Het zachte zwart-witcontrast in de foto’s van de Engelse kunstenaar Craigie Horsfield geeft de indruk dat hij erbij was, in de jaren dat de fotografie werd uitgevonden en uitgroeide tot een massaproduct met de haastigheid vertaald in pixels. Fotografie in de handen van Horsfield gedraagt zich alsof de trage, geconcentreerde blik uit de tijd dat de belichting van een foto lang duurde, net zo goed bij de eenentwintigste eeuw hoort. Dat spel met tijd, met heden en verleden, speelt Horsfield meesterlijk, met altijd een plekje voor de actualiteit.
Opnames van de ruïnes van het World Trade Center in 2001, maar ook van mensenmassa’s tijdens processies, ze lijken zo van de schilderkunst geleend. Horsfield vertaalde ze naar grote, muurvullende wandtapijten, die hij de afgelopen jaren exposeerde, onder meer in het M HKA in Antwerpen en het Centraal Museum in Utrecht. Als verschillende media hun eigen tempo hebben, dan is het geweven wandtapijt de hekkensluiter: een beeld oproepen met textiel is een trager proces dan als je een lichtgevoelige plaat blootstelt aan de omgeving, om zo een voorstelling vast te leggen.
Die wandtapijten zijn echter net zo goed gebaseerd op een fotografisch beeld. In deze nieuwe gedaante komt er een kalmte over de beelden, een gevoel van universalisme. Niet langer gaat het om een momentopname, maar om een gebeurtenis die een eeuwigdurende zeggingskracht heeft. Voor dat spel, waarin de momentopname in een andere omgeving, in een andere verschijning gravitas krijgt, gebruikt Horsfield zijn eigen beelden. Hij fotografeerde in de jaren zestig, maar drukte die opnamen niet af. Hij laat de beelden rusten en plukt ze uit zijn eigen beeldarchief om ze op te voeren in het heden. Het is je reinste tijdreisfotografie.
Betoverende schoonheid
Galerie The Merchant House aan de Keizersgracht in hartje Amsterdam richtte een kleine tentoonstelling in, geen wandtapijten maar wel voorstudies, en fotografische beelden in dry print, een techniek die de foto’s het aanzien van een schilderij geeft. Het zijn vrij recente werken, maar ze bestonden dus al als negatief. Een al bestaand beeld kan door de actualiteit worden opgestuwd. Het duidelijkst is dat in het griezelig mistige landschap. Een paar kale boomstammetjes priemen eenzaam in de lucht, in een zee van grijs-blauwe mist. Deze opname, in 2001 bij San Andres op de Canarische Eilanden gemaakt, roept, afgedrukt in 2016 en nu tentoongesteld, nieuwsbeelden van Australiës geschroeide aarde voor de geest.
Ooit verweet een Nederlandse criticus fotografen dat ze gemakzuchtige schilders zijn, omdat ze te zeer leunen op de beeldtradities uit de schilderkunst. Maar wie de geschiedenis van de fotografie kent, weet dat het medium indertijd inderdaad probeerde te concurreren met de schilders, dat die hang naar het schilderkunstige gewoonweg een eigenschap is, opgeslagen in het DNA van de fotografie. Picturalisten werden de negentiende-eeuwse fotografen genoemd, die werkten met fotografietechnieken die de zachtheid van verf aardig kon evenaren. Horsfields foto’s, op dik papier dat met spijkertjes aan de wand is bevestigd, sluit er naadloos bij aan. Zijn foto’s van flesjes steken de stillevens van Morandi naar de kroon. Zijn portretten van een mooie jonge vrouw: je zou haar zo inlijsten en ophangen.
Al die schoonheid is betoverend. Horsfield, die zichzelf niet als fotograaf, maar als beeldend kunstenaar ziet, gebruikt die betovering om de vaart uit de tijd te halen. Slow time noemt hij dat. Hij wil uitnodigen om de wereld waarin we leven te benaderen alsof het verleden niet een afgesloten hoofdstuk is, maar verbonden met het heden. Tijd gedraagt zich niet als een lineaire weg van vroeger, via nu naar later. Zijn foto’s in The Merchant House zijn herinneringen, aan ontmoetingen en aan gebeurtenissen. En die laat hij een tweede leven leiden, als portretten, als stillevens. Een opname van een stukje billboard in Manhattan, kort na de aanslag op de WTC-torens, levert een bijna abstract beeld op. Kleuren en scheuren vullen het beeld, zoals je ze kent van aanplakborden. Maar dit werk is door de gebeurtenissen beladen. Als je tenminste weet dat Horsfield deze foto een paar dagen na 11 september, 2001 maakte.
Die langzame fotografische tijd van Horsfield staat bol van herinneringen aan ontmoetingen, fragmenten en stukjes wereld. Auratische alchemie, noemt The Merchant House het geheimzinnig in de zaaltekst. Al die stukjes verleden zijn niet bedoeld om zomaar gevoelens van nostalgie op te roepen, ze willen je juist aan het denken zetten. Vroeger en nu moeten door elkaar buitelen, onlosmakelijk verbonden aan elkaar, volgens de kunstenaar. Dat lukt maar deels in deze tentoonstelling. Want herinneringen en associaties van toeschouwers laten zich maar lastig dicteren door zaalteksten en persberichten. En dus ziet een oude winkelpui in Londen, gefotografeerd in de swinging sixties, eruit als een restant van een verdwenen wereld. En dus lijken die flesjes, door Horsfield vastgelegd, toch het eigendom van Morandi. Horsfield wil de betekenis van beelden oprekken, los maken van hun oorsprong. Dat lukte hem met zijn wandtapijten, maar deze tentoonstelling is te bescheiden van opzet en te weinig coherent om hetzelfde effect te bereiken. Dat ongrijpbare aura van de kunst laat zich niet zomaar beteugelen.