Wie ben ik en waar kom ik vandaan? Zulke vragen stimuleren de kunstpraktijk van de tien kersverse kunstenaars in Mother(Land). De negende editie van Currents, de jaarlijkse tentoonstelling van kunstenaars die onlangs afstudeerden in België en de grensregio in Duitsland en Nederland, kiest voor sterk fysieke kunst en een redelijk strak thema. Een soort storytelling over afkomst en identiteit: het levert in Z33 in Hasselt een stevige groepsexpo op, die direct aanspreekt. Tegelijk hyperpersoonlijk en universeel.
Tien om te zien? Jazeker. Maar het thema is deze keer vrij scherp afgebakend. Niet slecht, want zo is meteen duidelijk dat het geen top tien is. Best mogelijk dat ander opmerkelijk talent uit de boot viel. Currents is het jaarlijkse begeleidingstraject van Marres in Maastricht en Z33 in Hasselt voor beloftevolle curatoren en kunstenaars, afwisselend in één van beide locaties. Deze editie in Z33 is samengesteld door de Nederlandse curatoren Fenne Saedt en Lieneke Hulshof, hoofdredacteur van Mister Motley en haar vuurdoop als curator.
Bij hun bezoek aan veertien afstudeertentoonstellingen merkten ze dat ettelijke kunstenaars die ze goed vonden aan de slag gingen met hun stamboom: de identiteit die wordt gevormd door de eigen geschiedenis en de plaatsen die daarmee verbonden zijn. Ze gingen gerichter kijken nadat ze het project Motherland zagen van Denys Shantar, die een master kostuumontwerp haalde in de Koninklijke Academie voor Schone Kunsten in Antwerpen (KASKA).
Veelzeggende textielkunst
Hoe Denys Shantar kostuums inzet in zijn kunstpraktijk, zoiets zie je zelden of nooit. Hij werd geboren in Oekraïne, groeide op in Zwitserland, volgde een kunstopleiding in Zürich en woont in Antwerpen. Motherland (close up) begint met een videoperformance waarin hij zich beurtelings hult in zes buitengewone outfits en in de tweede video beweegt hij ermee in de natuur. Je moet de kostuums op zijn lijf zien. Ze lijken vol betekenissen te zitten, en activeren de verbeelding. Met tweedehandstextiel maakt hij ook werk met opgenaaide tekeningen en teksten, 'vlaggen' van de fictieve plek 'Moederland'. Zijn kunst laat iets los over thuis, religie, homoseksualiteit, actualiteit en traditie. Hij is één van de vier kunstenaars die in aanloop van de expositie kort resideerden in de kunstwerkplaats FLACC in Genk. Een paar nieuwe 'vlaggen' voegde hij er nu aan toe, en drie nieuwe kostuums bewaart hij voor een volgend project.
Migratiegeschiedenissen
Het is een bont internationaal gezelschap. Als je naar de afstudeerplek kijkt, blijkt aardig wat talent gevonden te zijn in Antwerpen. De IJslandse Sigurrós Björnsdóttir heeft haar afstudeerproject aan het KASKA aangevuld en getransformeerd in Stories. Sculpturen in beton en keramiek laadt ze op met familiefoto's, ingegraveerde tekeningen en lavendeltakken. De installatie dijt uit van de eerste tot in de derde zaal, waar een buitenmaatse betonnen spijker in de knoop ligt op de vloer. Haar korte verhalen in een meeneemboekje geven hints over de oorsprong en betekenis van de sculpturen. Ze vloeien in de tweede zaal bijna samen met de installatie Archipel van Lou Cocody-Valentino (MQ/FR), die afstudeerde aan La Cambre in Brussel. Het heeft iets van een doorwaadbaar landschap met hangende stoffen, soms bedrukt of met tekeningen van draden, en een paar sculpturale elementen. Quasi abstract, maar vol herinneringen aan haar jeugd op het eiland Martinique.
Nepnagels
Theresa Weber (DE) studeerde af bij Ellen Gallagher aan de Kunstakademie Düsseldorf en volgt momenteel een master sculptuur aan het Royal College of Art in Londen. Nepnagels, haarvlechten, persoonlijke foto's, prints, Griekse mythologie, de Afrikaanse diaspora in de Caraïben: het komt bij elkaar in schilderijachtige composities aan de muur of hangend in een constructie. Ze speelt met haar familiegeschiedenis in diverse landen en culturen. Anders dan in het Westen staan nepnagels in de Caraïben voor feminisme, want zo tonen vrouwen dat ze geen lichamelijk werk moeten doen en niet onderdrukt zijn. In dezelfde zaal pulkt Anne Arndt, afgestudeerd in Keulen en geboren in de verdwenen DDR, in een video het symbool op de DDR-vlag los zodat het de Duitse vlag wordt: een onderdeel van haar afstudeerproject, en de enige kunstenaar waarvan niet meer dan één werk is te zien.
Familie en vrienden
Analoge kleurenfoto’s uit de reeks Afropea van Emilia Chinwe Brys (BE) onderzoeken wat het is om vandaag Afro-Europeaan te zijn. Want haar moeder is Nigeriaans. Met dit project haalde ze haar master fotografie aan het KASKA. Het zijn secure portretten, onder andere met een VR-bril op het hoofd en toegevoegde beelden op smartphones. Seppe Vancraywinkel (BE), afgestudeerd aan Sint-Lukas Brussel, werd al opgemerkt. Zijn analoge zwart-witfoto’s van het groepje vrienden waarmee hij opgroeide in Hoegaarden ogen verfrissend spontaan en intiem. Soms heel groot en soms klein, zodat je dichterbij moet komen. Een ander soort intimiteit verschijnt in schilderijen van Doris Kolpa (NL), afgestudeerd aan St. Joost in Breda. Alledaagse scènes, onder andere in bad, herinneren aan haar ouderlijk huis in een Rotterdamse volkswijk.
Introspectie
Telma Lemarchand (FR), afgestudeerd aan La Cambre in Brussel, is op post met twee video's: in de ene een scheerritueel en in de andere zie je hoe ze haar ochtendritueel van zich te maquilleren uitvoert op het gezicht van haar jongere broer, haar vader en haar grootvader. Joppe Venema (NL), afgezwaaid aan Sint-Lucas Antwerpen en nu verblijvend in De Ateliers in Amsterdam, doorspitte het archief van zijn grootvader, die hij nooit heeft gekend. Als archeologisch cartograaf onderzocht zijn opa ook het moerasgebied in de provincie Drenthe, de geboortegrond van Venema. De kunstenaar verwerkt een geschiedenis van prehistorische vondsten in een fictie met iemand die een gesimuleerde reis naar Mars maakt: een video waarin verleden en toekomst samenvloeien, te zien in een gesimuleerd buitenaards landschap met sculpturen op eilanden van rood zand. Bij Venema zat de pandemie er voor iets tussen dat hij ging graven in zijn eigen geschiedenis.
Niet dat Mother(Land) wordt voorgesteld als een nieuwe tendens, het thema is ook niet nieuw in de kunst. Wat wel opvalt, is dat alle kunstenaars een eigen beeldtaal vinden. Ze spreken erover in de meeneempublicatie en delen een voor hen belangrijke foto, die zelf verborgen blijft in niet-opengesneden pagina's. De publicatie is gerealiseerd door de pas afgestudeerde vormgeefster Esmée Dros en maakt de tentoonstelling helemaal af.