‘Een beeldhouwer, vooral in mijn geval, doet zijn voordeel met alles wat hij aantreft en dit kan elke vorm zijn die in de natuur te vinden is. Iedere boeiende vorm uit de natuur heeft kans ooit in een van mijn werken teruggevonden te worden.’ Dit zijn de woorden van Henry Moore, in een gesprek met Ludo Bekkers. Maar net zo goed zouden ze van Marie Julia Bollansée kunnen zijn. Johan Tahon vertrouwt ons toe: ‘Ik vind een beeld vollediger als het de perfectie niet haalt en dichter bij het mens-zijn staat.’ Ik heb een zwak voor beeldhouwers. Ze verpersoonlijken het tegenovergestelde van brute kracht. Stoer en sensueel, standvastig en tactiel zetten ze liefdevol materie naar hun hand. Bij het samenstellen van dit nummer werd ik getroffen door de gelijkenis tussen de foto’s van Camille Claudel en Marie Julia Bollansée, beiden aan een vrouwenbee…