De tweejaarlijkse fototentoonstelling BredaPhoto 2020 brengt onder de titel the best of times, the worst of times niet enkel fotografische standpunten samen maar plaatst eveneens kritische kanttekeningen bij onze tijd. BredaPhoto neemt geen vrijblijvende of vleiende positie in maar brengt kunstenaars bij elkaar die het medium fotografie aangrijpen om wereldwijd sociaal-politiek ongemak en een maatschappelijke realiteit aan het licht te brengen.
In de overgevoelige tijd waarin we leven wordt het steeds moeilijker om niemand voor het hoofd te stoten door standpunten in te nemen. Zo ontving een medewerker van de biënnale reacties van een vluchtige Poolse bezoeker op de prent Go Home, Polish van de Poolse kunstenaar Michal Iwanowski. Diens licht absurdistisch fotografisch dagboek brengt eigenwijs verslag uit van de symbolische voetreis die de kunstenaar - tijdens het hele Brexit-debacle - van Groot-Brittannië naar zijn thuisland ondernam. Erik Kessels werd in de media tot artistieke boeman uitgeroepen naar aanleiding van zijn insta-perfect kritisch en bewust aanvechtbaar werk Destroy My Face, aangebracht op de vloer van een actief skatepark. Met dit kwestieuze werk laat de kunstenaar skaters los op een immense mozaïek van zestig digitaal samengestelde portretten van vrouwen die cosmetische chirurgie ondergingen. Kessels wilt de grenzen van de maakbaarheid van het menselijk lichaam en een cosmetisch begrip van schoonheid ter discussie stellen. Nu vrouwonvriendelijkheid meer dan ooit in opspraak komt, ligt het eerder voor de hand dat dit werk olie op het vuur gooit en na de nodige polemiek ontmanteld werd. BredaPhoto 2020 komt zo ongewild in een draaikolk van kritiek terecht die onrecht aandoet aan de originele intenties van een toch wel intrigerende biënnale.
Terug naar de tentoonstellingen dus. In het Stedelijk Museum Breda stelt Jan Hoek de verhouding van fotograaf, model en copyright in vraag. Voor Power to the Models draait hij de rollen om: hij laat zijn camera thuis en geeft de macht van de fotograaf aan de gefotografeerde. Op zijn uitnodiging konden onder andere een fel besproken Turks-Nederlands vlogger Ismail Ilgun, DJ Tiësto en een katholieke bioboer zelf bepalen hoe ze gefotografeerd werden met behoud van de auteursrechten op hun werk. De foto-installaties verzamelen persoonlijke geschiedenissen en verhalen over onder meer activisme, schoonheid, gender, landbouwproblematiek, zelfvertrouwen, persoonlijkheid en adoptie.
In de hoofdtentoonstelling the best of times, the worst of times geven kunstenaars waarde en diepte aan sleutelmomenten uit (persoonlijke) geschiedenissen die zowel somberheid als alternatief engagement beslaan. Zo buigt de Roemeense jonge fotografe Kincsõ Bede zich over het verleden van haar ouders en Ceaușescu’s communistisch regime, een knellende zwart-wit reflectie over dat wat ze zelf niet beleefde. Met korrelige kleurloze reisfoto’s vlucht de Belgische fotografiestudent Seppe Vancraywinkel als een Rousseau weg uit de gecontroleerde wereld en brengt in de reeks Within the Bubble of Surroundings een ingebeeld eerbetoon aan vriendschap, natuur en een mogelijk ander bestaan. In vijf korte 3D-films volgt Sam ten Thij evenveel personages op de weg van hun ouderlijk huis naar hun school. Het gerenderde beeld van straat en omgeving is vaag maar begeleidt treffend de monologen over isolatie, vervreemding en het verlangen naar een gemeenschap. Even indringend is het transmediale project A Sacred Space Oddity van Tanya Habjouqa die met een mix van tekst, geluid, bewegende en stille beelden een momentopname maakt van leven en overleven in bezet Palestijns gebied. Secuur countert ze sensatiegerichte mediabeelden met een meer objectieve realiteit.
Al wandelend doorheen the best of times, the worst of times voel je onder de deelnemers een sterke nood om alternatieve geschiedenissen te vertellen. Dit is eveneens merkbaar bij de thematentoonstelling China Imagined waarin Chinese kunstenaars fotografische kanttekeningen maken bij de wijze waarop politieke dwang en economische vooruitgangsstrategie inwerken op individu en gemeenschap. Ook de grootschalige buiteninstallaties nabij het Chassé Theater en een voormalig kazerne zijn niet ontdaan van kritische betrokkenheid. Zo kan jemoeilijk ongeroerd voorbijlopen aan de erg gestileerde portretten van Mary Sibande die bijna onaantastbare monumenten vormen voor het Zuid-Afrikaans huispersoneel en hun persoonlijke verledens. Ook Todd R. Darling’s ruwe portretten van Hong Kong activisten met bijhorende sloganeske vlugschriften maken indruk, evenals de erg grafische, digitaal gemanipuleerde werken van de Nigeriaan Anthony Obayomi over de terms of privacy van big data bedrijven.
BredaPhoto 2020 hangt niet meteen mooie beelden op van onze samenleving, maar geeft ruimte aan bewogen kunstenaars en aan een fotografie die het medium overstijgt met een prangende vraagstelling, een fotografie die standpunten inneemt en de bezoeker noopt tot bezinning.