Een simpel bed. Een dunne matras. Een jonge man slaapt met een bonte lap stof over de benen. Het had ‘de slaap der onschuldigen’ kunnen zijn, tot je merkt hoe hij een stapel bakstenen in zijn armen sluit, alsof het een geliefde is. De nabijheid van de bakstenen en het halfnaakte lichaam schept een kwetsbare intimiteit. Toch hangt er door de kale muren en de lege schappen een zekere leegte in dit huiselijke tafereel.
De man op de zwart-witfoto is Han Bing (1974), een Chinese kunstenaar die alleen al door zijn frêle, androgyne jongenslijf een statement maakt omtrent gender en identiteit. Een belangrijk deel van zijn werk bestaat uit theatraal geënsceneerde foto’s waarin hij op exuberante manier de fluïditeit van zijn identiteit bespeelt. Wat in China, eufemistisch gesteld, nog steeds controversieel is. Met deze foto …