Met ‘Humus’ wil HART een platform bieden aan de essentiële en vruchtbare onderlaag van artist-run initiatieven en off-spaces in ons land. Het zijn vaak die organisaties en collectieven die de vinger aan de pols van de kunstwereld houden en een zekere artistieke vrijheid en autonomie waarborgen. We laten hen aan het woord en zorgen voor context en reflectie. Deze keer: Anyuta Wiazemsky Snauwaert, coördinator van NICC.
Het woord ‘solidariteit’ hoor ik vaak vallen in gesprekken onder kunstenaars en kunstwerkers. Vaak in een negatieve context: er is er te weinig van. Is dat wel zo, hoe komt dat, en wat kunnen we eraan doen? Die vragen houden me dagelijks bezig.
Sinds mei 2022 ben ik aangesteld als coördinator van NICC, een organisatie die reeds 25 jaar de socio-economische positie van kunstenaars ter harte neemt. Ondanks veel verwezenlijkingen in de kunstgemeenschap, rijzen toch vragen zoals: hoe komt het dat er geen collectieve actie is geweest toen artist-run structuren en platformen uitstroomden na de beslissingsronde van het Kunstendecreet midden 2022? Of hoe komt het dat men zo stil gebleven is nadat de projectsubsidies in Antwerpen zonder enig overleg met de sector afgeschaft werden? Mijn aanstelling is nog vrij recent en het is nog vroeg om conclusies te trekken, maar enkele observaties zijn wel mogelijk.
Bij vergaderingen en samenkomsten tussen verschillende organisaties of spelers zijn het vaak de usual suspects die aanwezig zijn: enkele geëngageerde mensen die elkaar zo, soms meerdere keren per week, in verschillende contexten treffen. Bij zulke meetings rijst dan weleens het gevoel dat cruciale spelers ontbreken, of dat er te weinig diverse stemmen aan de tafel vertegenwoordigd zijn. Ik vind het eerlijk gezegd niet genoeg om te zeggen dat er ‘te weinig solidariteit is’ — wat vaak met een soort ‘I rest my case’-attitude gebeurt. Je moet het probleem proberen te articuleren en pas dan ontstaat er een kans op verandering. Dus als we over een tekort aan solidariteit spreken, wat wordt er dan precies bedoeld? Dat er te weinig acties zijn? Dat de grotere instituties de kleinere platformen niet (voldoende) steunen? Dat de zwaksten altijd de rekening betalen? Interessanter is de vraag: hoe komt dit en wat kan je doen om solidariteit of verbinding te faciliteren?
Voor zowat elke speler geldt een tekort aan tijd, middelen en energie om een verregaand engagement voor de gehele sector aan te gaan. Wanneer we naar de individuele maker kijken, zien we bijvoorbeeld niet zelden dat die, door een gebrek aan zakelijke en praktische begeleiding tijdens de kunstopleiding door de mazen van de maatschappelijke structuur en sociale zekerheid valt, en soms in armzalige omstandigheden terechtkomt. En hoe nauwer we onze sector definiëren, hoe minder de omvang van tijd, middelen, energie.
De meeste huizen, onafhankelijke platformen en individuele makers hebben hun handen vol, en na de coronacrisis en een golf aan burn-outs, durft men meer aan zelfzorg te doen en dat gaat gepaard met grenzen stellen en keuzes maken. Mensen kijken vandaag anders naar tijdsinvestering en zijn meer bewust van een individuele nood aan zelfzorg. In het piramidaal systeem waarin we zitten heeft dat als gevolg dat de grote spelers geen tijd hebben voor de kleintjes, de kleintjes geen tijd hebben voor elkaar en de individuele makers en kleine platformen die zonder steun functioneren, dat doen in extreem precaire omstandigheden en geen beroep kunnen doen op sociale zekerheid.
Op lange termijn heeft dit dramatische gevolgen voor het ecosysteem: een verdere groei van de kloof tussen wie wel en wie niet op overheids- en externe gelden kan rekenen, een toenemend percentage van mensen die na het afstuderen aan een kunstrichting hun carrière in de kunsten opgeven, een braindrain en uiteindelijk een stagnatie van onze nochtans befaamde kunstensector.
Het goede nieuws is: het systeem dat zo piramidaal in elkaar zit, is door onszelf bedacht en wordt door onszelf in stand gehouden. Niemand heeft gezegd dat een tekort aan tijd moet betekenen dat je geen steun kan bieden aan wie in een zwakkere situatie zit. Wat als je die zwakkere net mee aan de tafel uitnodigt, beslissingen delegeert en er eventueel voor zorgt dat diens tijd vergoed wordt? Niemand heeft gezegd dat diversiteit aan stemmen per se een extra uitdaging moet zijn. Niemand heeft gezegd dat zelfzorg in de weg moet staan van solidariteit.
Een van de eerste initiatieven die ik nam in mijn nieuwe positie, is het samenroepen van twee nieuwe werkgroepen: leven als een kunstenaar voor individuele kunstenaars en artist-run voor artist-run initiatieven, gesubsidieerd en niet, in welke discipline dan ook. Het doel van de beide werkgroepen is mensen samenbrengen, collectieve acties organiseren, netwerken versterken, informatie laten doorstromen.
Ik neem ook deel aan talrijke groepen en vergaderingen, waar de meest geëngageerde mensen hun koppen bij elkaar steken: State of the Arts, de Artiestencoalitie, lokale kunstenoverleggen met hun werkgroepen, werkgroepen rond 2030 wanneer het aan België is om de Europese culturele hoofdstad aan te duiden, ad-hocgroepen rond specifieke acties etc.
Ander goed nieuws is dus dat er wel degelijk heel veel beweegt. Gents Kunstenoverleg bracht eind vorig jaar de spelers van de beeldende kunstensector samen, waar ieder haar en zijn plannen en noden kon voorstellen en slechts enkele maanden later ontstond op Instagram het initiatief @kaaart.gent, dat in kaart brengt wat er in de stad gebeurt. Kunstenpunt ondersteunde in 2021 de uitwerking van ideeën die ons naar een faire en duurzame wereld zouden helpen. Deze ideeën zijn gebundeld in de publicatie die begin maart publiek voorgesteld werd. SOTA brengt later dit jaar een nieuwe editie van de Fair Arts Almanac uit. Deze lijst is niet exhaustief; er waren nog nooit zo veel platformen waar je als individuele maker welkom bent om je te engageren voor de sector. Solidariteit begint bij het besef dat we allemaal deel uitmaken van één ecosysteem en dat we meer tijd en ruimte voor elkaar mogen maken. Daarom plaats ik hierbij graag de foto die ik op de vakbondsactie van 20 juni vorig jaar nam, de banner gemaakt door Ben De Raes van dagvorm_cinema voor SOTA, als illustratie bij deze tekst. Kunst is (wel) solidair.