Alles over kunst

Gleanings  GLEAN NL 4

Expo

Deborah Turbeville in Huis Marseille

Els  Roelandt

Praktische info

Deborah Turbeville, Photocollage, tot 16 juni 2024, Huis Marseille, Amsterdam, huismarseille.nl

Hoe krijg ik vijf meisjes op één blad, dat was de hamvraag toen Deborah Turbeville (Verenigde Staten, 1932–2013) in 1975 een van haar beroemdste foto’s maakte: Asser Levy Bathhouse. Bathhouse maakte deel uit van een editorial met badpakken gemaakt voor de Amerikaanse Vogue. Het beeld was revolutionair: vijf dromerige modellen, gefotografeerd in een kleedkamer, die vaag en in zichzelf gekeerd wegkijken van elkaar en van de fotolens. Helemaal anders ogen ze dan de zelfverzekerde stoere vrouwen die in die jaren opgang maakten als modellen voor modetijdschriften. Deborah Turbeville kreeg veel commentaar op de foto, waarschijnlijk vooral omdat hij zo anders was en vrouwen op een eigenzinnige, in zichzelf gekeerde wijze in beeld bracht. Turbeville was dan ook een unieke fotografe, wier carrière pas begon toen ze de veertig voorbij was. Ze was een van de weinige vrouwelijke fotografen die in de jaren zeventig en tachtig in Italië en Frankrijk in opdracht van het toen vooruitstrevende tijdschrift Vogue Italia en merken als Valentino en Comme des Garçons werkten. Turbeville wist in die door mannen gedomineerde modewereld haar eigen beeldtaal te ontwikkelen. Haar werk heeft zowel de modefotografie als de mode zelf daarop jarenlang diepgaand beïnvloed. Je vindt die invloed onder meer terug bij Belgische modeontwerpers zoals Dries Van Noten of Kaat Tilley die eind jaren tachtig hun debuut maakten.

Turbeville verfijnde haar visie en schaafde ze bij, een leven lang. Ze zette graag een sfeer neer die doordrongen was van verval, mysterie, broze of griezelige schoonheid. Architectuur speelde daarbij dikwijls een belangrijke rol, maar ook de sfeer van bepaalde plekken en steden wist ze in haar foto’s sterk op te roepen. Ze maakte reeksen in onder meer Versailles, Venetië, Sint-Petersburg en Mexico. Turbeville hield van gelaagdheid, vaagheid en indirectheid, haar hele leven maakte ze collages met haar foto’s. Ze verscheurde, bekraste of besmeurde fotoafdrukken en stelde ze opnieuw samen. Zo ontstonden gelaagde beelden waarvan de herkomst onduidelijk leek. ‘Nadat ik het beeld heb gemaakt, vernietig ik het,’ zei ze zelf, ‘het idee van verval is echt de kern van mijn werk.’ In andere collages speldde ze haar eigen foto’s op bruin papier en arrangeerde ze contactafdrukken en aantekeningen als een soort storyboards. De betoverende en narratieven insinuerende werken krijgen zo het karakter van een filmscript. De verhalen die Turbeville vertelt zijn open en onvoltooid, het lijken fragmenten van dromen. De tentoonstelling brengt naast de beroemde reeksen Bathhouse (1975), École des Beaux-Arts (1977), Unseen Versailles (1982) en Studio St. Petersburg (1995–96) ook een ruime selectie van Turbevilles authentieke collages samen.

Deborah Turbeville, Zonder titel (Asser Levy Bathhouse) uit de serie Bathhouse, na 1975, © Deborah Turbeville /MUUS Collection