Alles over kunst

Interview  GLEAN NL 7

We moeten als mens vertrouwen op onze eigen moleculen

In gesprek met Sharon Van Overmeiren
Tamara  Beheydt

Praktische info

Sharon Van Overmeiren, Jacuzzi of Despair, tot 20 april 2025, De Warande, Turnhout, warande.be

Sharon Van Overmeiren, vanaf 22 februari 2025, Damien & The Love Guru, Brussel, damienandtheloveguru.com

Sharon Van Overmeiren absorbeert als een spons invloeden uit alle tijden, (sub‑) ​ culturen en omgevingen. Haar hybride wezens of props bevolken een eigen wereld met een unieke beeldtaal, op de kruising tussen archeologie en sciencefiction. In 2022 creëerde ze samen met Filip Vervaet een werk voor de tentoonstelling Making Fun in de Warande, waar de Antwerpse kunstenaar nu haar eerste institutionele solotentoonstelling krijgt. Een gesprek over leven en dood, patriarchale kennissystemen en de menselijke conditie.

Foto Tina Herbots

TB: (Tamara Beheydt) De Warande heeft niet de meest evidente ruimtes. De architectuur gaf richting aan het concept van de tentoonstelling.

SVO: (Sharon Van Overmeiren) De toonzalen van de Warande cirkelen rond de binnenkoer als een soort loop. Daar heb ik de thematiek aan vastgehangen. De tentoonstelling bestaat uit verschillende hoofdstukken, die je als een cyclus van leven en dood kunt interpreteren. Je komt eerst in de Waiting Room, waar ik zuilen toevoeg aan de bestaande architectuur. We bevinden ons in een wereld van moleculen en cellen die vermenigvuldigen, transformeren, of afsterven. De werken die uit de zuilen lijken te groeien, zijn een ode aan de worm, als symbool voor alles in het leven dat op een of andere manier ontstaat en verteerd moet worden.
Het poortgebouw in de volgende ruimte is een soort limbo voor al het potentieel dat niet de kans krijgt om tot leven te komen — een drukke ruimte met verschillende videowerken. Vervolgens is er een ruimte met twee monumentale beelden, hoofdpersonages in tenten, en hun ‘wapenarsenaal’. Ze hebben een heel koninklijke, rijkelijke uitstraling. Dat display van wapens of instrumenten toonde ik eerder al bij Rodolphe Janssen. Op de binnenkoer staan verschillende beelden die verwijzen naar grafzerken, begravingen of manieren van omgaan met de dood, en elementen uit heel uiteenlopende culturen verenigen. Ten slotte is er de Pop Shop, waar werken bij elkaar gepresenteerd worden in een boetieksfeer, een soort parafrasering van het prijzeneiland van Rad van Fortuin.

Sharon Van Overmeiren, Untitled, foto de kunstenaar

TB: Vanwaar die fascinatie voor de dood?

SVO: Ik reisde recent naar Ghana om inspiratie op te doen, in het gezelschap van grafisch ontwerper Nana Esi, die meewerkt aan mijn komende publicatie (verschijnt op 16 februari, red.) en zelf half Ghanees is. Via een kennis die als locatiespotter werkt, konden we uitvaartplechtigheden bijwonen.
In Ghana wordt heel anders naar de dood gekeken; het is het belangrijkste moment van het leven. Het feest, de gemeenschap… het zet je echt aan het denken. Je wil goed leven om goed te sterven. In het noordelijk halfrond moeten we misschien leren afstappen van onze focus op individualisme en durven denken: wat laat je achter? Ik zie het als de ‘circle of life’: toekomst en verleden informeren het heden. In februari opent bij mijn galerie Damien & The Love Guru in Brussel een afzonderlijk hoofdstuk van de cyclus, rond reïncarnatie. Eén werk staat een beetje apart in De Warande. Tijdens Art’s Birthday in M HKA bakte ik een kleien beeld in een zelfgemaakte oven; als een rituele verbranding. De oven zelf is eigenlijk het werk, dat erna op een soort bed naar Turnhout werd gebracht. Het wordt er nu omgeven door rouwgordijnen, zoals ik er in Ghana zag, maar die vroeger in een andere vorm ook in België voorkwamen.

TB: De titel van de tentoonstelling, Jacuzzi of Despair, verwijst naar een natuurfenomeen, maar klinkt ook als een soort spreidstand tussen posities van ludieke luxe en pessimisme. Is de tentoonstelling hoopvol?

SVO: De ‘Jacuzzi of Despair’ is een soort trechter diep onder de oceaanbodem in de Golf van Mexico, waar zoveel zouten en gassen aanwezig zijn dat ze alles vernietigen wat erin komt. Een soort zwart gat. Alles is vergankelijk, dat hoort bij het leven. Vandaag hangt er veel angst en machteloosheid in de lucht; door de klimaatcrisis, door oorlogen, door AI. Maar mijn werken zijn niet zwaarmoedig. Ze staan open voor veranderingen in het leven. Je kan zelfs de grootste onderwerpen relativeren. Alles kan keren of herstellen. Ik denk dat we als mens vertrouwen moeten hebben in onze eigen moleculen.

Sharon Van Overmeiren, Untitled, 2025, keramiek en metaal, foto de kunstenaar

TB: Voor het poortgebouw gebruikte je onderdelen van vitrines die overbleven uit de groepstentoonstelling Hybriden — restmateriaal dus. Een ecologische keuze?

SVO: Ik heb jarenlang in de museumbouw gewerkt. Dat vond ik fijn, maar ik heb een weerstand ontwikkeld tegen grote producties waarbij alles perfect en nieuw moet zijn, en die vervolgens worden weggegooid. Is dat nog te verantwoorden in deze tijd? Ik woonde als kind in Zuid-Afrika en reisde recent naar Ghana. Daar zie je de afvalbergen van onze maatschappij. Maar daar wordt op een heel andere manier met afval omgegaan, en dat inspireert me. Ook als zaken niet perfect zijn zoals je voorzag, kun je er iets mee maken.

TB: Die ervaring in Zuid-Afrika moet bijzonder vormend geweest zijn.

SVO: Niet zoveel mensen weten dat ik er als kind enkele jaren woonde. Toen mijn ouders uit elkaar gingen, bezocht mijn moeder twee bevriende kunstenaars in het kleine dorpje Bethulie, halverwege tussen Kaapstad en Johannesburg. Ze zag er een huis te koop en besloot te verhuizen, samen met mijn zus en ikzelf. Terwijl we er waren, reisden we ook naar veel andere plekken, zoals Mozambique. Als ik er nu op terugkijk, was het een prachtige tijd, die me heeft leren openstaan voor nieuwe indrukken. Toen we enkele jaren later terug naar België kwamen, was het moeilijker. We hadden het niet breed en hadden leerachterstand, hoorden er niet bij.

TB: Je groeide op met hedendaagse kunst. Stond het in de sterren geschreven dat je zelf kunstenaar zou worden?

Nana Esi en Sharon Van Overmeiren, Shower of Blessings, 2025

SVO: Mijn moeder richtte Gallery Christ Delaet op, op de Ernest Van Dijckkaai. Ze was een pionier, maar haar parcours is heel slecht gedocumenteerd. Ze maakte o.a. tentoonstellingen met de grote New Yorkse graffiti-artiesten en over pornografie. Het was heel rock-’n-roll, er waren altijd feestjes. Wanneer de galerie leeg was, mochten we als kind op de muur tekenen. Die ervaring zorgde ervoor dat ik kunst nooit als iets elitairs of sacraals heb gezien, maar later wilde ik niets meer met kunst te maken hebben. Ik wilde geografie studeren aan de universiteit. Ik herinner me een mondeling examen waarbij ik honderduit vertelde over het boek dat ik gelezen had. De professor bewonderde mijn kennis, maar benadrukte dat ik op deze manier niet aan wetenschap deed. Stilaan werd het duidelijk dat mijn manier van denken artistiek is.

TB: Je blijft erg belezen. Je neemt kennis en indrukken op als een spons. Je werk bestaat uit talloze referenties en invloeden.

SVO: Ik ben gefascineerd door het leven en de verbeelding zelf, door hoe we beelden doorgeven. Ik ben geen wetenschapper. Ik kan misschien niet veel zeggen over microbiologie, maar ik besta er wel zelf uit en daarom voel ik me gerechtigd genoeg om er iets over te zeggen. Ik wil echt iets fundamenteels meegeven; over de verslaving aan vooruitgang, die me stoort. Over de evolutieloop waar we allemaal inzitten. Over hoe we ons als menselijke soort zeker zullen aanpassen aan veranderende omgevingen.

TB: Eigenlijk ben je niet opgeleid als beeldhouwer, maar begon je met het maken van beelden als personages in videowerken. Toch grijp je steeds terug naar de klei. Waarom?

SVO: Het is een organisch materiaal dat je kan vormen en ook weer verpulveren en aan de natuur teruggeven. Ik experimenteer wel met andere materialen, zoals recent met polyester. Daar moet ik door om daarna terug te gaan naar klei. Ik kan heel goed nadenken terwijl ik iets doe. De pure ‘act of making’ is zeer belangrijk voor mij, die plek waar je kan creëren zonder iets fout te doen. Je krijgt en geeft terug in een flow. In de klei voel ik dat. Ik heb enorm veel referentiebeelden, maar wanneer ik een beeld maak, zitten die enkel in mijn herinnering. Tijdens het boetseren ontstaat en transformeert het beeld gaandeweg. Ook bijenwas vind ik trouwens een heel fijn materiaal. Het staat me toe om met mallen te werken en het leeft. Het krimpt en zet uit. Je moet er een beetje voor zorgen en dat vind ik mooi.

TB: Je beschrijving van de twee monumentale sculpturale personages doet me denken aan een game, waarin je je karakter, wapenrusting en ‘skins’ kunt kiezen.

SVO: Een game is een parallel universum waarnaar je kan ontsnappen. Games worden steeds realistischer en ook AR en VR ontwikkelen zich heel snel. Je kan virtueel evenveel beleven als in de werkelijkheid. Je kan er veel controleren en manipuleren. Ik vraag me af of onze gevoelens dan onderontwikkeld blijven, of je nog echt kan hechten in de werkelijkheid. Tegelijk ziet misschien iedereen een andere werkelijkheid. Ik denk graag na over virtuele of speculatieve werelden, ook in de context van dat evolutieverhaal. Ontwikkelt de mens binnenkort naar een soort slak, met een virtuele belevingswereld?

TB: Er komt ook een tweede monografie rond je werk. Wordt het een tentoonstellingscatalogus?

Sharon Van Overmeiren, Untitled, 2023, geglazuurd aardwerk, 130 x 60 x 80 cm, foto Graysc

SVO: Het boek overstijgt de tentoonstelling. Ik werk samen met Nana Esi, oprichtster van Atelier Brenda, voor de vormgeving en met Zolo Press als uitgever. We wilden een inzicht geven in mijn manier van werken en vertrekken van mijn referentiebeelden. Maar die zijn op het internet verzameld en niet vrij van rechten. Via AI maken we nu volledig nieuwe creaties uit deze beelden, vermengingen en contaminaties zoals die eigenlijk ook in mijn sculpturen voorkomen. Er komt een tekst bij van Saskia Smith, die een fictief verhaal schrijft bij de hoofdstukken van ‘Jacuzzi of Despair’. Het boek vormt een soort toolbox; een methodiek die ik in mijn artistieke praktijk hanteer, maar die je als lezer ook op andere zaken kunt toepassen.

TB: Je werk nodigt uit om beeldvorming en de patronen en machtsstructuren erachter in vraag te stellen. Je bekijkt beelden uit allerlei culturen, tijden en bronnen kritisch en niet-hiërarchisch. Is dat een sterke boodschap die je wil meegeven?

SVO: Ik stel vragen bij hoe kennis is opgesteld, gepresenteerd en wordt doorgegeven. Betekenis is vaak heel lineair en daar sluit ik me niet noodzakelijk bij aan. Mijn beeldtaal beschouwt alle input op hetzelfde niveau, omdat ik me ontvankelijk openstel voor alles wat ik zie. Vandaag heerst een zekere angst voor AI. Het is gecreëerd door de mens, maar genereert ook zelf. Dat voelt bedreigend. Is er nog plaats voor creatie? Weten we nog zeker wat echt is en wat niet? Tegelijk is ook de oorsprong van beeldhouwen eigenlijk een fictie. Of beter een animisme: het toekennen van een — spirituele — kracht van representatie aan een levenloos object.

TB: Heeft je kritiek op het lineair omgaan met beelden en kennis ook een feministische insteek?

SVO: Misschien is mijn openheid voor alternatieve manieren van kijken wel gelinkt aan mijn vrouwelijkheid. De standaardpatronen, vaak historisch eerder op mannen afgestemd, passen me simpelweg niet. Ik ben bijvoorbeeld erg beïnvloed door Donna Haraway. Maar feminisme is een heel ruim begrip. Ik versta het als: de vrijheid om je niet levenslang aan een bepaalde parameter te hechten, maar te kunnen transformeren. Daar gaat veel wijsheid mee gepaard. Dat associeer ik zelfs met die virtuele wereld. Wie weet kunnen we via CRISPR-gentechnologie binnenkort onze eigen genetica manipuleren en onszelf dierenhuiden aanmeten. Wat een rijkdom! En in die wereld vol vrijheid krijgen alle kortzichtige conservatieven misschien hun eigen droge woestijnbubbel…

TB: Je wordt dit jaar veertig. En het is professioneel een belangrijk jaar, zo lijkt het. Hoe kijk je daartegenaan?

SVO: Ik ben niet bang om ouder te worden. Je krijgt er alleen maar ervaringen en wijsheid bij. Er zijn talloze vrouwen op elke leeftijd die fantastische dingen bereiken. Tot mijn zesendertigste dacht ik nog vaak ‘later als ik groot ben…’ Nu kijk ik uit naar nieuwe wisselwerkingen en het doorgeven van inzichten. Ik heb wel ambities, maar niet op een manier dat die me tegenhouden om open te staan voor wat er vanzelf op mijn pad komt. Ik ben dankbaar voor elke stap, voor mijn groei. Alles leidt weer tot iets nieuws.