Van de galerieruimte maakten ze een rariteitenkabinet dat even fout als onweerstaanbaar is. In houten kistjes, gepresenteerd op pastelkleurige bijzettafeltjes met zowaar octopusachtige allures kunnen enkele objecten worden teruggevonden die zo uit een klassiek vanitas-stilleven geplukt zouden kunnen zijn: parels, een schedel, sculptuurtjes en schelpjes. Klein en fijn. Anders is de schelp van grotesk formaat die om de hoek vanuit de kosmos de galerie binnen komt zweven en voor de gelegenheid van oogjes werd voorzien. Onder andere een portret van de kunstenaars als vogelachtige acteurs in het Grieks theater, een zwierig citaat over de muren en een video waarin een paar ‘geredde’ visjes uit de Donau de hoofdrol spelen, maken de Kunst- und Wunderkammer compleet. Zwoele speelsheid, verfijnde symboliek en maatschappelijk engagement gaan in dit knusse kluwen hand in hand met als rode draad een onderliggende dualiteit: it takes two. Plank & Poschauko vertoeven nochtans in goed gezelschap met hun verwijzingen naar Rilke, Spinoza, Aristophanes of Mike Kelley. Dat het er al dan niet toe zou doen om op de hoogte te zijn van al hun poëtische excursies stellen ze waarschijnlijk zelf in vraag. Des te belangrijker voor Oostenrijks creatiefste koppel is dat ‘waarheid’ zou bestaan. Wie dit alles echter niet gelooft zal bij trampoline langs moeten om eventueel van het tegendeel overtuigd te worden.