Alles over kunst

Expo

Empathie: een schichtig thema

Artefact in Leuven
Pieter  T'Jonck

Praktische info

Artefact: Wired for Empathy, tot zondag 27 juni in Leuven. artefact-festival.be

Artefact palmt elk jaar een goede veertien dagen lang het hele gebouw van het STUK in Leuven in met een tentoonstelling, muziek en vele randevenementen. Afgezien van de ongewoon korte duur, is Artefact vooral bijzonder omdat het thematische tentoonstellingen brengt, vaak met een sociale insteek. Zeker dit jaar. Wired for empathy gaat erover dat mensen als geen ander zoogdier in staat zijn zich te verplaatsen in de denk- en gevoelswereld van anderen en zelfs van dieren en planten. Met daarbij de vraag waarom we dat vermogen niet meer koesteren en cultiveren.

Khaled Barakeh, Materialised distance. © Joeri Thiry - STUK Leuven

Materialised Distance van de Syrische kunstenaar Khaled Barakeh is het eerste werk waar je op botst in het parcours dat curator Karen Verschooren uitstippelde. Een slimme keuze, want het zet de toon. Het werk is een witte, gladde klomp gebakken witte klei, opgehangen aan een haast onzichtbare draad. Als je beter toekijkt zie je aan twee zijden ervan de afdruk van een mensenhand, alsof twee mensen een brok klei tussen hun handen hadden samengedrukt. Een beeld dat intuïtief meteen duidelijk is: de handdruk als een gebaar dat de ruimte tussen twee mensen ‘boetseert’.

Pikant is wel dat deze handafdrukken afgeleid zijn van het beeld Hands across the divide van Maurice Harron. Het staat op een zeer omstreden plek: de grens tussen het katholieke en het protestantse deel van Londonderry, Noord-Ierland. Het stelt levensgroot twee mensen voor die op het punt staan elkaar de hand te reiken. Barakehs werk draait dan ook rond de wonden die gewapende conflicten achterlaten en hoe die te helen. Het zit ook in andere werken als No man’s land en The untitled images.

Anouk De Clercq. One (film still). © Anouk De Clercq

In dezelfde zaal toont Anouk De Clercq de video One: één lang shot van een zwarte vrouw die van achter een batterij microfoons het denkbeeldige publiek voor zich met een intense blik toekijkt. Haar expressie verandert voortdurend. Een zweem van een glimlach, een zorgelijke blik, een verlegen oogopslag of strenge trekken wisselen elkaar af, maar spreken doet de vrouw niet. Toch hoor je talloze stemmen, die in vele toonaarden spreken-zingen. Het deed me denken aan muziek van Laurie Anderson.

Geleidelijk versmelten die stemmen. Inhoudelijk klopt dat ook, want ze hebben het over verbinding. De slotzin: This is where I end and you begin. This is where you end and others begin. Tune in. Tune out. De film suggereert zo veel dingen tegelijk. Bijvoorbeeld dat in ons hoofd altijd veel stemmen meeklinken die mee bepalen wie we zijn. Of nog: dat de blikken van de vrouw de reactie zijn op wat ze hoort. Of vooral: dat zwijgen en luisteren soms beter is dan spreken.

Deze video krijgt een echo in de imposante installatie The circle and the square van de Amerikaanse kunstenares Suzanne Lacy. Ze was daarvoor twee jaar aan de slag in Pendle, Lancashire (VK). Een grote textielfabriek domineerde er meer dan twee eeuwen het sociale leven. Toen die fabriek sloot dreven de Pakistaanse en de Engelse bewoners -die een hechte gemeenschap vormden- uiteen.

Lacy werkte met lokale organisaties aan een soort community building. Zang was het bindmiddel om mensen en gemeenschappen weer met elkaar in contact te brengen. Dat mondde uit in een grote, driedaagse bijeenkomst van 500 mensen in de verlaten fabriek. Die hielden er shape note en dhikr zangstonden. De ene uitgevoerd in een vierkant van stoelen, de andere in een cirkel. Waarna alles samenkwam.

Suzanne Lacy. The Circle and the Square. Installatiezicht. © de kunstenaar

De installatie vraagt behoorlijk wat tijd, omdat ze het verhaal op zeer verschillende manieren belicht. Je stoot vooreerst op videoportretten op haast manshoge schermen van bewoners van Pendle. Het gaat zowel om ouderlingen, die nog in de fabriek gewerkt hebben- als jongeren. Dat werpt al een merkwaardig licht op de oorzaken van het verlies aan sociale cohesie. Dingen die nu snel geduid zouden worden als issues van identiteit of religie blijken veel complexere oorzaken -en gevolgen te hebben. Een en ander wordt ook in aparte films en in een indrukwekkende tijdslijn belicht.

De verfilming van de zangstonden in de fabriek is echter zonder meer de kern van de installatie. Een intens plezier en gevoel van verbondenheid spat bijna van het scherm als je deze doodgewone mensen hoort zingen. Het roept de haast vergeten kracht en de unieke klankkleur ervan weer tot leven. Niet verwonderlijk dus dat die ervaring het lokale leven terug deed opveren.

The machine for restoring empathy van de Tsjechische kunstenares Eva Kot’átková is minstens even intrigerend en indrukwekkend, maar om heel andere redenen. Het werk bestaat uit een indrukwekkend grote constructie van draadstangen die als kapstok dienen voor stoffen van velerlei aard en kleur die eroverheen gespannen zijn. Zo ontstaan een bizar volume van vormen die vaagweg doen denken aan lichaamsdelen zoals een hals, een borstkas of een hoofd, aangevuld met meer buitenissige vormen als een slurf of een staart en ook enkele plantentakken. Je kan het object echter ook lezen en gebruiken als een tent waarin je kan schuilen.

Eva Kot’atkova, The machine for restoring empathy. © Joeri Thiry - STUK Leuven

Eromheen liggen allerlei buitenissige kledingstukken/sculpturen van stof, waarvan je sommige – zoals een inktvisachtige jas met tientallen tentakels – zou kunnen aantrekken mochten coronaprotocollen dat niet verbieden. Het is het soort werk dat je lichamelijke verbeelding in hoge mate prikkelt, vergelijkbaar met de prothesen die de Braziliaanse Lygia Clark inzette om de lichaamservaring aan te scherpen. Alleen speelt hier de gedachte dat mensen en andere levende wezens inderdaad ook samen een ‘lichaam’ vormen ook mee.

Anagram probeert iets gelijkaardigs, maar dan op intiem niveau, met de ervaringsinstallatie Collider, waar je telkens met twee mensen tegelijk aan deel moet nemen, de ene in een leidende, de andere in een passieve rol. Het zou jammer zijn om hier de hele routine te verklappen, maar het komt erop neer dat Anagram de installatie ziet als een ‘deeltjesversneller’ voor de energiepartikels die tussen twee mensen hangen. Daar komt veel technologie, zoals een VR-bril en koptelefoons bij kijken. Een leuke ervaring, al slaagt de installatie er niet helemaal in om de valstrik van uitleggerigheid – een veel voorkomend euvel bij dit soort installaties – te vermijden.

Die nadrukkelijkheid zit ook in ander werk zoals de lang uitgesponnen video en installatie Glare – een opdrachtwerk – van Francesca Grilli. Het idee is mooi – kinderen verwerven plots de gave van handlezen – maar zweemt net iets teveel naar een ‘fantasy’ film om helemaal te overtuigen. Intrigerender is dan de video At the threshold van Daria Martin. Ze voert een moeder en een zoon met een extreem empathische band op. De komst van een stiefmoeder zet dat pijnlijke in de verf.

Het sterkste videowerk op Wired for empathy, Thanx 4 nothing van Ugo Rondinone, heeft zo’n verhalen en mysteries niet nodig om het over verbinding te hebben. Hij projecteert op twee tegenover elkaar opgestelde schermen een film van zijn overleden vriend en dichter John Giorno. Je ziet hem op exact hetzelfde podium, exact simultaan, een licht euforisch, eindeloos voortkabbelend dankwoord brengen aan de mensen en de wereld. Op beide schermen is hij blootsvoets, zodat je hem steeds weer ziet opveren. Het enige verschil: op het rechtse scherm draagt Giorno een zwart kostuum met zwarte vlinderdas op een wit hemd, op het linkse is het net andersom. Het effect is esthetisch erg geraffineerd, en tegelijk beroerend.

Naast al dat videowerk staat ook meer conventioneel beeldend werk. Poreuze porseleinbeeldjes bijvoorbeeld van Claudia Fontes, die een versmelting van twee of drie menselijke figuren suggereren. Dramatischer – op het pathetische af – zijn de plaaster sculpturen van Alexandra Leyre Mein. Deze werken vertonen een zekere gelijkenis met de gekwelde lichamen in het werk van Berlinde De Bruyckere, al is het oppervlak hier gewoon witte, ruwe plaaster. Die vormen suggereren innige omhelzingen, maar ook brutale scheiding: bij elk beeld doorbreken chirurgisch precieze insnijdingen immers de opwaartse beweging van de materie.

Tom Callemin, Landscape study, installatiezicht © Joeri Thiry - STUK Leuven

Ook bij dit beeldend werk geldt dat less blijkbaar nog steeds more is. De retoriek van Leyre Mein valt bijvoorbeeld in het niets bij het intense portret dat Tom Callemin speciaal voor deze tentoonstelling maakte van een jonge vrouw. De extreme precisie van het beeld draagt op een vanzelfsprekende manier de intense uitwisseling van blikken tussen de fotograaf en zijn model over op de kijker. Het is een uitgesproken meditatief beeld. Vandaar wellicht ook de intrigerende titel: Landscape Study, want een landschap in eigenlijke zin is hier niet te bespeuren, maar het beeld deelt met het klassieke landschap wel het intens beschouwende karakter. Dat vind je overigens ook terug in het raadselachtige, tweezijdige schilderij A finer route to oblivion van Charline Tyberghein.

Het mag duidelijk zijn: Wired for empathy brengt in een ruim opgezette – en bijzonder zorgzaam opgestelde – tentoonstelling een brede waaier aan artistieke strategieën samen om een onvatbaar maar belangrijk concept als empathie aan de orde te stellen. Zo merk je ook hoe schichtig en moeilijk te verbeelden het onderwerp is. Als je dat probeert loert het gevaar van te grote nadrukkelijkheid of zweverigheid al eens om de hoek, of wordt de grens met een sociaal project heel dun. Maar dat een tentoonstelling dat aan de orde stelt, is op zich al de moeite van een bezoek waard.