Tijdens een tergend langzame aanloop naar de zomer zijn in het park van het Middelheimmuseum vreemdsoortige constructies, sculpturen en figuren verschenen. Het Middelheimmuseum en DE SINGEL hebben de handen in elkaar geslagen om samen een uitgebreid en divers zomerprogramma te realiseren. De groepstentoonstelling in het park leest als een aaneenrijging van (persoonlijke) mythologieën, reflecties en uitnodigingen. Sculpturen komen tot leven langs de zwierige parkpaden en tussen het gebladerte van de bomen. Het wandelen en dwalen leidt tot het stuiten op schatten, maar ook illusies, nabijheid en interactie zijn deel van Come Closer.
Met de titel wordt de bezoeker direct aangesproken en uitgenodigd om dichterbij te komen en (soms) deel te nemen aan de performances of zelfs één te worden met het tentoongestelde werk. Je hoeft alleen de bestaande rollen die we als mens spelen te verwerpen. Dagelijks spelen we versies van onszelf, we dragen verschillende maskers voor verschillende rollen, bijvoorbeeld op het werk, in vriendschaps- en romantische dynamieken, als kind of ouder, als iemand die tot een specifieke gemeenschap behoort etc. Come Closer wil bezoekers uitnodigen het dagelijkse masker af te werpen en een nieuwe rol uit te proberen, door bijvoorbeeld zelf op de podia te kruipen (of je achterin de coulissen te begeven), een verhouding aan te gaan met de sculpturen, deel te nemen aan het creatieproces van een kunstenaar, je eigen huid ‘af te werpen’ en op zoek te gaan naar mogelijkheden tot spelen.
Net zoals het belang van het rollenspel, zijn noties als kijken en bekeken worden, zichtbaarheid en onzichtbaarheid, rode draden doorheen de tentoonstelling. De zwarte Surveillance Speaker V3 (2018-2024) die op het binnenplein gepositioneerd staat, registreert zijn eigen omgeving en deelt zijn observaties – met een verrassend menselijke stem – meteen met diezelfde omgeving. Kunstenaar Dries Depoorter (1991) legt uit dat de taal die het werk produceert geüpdatet blijft worden. Soms ‘hackt’ de kunstenaar het live gebeuren, wat voor een milde frictie kan zorgen, bezoekers worden zich bewust dat ze bekeken worden door meer dan enkel een AI-gestuurd instrument. Iets verder staat een tweede surveillance speaker, die een minder poëtische taal hanteert. De directheid van de feedback bepaalt mee de houding van de bezoeker. Interacteren de bezoekers met de speaker of gaan ze die liever uit de weg? Proberen ze de beschrijvingen te beïnvloeden door zich anders te gedragen?
Op een punt langs het parkpad word je uitgenodigd om het pad te verlaten door een lichtreflectie die door het gebladerte zichtbaar is. Zo kom je terecht in wat lijkt op een openluchtspiegelzaal. De sculptuur van de Amerikaanse Joan Jonas (1936), Mirror Room III Outdoor (1968/2024), is in het Middelheimmuseum voor het eerst in de buitenlucht te zien. Ze is zoals een archief opgebouwd uit restanten van verschillende eerdere werken. De spiegelingen lokken de bezoeker, zodat die zichzelf kan spiegelen, maar dienen ook als motief dat het geheel van Jonas’ artistieke praktijk en verschillende werken in het Middelheimpark verbindt. Een duidelijke knipoog naar recente contactverboden is te vinden in Jonas’ Six Feet (A Measuring Distance) (2020). ‘Six feet’ was de afstand die mensen in de Verenigde Staten moesten houden tijdens de coronapandemie. De meetlat dient als herinnering aan periodes waarin dichterbij komen niet evident, strafbaar of zelfs levensgevaarlijk was.
Een andere, ongebruikelijke meetlat ligt in het gras gedrapeerd over een betonnen afgietsel van een houten vijzel. Temitayo Ogunbiyi (1984) onderzoekt in haar artistieke praktijk mogelijkheden tot samenhorigheid en dialoog. Met de reeks ‘You Will’ dirigeert ze onder andere de rol van de toeschouwer. Het werk You will make wishes for your neighbor (54 days) (2024) illustreert in het aantal afgietsels van maalstenen het pad van Lagos, Nigeria naar Antwerpen: 54 dagen te voet. De aaneengeregen vormen lijken op goudstaven, maar zijn in werkelijkheid gebaseerd op de vorm van een stamper die men in Lagos gebruikt bij het verpulveren van kruiden, bonen en pepers. Tijdens de activering nodigt de kunstenaar de toeschouwers uit om het werk aan te raken en een wens te doen voor een ander. Het bevel of gebod dat de titel van het werk in zich draagt wordt uitgevoerd. Het verloop van de tijd en de hoeveelheid aanrakingen zullen leesbaar worden.
Als kunstenaar neem je, zelfs al is dit onbewust, altijd een bepaald standpunt in, je begeeft je op een podium en brengt iets voor. Het Brusselse kunstenaarsduo- en koppel Sarah (1981) & Charles (1979) heeft Puppetry & Puppets (2022) geproduceerd, een sculptuur in de vorm van een poppenkast met een halfrond podium, een trapje en een raam dat uitkijkt over het nabijgelegen grasveld. Het plan voor dit specifieke werk werd geconceptualiseerd tijdens een residentie bij Kaos (een vzw die kunst en psychiatrie centraal stelt), ter voorbereiding heeft het duo interviews afgenomen met mensen die psychose-gevoelig zijn. De positionering van het werk tegenover het ziekenhuis aan de andere kant van de Lindedreef, spiegelt deze gevoeligheid en de intentie van het werk. Dramatherapie inspireerde de ontwikkeling van dit bijna volledig witte podium. Alle elementen voor een performance zijn aanwezig behalve een scenario of spelers, de invulling wordt aan de bezoeker overgelaten. In het kader van de tentoonstelling wordt die uitgenodigd tot het betreden van het podium en het opvoeren van een eigen verhaal.
Vier gouden trofeeën, waarvan twee slechts in fragmenten, staan rijzig in de open ruimte. Het werk Gilt (2022) van Hew Locke (1959) is oorspronkelijk gemaakt voor de gevel van het Metropolitan Museum of Art in New York als derde editie van de Facade Commissions. Met de iconografische details – ogen met lange wimpers, figuren met zwaarden, schubben en sterrennachten – refereert Locke naar culturele invloeden uit zijn Guyanese en Britse achtergrond, maar ook naar de objecten die te vinden zijn in het Metropolitan Museum. Door de collage aan elementen symboliseren de allegorische trofeeën een spel met de geschiedenis. De positie van de Facade-sculpturen, hun vergulde voorkant en holle achterkant waar alle materiële illusies en manipulaties zichtbaar worden, roepen vragen op over echtheid en bovenal ‘wat is een façade?’.
Tussen het loof van de bomen zweeft Amanda Piña’s (1978) To Bloom () Florecimiento (2024). De purperen net-structuur doet denken aan bloemen en is gebaseerd op onderwaterorganismen zoals anemonen, kwallen, sponzen, weekdieren en koralen. Een tweede deel van de installatie wordt in deSingel geactiveerd door studenten van de bacheloropleiding Dans aan het Antwerpse Koninklijk Conservatorium, waar ze op hun beurt de bewegingen van onderwaterlichamen imiteren. Door deze bewegingen hoopt Piña tijdelijk het onderscheid tussen mens, flora en fauna op te heffen. Ook hier wordt de bezoeker uitgenodigd om deel te nemen en zich onder te dompelen in het werk.
Doorheen het hoge gras is een pad vrijgemaakt, tussen de distels en de wuivende grashalmen staan twee helblauwe bassins waaruit op onregelmatige momenten hopen bubbelschuim het gras in waaien. A Retrospective View of the Pathway (2024) is een werk van Roger Hiorns (1975). De kunstenaar onderzoekt het openbreken van categorieën in verband met de waarde van kunst. Daarom werkt hij met schuim, een efemere materie die groeit tot een ‘zelfproducerende’ en uitbreidende sculptuur. Met onbemande podia, trofeeën en nog in te vullen verhalen is de tentoonstelling zelf ook een blijvend groeiend, zelfproducerend geheel. De botanische elementen in het park zullen doorheen het zomerseizoen transformeren, een aantal sculpturen wordt op wisselende tijdstippen geactiveerd, performers verschijnen en verdwijnen waardoor de tentoonstelling nooit hetzelfde zal zijn.