Hij is een multidisciplinair kunstenaar, zij is van opleiding schilder. Al enkele jaren slaan Filip Van Dingenen en Hélène Meyer de handen in elkaar met hun gezamenlijke Platform for Algae Diplomacy of ‘Zeewierdiplomatie’. Onder die overkoepelende term organiseren ze tentoonstellingen, performances, diners, workshops en zelfs internationale conferenties. Waarom dat zeewier nu precies zo interessant is, laten de kunstenaars ons letterlijk en figuurlijk proeven in CC Strombeek, met Zeeoor & Mossel – The Seaspaghetti dinner.
Van Dingenen startte het initiatief in 2017 al op. Later stapte Meyer mee aan boord van een langdurig project dat zeewier in vele vormen onderzoekt en onder de aandacht brengt. Het begon in Ierland, waar Van Dingenen kennismaakte met een ‘seaweed community’: een gemeenschap voor wie zeewier een (historisch of anderzijds) belangrijke rol speelt.
Hij organiseerde er The Algae Summit (waarvan er een brochure in de tentoonstelling ligt): een driedaagse internationale conferentie rond zeewier. ‘The Algae Summit acts as a model to identify and promote the needs and urgencies of indigenous critical resistance,’ is te lezen in de aankondiging. Aanleiding, en daarmee meteen ook het startpunt van het Platform for Algae Diplomacy was de verkoop door de Ierse overheid van drie licenties voor het oogsten van zeewier aan een Canadese multinational.
‘Tijdens de conferentie bespraken we onder andere zeewierrechten, maar ook zeewiergeesten. Hoe kunnen we deze stemloze planten vertegenwoordigen?’ legt Van Dingenen uit. Hij hecht dus onder meer belang aan de legislatieve kant van het verhaal: Europa, dat nochtans streng controleert op ontbossing, agricultuur en visserij, heeft op dit moment geen enkele regulering wat betreft zeeplanten of ‘sea farming’ in het algemeen. Het is nog een heel open, onbeschermde markt. Toch wordt stilaan duidelijk dat daar voor onder meer voeding, cosmetica en bio-energie de toekomst zit. Het land is zowat opgebruikt, dus onder water zitten onze toekomstige ‘resources’, zo verwoordt Van Dingenen het. We zien dan ook dat zeewier steeds meer geprivatiseerd en gemonopoliseerd wordt, overal ter wereld.
In CC Strombeek staat, in de kleine ruimte die door coördinator beeldende kunst Charlotte Crevits omgedoopt werd tot Encounters, een halfronde cirkel opgesteld met keramieken schalen in organische vormen. Zeeoor & Mossel: The Seaspaghetti dinner is in de eerste plaats een gebeurtenis: op de avond van de opening dienden beide kunstenaars verschillende gerechten met verschillende soorten zeewier op ter degustatie, in hun keramieken schalen. Het eten werkt verbindend en bovendien is het een ideaal startpunt voor bredere gesprekken en discussies over zeewier in het algemeen. Fysieke, zintuiglijke en intellectuele kennismaking in één klap: Van Dingenen en Meyer hebben ook de duidelijke intentie hun publiek te educeren in de geschiedenis, het gebruik en de geopolitieke aspecten van zeewier.
Dat het nodig is om over na te denken, bewijzen verschillende casussen uit de voorbije jaren. De stad Nieuwpoort verloor bijvoorbeeld een rechtszaak tegen Colruyt Group, in samenwerking met een multinational die aan deep sea mining doet. Die laatsten wilde suikerwier cultiveren in de wateren rond Nieuwpoort. De stad zag dit als een bedreiging voor haar jachthaven en visserij. Vaak hebben grote bedrijven echter een heel sterk juridisch apparaat, waardoor ze toch een monopolie in een bepaalde sector behalen. Dit en andere verhalen, zoals over welke soorten zeewier in welke lagen van het zeelandschap te vinden zijn, serveren Van Dingenen en Meyer bij hun buffet.
Speculatie
Het performatieve aspect van het openingsdiner zindert nog na in de installatie. De schalen zijn weliswaar leeg, de kaarsen uit, maar de activatie is nog voelbaar. De keramieken schalen blijven achter als autonome sculpturen. Ze zijn gecreëerd door beide kunstenaars, voor wie het werken met keramiek nieuw was. Ze riepen hulp in van onder meer keramiekkunstenaar Clementine Vaultier.
Van bij hun eerste kennismaking experimenteren ze ook met zeewier als materiaal. ‘De zomer voor we elkaar leerden kennen, was ik toevallig in Bretagne onderzoek gaan doen naar zeewier,’ vertelt Meyer. ‘Dat was een beetje naar mijn achterhoofd verdwenen, maar natuurlijk kwam het toen terug naar boven. In het begin kwam Filip heel vaak naar mijn atelier en experimenteerden we er samen met gedroogd zeewier.’ Inmiddels hebben ze ook experimenten uitgevoerd met de verwerking van gevonden zeewier (voor gerechten wordt geplukt zeewier gebruikt) in hun keramiekglazuur. De resultaten (ook enkele minder gelukte probeersels) zijn in de tentoonstelling te zien.
Voor Van Dingenen is die onderzoeksmatige, deels educatieve manier van werken niets nieuws. Research, documentatie en pedagogie spelen altijd een grote rol in zijn praktijk. Hij werkt regelmatig samen met andere kunstenaars, onderzoekers, academici, scholen. Hij is de oprichter van Ecole Mondiale, genoemd naar een nooit-gerealiseerd project van Leopold II om jongeren voor te bereiden op een carrière in de Belgische kolonies. De versie die Van Dingenen oprichtte is echter een ‘collectief platform voor het ontwikkelen van nieuwe pedagogische modellen en tools als artistieke praktijk.’
Voor Meyer, die eigenlijk schilder is, ligt dit alles minder ver van haar praktijk dan je zou denken. Eerder werkte ze in haar abstracte, kleurrijke doeken ook al rond ‘forêts spéculatives’ – speculatieve bossen. ‘Mijn werk beeldt niet zozeer letterlijk planten af, eerder hun metamorfose en evoluties. Het zijn speculatieve landschappen. Met speculatief impliceren we meestal een denken over de toekomst, maar als het over de zee gaat, speelt de speculatie zich ergens tussen verleden en toekomst af. We kennen nog maar een heel klein aandeel van al het leven in de oceanen, maar ondertussen is de massale extinctie ervan al ingezet.’
Narratieven en oeroude kennis
Een zeeoor (abelone, een type zeeslak die in de Aziatische keuken wordt gebruikt) en een mossel gaan samen dineren. Een zeeoor voedt zich ook in de natuur vaak aan bepaalde types zeewier. In de context van deze tentoonstelling creëren Van Dingenen en Meyer een fantasievol narratief waarin niet-menselijke personages de hoofdrol spelen en zo een pleit bezorgen voor een ‘multi-species diplomacy’: een diplomatie tussen soorten onderling. Dat is ook waar het Platform for Algae Diplomacy voor ageert: het beschouwt de zeewierproblematieken niet alleen vanuit menselijk standpunt (al complex genoeg), maar neemt ook een vorm van empathie aan ten opzichte van de plantsoort zelf. Dat faciliteren ze regelmatig met dit soort narratieven, die ook een affiniteit hebben (of een oorsprong kennen) in de mythes die zeewier omringen binnen de ‘seaweed communities’ – die niet alleen uit mensen bestaan, maar net uit een coëxisteren van mensen, planten, ecosystemen.
Van Dingenen en Meyer inspireren hun denken onder meer op het werk van Isabelle Abbott, de bekendste ethnobotaniste van Hawaii en een expert als het op zeewier aankomt. Zij slaagde erin de folkloristische, inheemse kennis die haar over generaties heen doorgegeven werd, samen te brengen met het westerse classificatiedenken. Veel niet-westerse kennis van inheemse volkeren is door de eeuwen verloren gegaan. Verhalen en mythes, maar ook recepten kunnen dergelijke informatie opnieuw opwekken. Daarom werken Van Dingenen en Meyer ook bewust met ficitionele narratieven. Ook daarin schuilt immers een pedagogische kwaliteit, een uitnodiging om als participant aan het buffet onze nieuwsgierigheid te verleggen.
Ondanks haar ouderdom is zeewier in de westerse wereld eigenlijk niet zo gekend. We eten het soms bij sushi, maar zijn bijvoorbeeld zelden op de hoogte van het gebruik in cosmeticaproducten. Het is een oeroude grondstof, een resource, waar we duchtig gebruik van maken en dat ook steeds meer in handen van multinationals toekomt. Dat maakt dat het ook een voorbeeld of symbool voor alle andere grondstoffen die ontgonnen, misbruikt en uitstervende zijn. Hoewel het een van de oudste organismen van de aarde blijkt te zijn, lijkt het nu pas een massaal nagejaagd, gekapitaliseerd en gecommercialiseerd product, vaak bekleed met een mantel van ecologie en dierenwelzijn.
Het performatieve, dat een persoonlijke beleving bij de bezoeker teweeg brengt, en het narratieve, fictieve aspect zijn niet te onderschatten strategieën van Van Dingenen en Meyer. Ze schatten een empathische – durf ik zeggen ‘spirituele’? – beleving naar waarde. Misschien durft de hedendaagse kunst een dergelijk poëtisch activisme te weinig aan te boren. Maar waar beter dan in kunst kan een kruisbestuiving ontstaan tussen educatie, activisme, politiek en poëzie? Over een Seaspaghetti dinner dompelen ze de beschouwer onder in een alternatieve geschiedenis en diplomatie. ‘Zelfs over migratie kunnen we misschien iets leren,’ klinkt het bij de kunstenaars. ‘Het eeuwenoude zeewier migreert en wordt zo steeds opnieuw een ‘host’ voor kleinere variëteiten. Nu Europa haar humanitaire ramp klaarblijkelijk niet met de bestaande vormen van diplomatie opgelost krijgt, kunnen we daar misschien ook iets van leren.