Alles over kunst

Expo

As Close As That in M HKA

Marc  Ruyters

Praktische info

As Close As That in Inbox & Nick Lodgers, M HKA Antwerpen, nog tot 7 februari 2021 tijdens de openingsuren van het M HKA. nicc.be muhka.be

Een bitterzoete, maar mooie expo, georganiseerd door de kunstenaarsorganisatie NICC, loopt op de bovenste etages van het Antwerpse M HKA, bekend als de Inbox & Nick Lodgers-ruimtes. As Close As That toont tien werken van acht kunstenaars die allen één ding gemeen hebben: ze stelden ooit tentoon in Cc Strombeek, onder de artistieke leiding van Luk Lambrecht en zijn rechterhand Lieze Eneman.

Beat Streuli, ‘KL Kids’ (2014-2017) en ‘Singapore 10’. Foto Jef Jacobs

Zoals intussen genoegzaam bekend werd Luk Lambrecht in september vorig jaar ontslagen, om vooralsnog onduidelijke redenen. Nochtans erkennen vriend en vijand dat Lambrecht (en Eneman) er in geslaagd waren van Cc Strombeek een nationaal en zelfs internationaal gerespecteerde tentoonstellingsplek te maken, met werk van sterke kunstenaars uit binnen- en buitenland.

As Close As That toont een kleine staalkaart van wat er in Strombeek allemaal de voorbije jaren te zien was. De hoofdrol is weggelegd voor de Belgische Jacqueline Mesmaeker, die recent nog een grote overzichtsexpo had in Bozar Brussel, en van wie nog tot 7 maart in het Roger Raveelmuseum in Machelen-aan-de-Leie tekenwerk te zien is. Van Mesmaeker worden twee werken getoond, allebei uit de collectie van het M HKA, onder de titel Vues Vues: een reeks van dertig foto-opnames van haar interieur en een twee dagen durende camera-opname (in 1996) doorheen het raam naar de buitenkant van haar appartement op de zesde verdieping. Mesmaeker is veel te laat bekend geworden: je kan haar zien als een vrouwelijke versie van Jef Geys, die alles in de kunst in vraag stelt, die elk idee recycleert tot een nieuw idee. ‘J’ai vu, j’ai pas vu’, zei ze ooit, en zo gaan zowel de details in haar interieurs als de ‘from dusk till dawn’-beelden buiten haar appartement een eigen leven leiden. 's Nachts verdwijnt alles achter de blinderingen.

‘Hans Haacke, ‘We (all) are the people’, 2018. Foto Jef Jacobs

Een kleine litografie van de Duitse kunstenaar Albert Oehlen heet Meditation über bürokratische Tendenzen bei TZK (2019), over de voortschrijdende digitale chaos en wanorde: Oehlen was een van de eersten die in 1990 begon met het maken van computerschilderijen. Het werk hangt bescheiden in een ruimte die verder overdonderd wordt door Beat Streuli, de Zwitserse meester in het fotograferen van individuen in een anonieme mensenzee. In Strombeek toonde hij ooit, op metershoge prints, snapshots van jongeren, meestal koppels, die op straat flaneren in de Maleisische hoofdstad Kuala Lumpur. Streuli kon of wilde die prints niet meenemen, Lambrecht hield ze dan maar bij, en nu hangen ze dus in het M HKA. De grote muurbeelden worden geconfronteerd met één ander, kleiner werk van hem: de foto van (wellicht) een gehelmd meisje, achterop een scooter in de straten van Singapore. Het individu wordt anoniem.

In de laatste zaal stellen de vier andere kunstenaars tentoon: Hans Haacke overheerst de achterkant met het spandoek We (all) are the people, een spel van lay-out, lettertypes en regenboogkleuren (van LGBTQ+ tot milieubeweging), dat bekend werd via de laatste Documenta in Kassel en Athene in 2017. De affiche hing dat jaar ook in diverse publieke ruimtes in Brussel en Gent.

Roberta Gigante, ‘Sunset/Sunrise’ 2018 en ‘Leopard (Sounds of Becoming #1)’, 2020. Foto Jef Jacobs

De muur vooraan biedt Sunset/Sunrise, een mooi, haast etherisch neonwerk van Roberta Gigante, een Italiaanse kunstenares die al een tijd in Gent resideert, en de opkomende en ondergaande zon suggereert. Tegenover dat neonwerk staat de geluidsinstallatie Leopard (Sounds of Becoming #1), waarin diverse geluidsfrequenties elkaar proberen op te heffen: enkel de vibratie blijft over.

Van de Indonesische, in Brussel verblijvende Elisabeth Ida Mulyani, zijn foto’s te zien van interieurs die ze maakte in een hele reeks ambassades: ze onthullen hoe al dan niet nationalistisch bedoelde props, prullaria en parafernalia de ‘identiteit’ van elk land onthullen.

Het is een groot contrast met het laatste werk: de Cubaans-Belgische Lazara Rosell Albear beschilderde de ramen van de ruimte, die uitgeven op straat, met zwarte verf en objecten, in een dansant verhaal van abstract tot figuratief. Het is één kalligrafisch gedicht, dat deze ruimte plots tot een doorgeefluik naar de buitenwereld maakt, iets wat ik voordien nooit had opgemerkt.

Het weze duidelijk: Luk Lambrecht en Lieze Eneman weten hoe je subtiel en toch gericht met de meest uiteenlopende vormen van hedendaagse kunst kan omgaan en verbanden kan leggen, zonder in gemeenplaatsen te vervallen. Oproep tot kunstwereld en politiek: wat nu met deze mensen?