Rolmodel in die tijd was de filmster Doris Day, en het is in die sfeer dat de schilderijen van Hanssen vertoeven. Het was de tijd waarin de moderne mens zichzelf als een volmaakt gelukkig en harmonieus levend wezen presenteerde. Dat is vandaag wel even anders.
In onze Kleine Kunstcollectie zit geen schilderij van haar, wel een tekening, Torch (2002) en een editie van Models 1-2-3 (2009). De eerste toont een man in casual kledij, de editie toont drie vrouwen zoals mannen ze zich graag dromen: blond, slank en elegant. Het werk van Karin Hanssen is zoals wijnazijn: een smaakbrenger, maar hoe dan ook wat zuur.
Tot morgen.