Zaterdag 23 april is de 59ste editie van de Biënnale van Venetië geopend. Rondom het openingsweekend publiceren we dagelijks korte tips en impressies van opmerkelijke of minder opmerkelijke tentoonstellingen en evenementen. Jessica Gysel zag drie films op de Biënnale die extra support bieden in bizarre tijden.
Na drie jaar covid en zoom meetings is het fijn weer onder mensen te zijn. Het grote feest van het weerzien, en zowaar, veel overzeese mensen ook. Oh hello! Maar die drie jaar covid en zoom meetings zijn ook letterlijk onder onze huid gekropen en we zouden bijna vergeten hoe het is om aangeraakt te worden. Te knuffelen. Elkaar te omarmen. In elkaars armen te vallen. Over elkaar heen te glijden. Met of zonder olie. Maar ook noties van verlorenheid, verval, verlies en vergankelijkheid sijpelen tussen de lichamen door. Vandaar drie Biënnale films voor extra support in bizarre tijden. De ene op de meest lieve manier, de andere met harde hand of een zweepslag, weer een andere met acrobatische bewegingen. Bij alle drie is de natuur letterlijk de tweede huid, en de invloed van Annie Sprinkle (ecofeminisme en treehugging), Donna Haraway (companion species en cyborgs) of Amelia Groom (sporen en stilte) voelt nooit ver weg. Twee van mijn drie filmselecties hebben een zachte setting. Bij de ene kussens van uitvergrote labia, bij de andere een enorm lange staart waarin je je lekker kan nestelen. Hier is het soms ook fijn om je tussen een paar andere lichamen te wringen, rechtop zittend tegen de standaard met voltapijt bedekte wand.
- melanie bonajo – When the body says Yes – Nederlands paviljoen
Een spaghetti van lichamen die over elkaar heen glijden in een dikke olielaag. Heerlijk! Maar tegelijkertijd ook een statement over de kapitalistische body-dictatuur waar S, XS en XXS nog steeds de standaard zijn. En een pleidooi voor lichamen in alle maten, vormen, kleuren, hoedanigheden en vooral voor het zich goed voelen in deze lichamen en aangeven wat een ‘yes’ en een ‘no’ zijn. Een vrije quote uit de film: ‘Als ik mijn eigen sex-orgaan zou mogen creëren zou het wellicht op mijn hand zitten. Iets heel zachts en aaibaar, maar ook met een stel tanden.’
- Marianna Simnett – The Severed Tail – The Milk of Dreams
Een afgeknipte biggenstaart trekt een rood bloedspoor door een op drie schermen te volgen parcours. Zowel dieren als mensen bevolken deze fabel met uitstapjes naar fetish, bondage, ‘best of show’ en andere fantasieën. Mens wordt varken wordt mens wordt vernederd, gemarteld, gegroomed, geslagen, geknuffeld, gekroond en uiteindelijk weer voor de zwijnen gegooid. Ik vond de naadloze switch tussen dieren en mensen subliem, en voelde me zelf het staartloze biggetje dat zo op zoek is naar liefde en bevestiging. En dat allemaal liggend op een zachte staart die zich uit de expozaal de grote Arsenale-ruimte in beweegt.
- Eglė Budvytytė – Songs from the compost: mutating bodies, imploding stars – The Milk of Dreams
De sparrenbossen en oeroude zandduinen van de Koerse lagune aan de Baltische zee vormen de setting voor lichamen die doorheen de film van Eglė Budvytytė geleidelijk aan in sporen veranderen. Sporen (lichen in het Engels, etymologisch gelinkt aan het werkwoord ‘to lick’) hebben Viagra-soortige krachten en sinds oudsher hebben mensen er dan ook letterlijk aan gelikt. Of het echt werkt is nog steeds niet bewezen, maar het is wel een mooie performance. In de film kruipen lokale tieners/dansers en studenten als schorpioenen over het zand, hun kleren helemaal colour-coded met de omgeving. Bij deze film geen zachte lig-ervaring, maar wel een soundtrack die door merg en been gaat.