Het S.M.A.K. in Gent heeft sinds 2018 een werk van de Libanese kunstenaar Charbel-joseph H. Boutros (1981) in zijn collectie. Nu heeft hij er een solotentoonstelling, zijn eerste in een Belgisch museum en zijn grootste in Europa tot nu toe.
Op 17 oktober 2019 opende in het Beirut Art Center een solo van Boutros, in het kader van Home Works 8, een driejaarlijks kunstevenement. Diezelfde avond betekende de start van protesten en betogingen tegen de regering in Libanon. Het Beirut Art Center besloot de tentoonstelling ‘onbeperkt uit te stellen’, bij wijze van steun aan de manifestaties, die nog steeds voortduren.
“De kern van die tentoonstelling komt nu terug in S.M.A.K. Als een soort hommage, zeg maar. In de centrale ruimte staat An Artwork That Is Shown Close To The Model Of The Unrealized Project Where Ideally That Work Should Be Shown. In een kleine glazen bol wordt een traan uit het linkeroog van mijn galeriehouder vermengd met water uit de Atlantische Oceaan. Daarnaast staat een maquette van een ideaal museum: de perfecte plaats om dit kunstwerk te tonen. Maar het zal altijd ongerealiseerd blijven.”
“Die traan staat symbool voor een positie binnen de kunstwereld, net als het museum. Het water uit de oceaan staat voor globalisering, de kunstwereld die zich over landsgrenzen heen ontplooit, maar ook voor transport en uitwisseling,” legt hij verder uit. De installatie is omringd door een houten catwalk, die het publiek scheidt van het museumpersoneel. “Het legt rollen en functies in de kunstwereld bloot. Wat anders natuurlijk aanvoelt, wordt nu een performance. Vanzelfsprekend kunnen zowel de museummedewerkers als de bezoekers de door mij voorgestelde regels van dit spel negeren.”
Libanon
Boutros werd geboren tijdens de Libanese burgeroorlog en verdeelt zijn tijd tussen Libanon en Parijs. “Veel Libanezen trekken naar Frankrijk voor hun studies. Dat deed ik ook, maar ik kies er bewust voor om deels in Parijs en deels in Beirut te wonen. Mijn werk is heel aanwezig in Europa, maar ook in Libanon. Sinds de jaren 1990 is daar een heel dynamische kunstscene ontstaan, dankzij de vorige generatie kunstenaars, maar ook dankzij curatoren als Christine Tohmé, die er Ashkal Alwan, de vereniging voor beeldende kunsten, oprichtte.”
Libanon en zijn geschiedenis zijn – soms onderhuids, soms op de voorgrond –aanwezig in zijn werk. “Bij de meeste Libanese kunstenaars zie je dat de geschiedenis en politiek van het land een prominente rol heeft in hun werk. Vaak zijn hun werken directe reacties op hun context, daar kun je niet onderuit. Dat is bij mij ook zo, maar ik probeer dat in balans te brengen, mijn werk te openen naar universele vraagstukken.”
Licht uit
“Everyday, at the precise moment when the sun starts to fall on Beirut, all the lights of the exhibition will be turned off, for the duration of 3 minutes” staat bij de ingang van de tentoonstelling te lezen. Via natuurlijke elementen als zonlicht en de nacht behoudt Boutros een sterke band met zijn thuisland. Op verschillende manieren brengt hij Libanon subtiel in de tentoonstelling binnen. Meerdere werken tonen papier – van een scheurkalender, van een krant – verbleekt door de Libanese zon.
“In de video No Light in White Light leest een Syriac-priester een tekst uit het Oude Testament voor in het Aramees – een dode taal. Hij staat bij het vallen van de nacht in een bos ergens in Libanon. Pas wanneer het te donker wordt om verder te lezen, stopt hij. De zwarte inkt gaat naadloos over in de nacht.”
“De nacht is al tien jaar een belangrijk thema in mijn oeuvre,” zegt Boutros. “Ik werk vaak met onzichtbare materialen.” Zo ‘vangt’ hij een vierkante centimeter Libanese nacht in een marmeren boek (Night Enclosed in Marble) en maakte hij verschillende nachtcartografieën waarin hij de nacht vastlegt op verschillende dragers: tekeningen, een deken, een sculptuur op basis van zijn slaapmasker, “opgeladen met mijn dromen.”
Rêveries
In wat alleen omschreven kan worden als een politico-poëtisch en inherent performatief oeuvre, vertrekt Boutros vaak van persoonlijke verhalen of intieme symbolen, om die vervolgens open te trekken naar universelere betekenissen.
Het idee dat een traan zich vermengt met de oceaan is romantisch – het zou een beeldspraak uit een liefdesgedicht of een Griekse tragedie kunnen zijn. Maar in zijn werk vormt ze de toegang naar een maatschappelijke of politieke mijmering.
Vergelijkbaar, wat dat betreft, is zijn installatie Under The Shadow Of Your Fingers. “Op een laptop speelt een video af, waarin we vrouwenhanden zien typen. Het zijn de handen van mijn vrouw Stéphanie Saadé (ook kunstenaar, nvdr), die de allereerste liefdes-e-mail die ze mij stuurde na zeven jaar opnieuw typt. Ze herneemt haar eigen gebaren, als een geladen choreografie. Het is een heel persoonlijk werk, maar ook een portret van onze tijd: al onze informatie gaat via digitale stromen; of het nu professioneel, economisch of sentimenteel van aard is. Onze communicatie is fysiek, maar ook immaterieel.”
De centrale ruimte van de tentoonstelling is omcirkeld door vier andere ruimtes: “Die noem ik mijn série de rêveries, een droomreeks. Slaap, liefde, geografie en de nacht zijn achtereenvolgens de betreffende ‘dromen’. De tentoonstelling is als een initiatiereis, die begint bij de slaap, doorheen een gedroomd landschap trekt en eindigt in een inktzwarte nacht.” Ondanks het dagdromen is niets louter vrijblijvend of sentimenteel: een opgemaakt bed tegen het plafond verwijst niet alleen naar dromen, maar ook naar het missen van een vaste slaapplaats – met in de nabijheid ervan het minimale maar krachtige werk Drink Europa: een glas gevuld met een even grote hoeveelheid water uit alle Europese landen. “Voor wie pro Europa is, is dit een perfecte mix. Wie tegen is, zal het wellicht een nare smaak vinden.”
Vertrouwensrelatie
“Sommige werken zijn misschien moeilijk toegankelijk. De tentoonstelling opent met wat ik een ‘seuil de confiance’ noem, een drempel van vertrouwen. Hier toon ik enkele autonome, meer toegankelijke werken. Onder andere Dead Drawing, uit de S.M.A.K.-collectie, maar ook twee kassabonnen waarvan de eerste letters van de aankopen samen de woorden Mon Amour vormen.” Deze werken moeten de kijker ontwapenen, zijn vertrouwen winnen, zodat die ook de rest van de tentoonstelling accepteert.
Dat vertrouwen vindt zijn fundament in de band tussen Boutros en museumdirecteur Philippe Van Cauteren. “Toen S.M.A.K. het werk aankocht, volgde Philippe mijn werk al een tijdje. Hij zag voor het eerst een tentoonstelling van me in São Paulo en voegde me toe in een groepstentoonstelling die hij cureerde. Onze relatie was dus aanvankelijk die tussen kunstenaar en curator. Hij benaderde me niet als zijnde ‘de grote museumdirecteur’. De aankoop van dat eerste werk was wel de aanleiding voor deze tentoonstelling. Het werk dat symbool staat voor het vertrouwen tussen mezelf als kunstenaar en S.M.A.K. als instituut, vraagt nu ook het vertrouwen van de bezoeker.”