Alles over kunst

Expo

Belgische striptekenaar Philippe Geluck en zijn ‘Kat’ krabben aan kunst in Parijs

Praktische info

'L’art et le chat’ van Philippe Geluck verlengd tot 2 januari 2017, in Le Musée en Herbe, 23 rue de l’Arbre Sec, Parijs (vlakbij het Louvre); www.musee-en-herbe.com

De catalogus van de tentoonstelling vertelt over een dertigtal werken maar neemt ook nieuwe elementen over. Het is een uitgave van Casterman, en enkel in het Frans maar dat is ook een oefening.

**‘Certaines sculptures pensent; d’autres réfléchissent.’ Een vertaling is gewaagd maar ‘penser’ zou behalve peinzen ook beoordelen en geloven kunnen betekenen. ‘Réfléchir’ duidt op een langer denkproces en een bewustwording. De zin staat op een blinkende spiegelkrant die ‘Le Chat’, het mollige, anarchistische, goed- en grofgebekte alter ego van de Brusselaar Philippe Geluck, in zijn mollige poten houdt. Het driedimensionale beeld gaat een spiegelconfrontatie met een glimmend, fuchsiakleurig beeld van Jeff Koons aan. Het stelt een zwangere vrouw – zijn (voormalige) vrouw, de pornoactrice La Cicciolina – voor maar is eigenlijk een speciale editie van een champagne-emmer van een Frans merk. Dit soort sluipend vitriool kenmerkt alle tekeningen van Le Chat van Philippe Geluck: een bijtende commentaar maar ook een grote tederheid voor waarachtige mensen en voor kunst. Tussen zijn balorige kater en een dertigtal iconen heerst nu in het Parijse kindermuseum ‘Musée-en-Herbe’ ‘une cohabitation’: een niet te missen tentoonstelling voor al wie jong is van geest.**
Sedert 1975 presenteert het Musée-en-Herbe olijke, verrassende, leerrijke tentoonstellingen over belangrijke kunstenaars of kunststromingen. Hun ludieke, interactieve, gezellige en ‘triggerende’ aanpak richt zich daarbij niet uitsluitend tot hummels vanaf 3 jaar maar ook tot volwassenen. De expo’s over Keith Haring, of over ‘Les Nouveaux Réalistes’, of Hundertwasser of Vasarely en zovele anderen in die 40 jaar creativiteit en pedagogie, ontrafelden altijd op een onverwachte manier een artistiek denken. Recent verhuisde het Musée, waar volwassenen ‘aha’ uitroepen en vooral glimlachen, naar een ruimere behuizing. Als opener vroegen ze de Belgische striptekenaar Philippe Geluck om een tentoonstelling waarbij zijn roemruchte ‘Kat’ werken van grootmeesters uit de kunst uitdaagt. Geluck is - met zijn Belgische surrealistische, averechtse humor en zijn maatschappelijke geëngageerde stellingnames – een held in Frankrijk. Zijn Kat rollebolde samen met Mevrouw Chat voor het eerst op hun huwelijksuitnodiging en was sedert 1983 de politieke analist van de Brusselse krant Le Soir. ‘Le chat is een vrijpostige toogfilosoof die alles wat ‘heilig’ is, onderuit haalt.’ Zijn grijnzende bewerking van de Bijbel met ‘Le Chat’ deed wenkbrauwen optrekken in een geblutst land waar voortdurend de vraag werd gesteld: ‘Peut-on rire de tout?’
Geluck komt ermee weg, door zijn intelligentie, zijn tweedegraadshumor maar ook door zijn liefde voor het leven. En dat is ook zo voor deze tentoonstelling waar zijn Kat neus-aan-neus snuffelt met zijn ‘coups de coeur’ uit de kunstgeschiedenis. En Geluck kent zijn geschiedenis: zijn vader, ook tekenaar, bewonderde eveneens plastische kunstenaars van El Greco tot Pierre Soulages, van Rembrandt, Hals, Bruegel tot Giacometti, van Turner tot Bacon. Vader heeft zijn zoon leren kijken: ‘la passion est transmissible’. Dat deed zijn moeder ook wanneer ze hem wekelijks meenam naar een museum. Niet dat er geld te over was in het communistische gezin Geluck. In die zin boert de zoon beter.
Het is hetzelfde duwtje in de rug dat Geluck jonge kijkertjes wil geven. Geluck heeft jarenlang een kinderprogramma gehad op RTBF: ‘je praat niet tegen kinderen alsof ze achterlijk zijn’. Natuurlijk is het om te lachen zodat mensen vrolijk uit het museum huppelen maar de bedoeling van Geluck is om kinderen ook aan te zetten om zelf op papier te krabbelen nadat ze op een ludieke, ironische maar toch verwonderde, met een andere blik naar schilderijen hebben gekeken; niet de obligate, serieuze manier van kijken maar met enthousiasme. ‘L’admiration donne des ailes’ en Geluck heeft gekozen voor de werken die hem gemarkeerd hebben: Mondriaan, Soulages, schilders van de Renaissance, zoals Arcimboldo… Het is een passie maar ook met een insolentie, onder het motto: ‘Plagen is om liefde vragen’.
‘Nous sommes une grande famille’ is het openingswerk van de Kattentoonstelling waarbij Picasso, Keith Haring, Kuifje en Magritte, Münch poseren. Op Münch levert Geluck schijnbaar gemakkelijk commentaar: het is geen ‘Schreeuw’ want de Kat schaterlacht. Eén van de achtergrondfiguren heeft in een hondendrol getrapt en dat vindt de kater hilarisch. Maar er is meer: zopas heeft een Belgisch wetenschappelijk team achterhaald dat de ‘stipjes’ op het schilderij van Munch dan toch geen excrementen (van vogels) zijn maar kaarsverf. Zo maf is de Kat dus niet. De Kat in Mao-versie van Warhol vergt eveneens wat historische achtergrond. De commentaar op de bewonderde Mondriaan is wat venijnig: verwijzend naar de zwarte afbakenlijnen staat er in het tekstballonnetje ‘Mondriaan heeft eigenlijk heimelijk altijd een stripauteur willen zijn’ om te vervolgen ‘maar Mondriaan heeft nooit een verhaal kunnen maken’. Ook dodelijk is zijn commentaar op Yves Klein met dank aan de ‘blauwe’ Smurfen. Maar er zijn ook werken die leren kijken: voor de jongsten zijn er de groenten-en fruitportretten van Arcimboldo, het Melkmeisje van Vermeer (dat kinderen uit de reclame herkennen maar waarbij de lichtinval zo markant is), evident de Mona Lisa, de Venus van Milo en een paar ‘gehandicapte’ zussen, Vasarely en Lichtenstein waarbij respectievelijk OP en POP Art aanschouwelijk duidelijk worden. Grappig is de commentaar op Fontana, de Argentijns-Italiaanse kunstenaar en zijn ‘Concetto Spaziale’ waarbij de Kat op een doek krabt: ‘mijn vrouw heeft liever dat ik op een schilderdoek krab dan aan de meubels.’ Het prachtig, originele werk van Fontana werd uitgeleend door het Musée de Beaux-Arts van Nice. Het Magritte-Museum van Brussel leende een zelden getoonde tekening van de Brusselse schaakmeester. Pierre Soulages schonk Geluck persoonlijk een prachtig en enorm doek. Het Moma van New York vond deze kunstreconversie een briljant idee maar had geen Jackson Pollock ter beschikking om uit te lenen. Dus staat de Kat besmeurd en besmuikt langs de weg. De Mona Lisa kwam niet uit het nabije Louvre komen gewandeld maar voor de verlenging van de succestentoonstelling komt wel een 16e eeuwse Mona Lisa uit het Musée de Beaux Arts van Quimper.
Enkel Daniel Buren weigerde om deel te nemen aan deze hommage. Buren stuurde een aangetekende brief met zijn verbod. Geluck heeft zijn wens gerespecteerd maar de aangetekende brief met Gelucks antwoord ‘dat Buren niet in de tentoonstelling van Le Chat aanwezig zal zijn’ hangt in het … toilet. De Wc-bril is met zwart-witte strepen geschilderd.
*Eliane VAN DEN ENDE*

Dit artikel is digitaal nog niet volledig beschikbaar. We werken aan ons archief.