Kunstenaar Filip Van Dingenen (1975) stelt momenteel tentoon bij galerie Waldburger Wouters in Brussel. Naar aanleiding daarvan schreef Phillip Van den Bossche onderstaande tekst, vergezeld van een eigen seaweed mix.
Vandana Shiva, Indiaanse wetenschapper, milieuactiviste en pleitbezorgster voor voedselsoevereiniteit eindigde in december 2019 haar lezing door te verwijzen naar de Griekse filosoof Aristoteles. Ze citeert zijn definitie van economie als ‘de kunst van het leven’. Shiva vertelt in een aula gevuld met jonge kunstenaars: “I think ‘the art of living’ is the challenge of our times. And what we need is to create the base for defending the spaces of life on earth, for other species, for other people, fur future generations ... because everything that takes ecological systems away from other species is also taking away from other people and leading to extinction, inequality and poverty, ... and it’s taking away from future generations, which is why young ones are on the streets today.” Ze eindigt haar lezing met woorden die passen in de tentoonstelling Seaweed Stories, Algae Diplomacy van Hélène Meyer en Filip Van Dingenen: “The art today is the art of living and making the possible in times of extinction. Humanity has never had that challenge. But we can also see it as the biggest gate in our evolution on this planet.”
Deze tekst begint op woensdag 26 mei, enkele uren voor de opening van de tentoonstelling bij Waldburger Wouters. Het is een voorstel om geen afgewerkt verhaal op te sturen, maar een uitnodiging om de tekst de volgende weken, tot en met de finissage op 26 juni, te laten groeien en aan te vullen met notities, observaties en onderwerpen van gesprek.
Voor André Cadere (1934-1978) was een kunstgalerie in de eerste plaats een publieke ruimte, een plek voor de uitwisseling van gedachten en voor discussie. Hij verscheen vaak onuitgenodigd op een tentoonstelling met een barre de bois rond in de hand. De kleuren van de verschillende segmenten vielen telkens als eerste op (zwart, wit en/of in combinatie met enkele kleuren van de regenboog). Het gebruik van verschillende kleurtinten had hij uitgesloten, want dat zou onmiddellijk een harmonieus, esthetisch kunstwerk opleveren, subjectief zijn en niet voor discussie of een gedachtewisseling vatbaar. Cadere combineerde in het begin van de jaren zeventig diplomatie met activisme. Vandaar dat hij hier in een paragraaf onaangekondigd opduikt.
Vandaag maakt voedsel, als een vorm van culturele diplomatie, integraal deel uit van de artistieke praktijk van een steeds grotere groep hedendaagse kunstenaars. Voedseldiplomatie zou je kunnen omschrijven als een veld waar de verwarrende kloof tussen cultuur en natuur als katalysator wordt gebruikt om het gesprek te openen over gezondheid, rechtvaardigheid en internationalisme. Ik parafraseer hier de woorden van Carly Schmitt in Food as an Emerging Diplomatic Tool in Contemporary Public Art. Ze schrijft hierover: “Food has achieved a mythical status in modern culture, and food has become the embodiment of our cultural differences. Often times people fail to recognize that food cultures are the resulting process of hundreds, if not thousand, of years of research and refinement (Cox 1993). History plays the predominant role in what, when and how we eat, and it is inaccurate to say that a specific style of eating is a product of nature or was simply born into a culture (Barthes 1986). These different styles of preparing and eating food are in fact the end result of years of cultural diplomacy and experimentation.” (1)
Schmitt publiceert haar bevindingen in 2013. We zijn acht jaar verder en vorige week heeft de eerste algenoogst vlakbij Nieuwpoort het televisiejournaal gehaald. Diplomatie en activisme spelen bij de oogst geen rol, laat staan geschiedenis. Het is de start, nu nog klein, van wat een nieuwe industrie kan worden: het op grote schaal kweken van eetbare algen. Filip Van Dingenen stuurt me de link naar het nieuwsitem door. Ondertussen bestudeer ik zijn nieuwe serie tekeningen, voor een groot deel het afgelopen jaar in residentie in Oostende tot stand gekomen. Ik kijk naar de reproducties op mijn computerscherm. Ze vormen een samenvatting, een soort dagboek van jarenlang algenonderzoek. Filip stuurt me ook een andere link met een verwijzing naar ‘de taal van de toekomst’ door. Op mijn scherm verschijnt de website: taalvoordetoekomst.nl van stichting Living Landscapes. Taal voor de toekomst & de Noordzee omschrijven ze kort als “samen met publiek, de zee, woordkunstenaars, bestuurders en lerende taalmachines gaan we het komende half jaar (sinds april jongstleden) op zoek naar een rijke, vernieuwende taal waarmee we de zee kunnen verstaan. Daarmee brengen we een wereld dichterbij waarin de zee meedenkt over de toekomst en de mens niet langer allesbepalend is”.
De combinatie van tekst en beeld in de tekeningen creëert een web van verbindingen. Onderzees zou te prozaïsch klinken want het gaat om de relatie tussen cultuur en natuur, van een algen almanak, over ‘seaweed sisterhood’, of nog, de vermelding van historische figuren zoals Isabella Abbot (1919-2010), een Hawaiiaanse wetenschapper en expert op het gebied van zeealgen in de Stille Oceaan. Het is een ontdekking om haar hier in een kunstgalerie te ontdekken. Haar naam verschijnt onder een reeks getekende zeehonden (ook terug van geweest op onze Noordzeestranden), samen met Marvin Gaye (1914-1998), James Ensor (1860-1949), Rachel Carson (1907-1964), biologe en gekend om haar strijd voor de bescherming van het milieu en Jean Painlevé (1902-1989), onderwatercineast. Samen vormen ze de erejury van Miss Sea Spaghetti Ostend 1983.
“Only humans can control the white space” hoorde ik onlangs op een Zoombijeenkomst. Misschien is het niet helemaal waar. De maan en de getijden schrijven en herschrijven voortdurend eeuwenoude én nieuwe zeewierverhalen.
(1) Carly Schmitt, “Food as an Emerging Diplomatic Tool in Contemporary Public Art”, 2013, geraadpleegd op 26 mei 2021.