Van Anselm Kiefer hebben we het laatste nog niet gezien, bijlange niet. In Nederland pakt museum Voorlinden uit met een grote tentoonstelling, in samenwerking met de kunstenaar zelf en met veel werk uit de afgelopen vijftien jaar. Een boekenkast vol loodzware boeken, een geplant korenveld, gouden en loden schilderijen, vitrinesculpturen, de installatie Winterreise en enkele zeer recente werken: het parcours dropt de bezoeker in de wereld van Kiefer (1945, woont sinds 1992 in Frankrijk). Hij is een reus in de kunstgeschiedenis van onze tijd en staat bekend als zowat de eerste Duitse kunstenaar die het naziverleden onder de loep durfde te nemen. Gigantische schilderijen, een omvangrijk oeuvre van unieke boeken tot installaties, zware thema’s, geschiedenis, mythologie, filosofie, wetenschappen, literatuur, alchemie en een amalgaam van materialen, van stro tot bladgoud en dikwijls lood: zijn kunst is beroemd. Maar er valt nog veel te ontdekken.
In Noord-Frankrijk komt het LaM voor de dag met La photo-graphie au commencement, de eerste tentoonstelling over de fotografische praktijk van Kiefer, zijn omgang met fotografie en hoe die meespeelt in zijn kunst. Zo zijn ook zelden getoonde werken te zien als Family Pictures (2013—2017), zestien diorama’s. Fotografie, daarmee begon zijn oeuvre. Als laatstejaarsstudent in Karlsruhe voerde hij in 1969 acties uit die hij fotografeerde. In het nazikostuum van zijn vader bracht hij de Hitlergroet, wat strafbaar was, voor monumenten, in landschappen, op een krukje in bad. Ironisch, kritisch en zeer provocerend in die tijd. Hij trok ook een gehaakte hippiejurk aan. In die jurk staat hij nogal potsierlijk op een stoel met een tak in de hand. De tentoonstelling begint met deze foto uit 1969, waar hij later een groter werk van maakte. Wat volgt, is een reis door het oeuvre via acht welgekozen thema’s waarbij telkens blijkt dat fotografie belangrijk blijft in zijn kunstpraktijk.
