In de Brusselse galerie Waldburger Wouters brengt de schilder Geert Marijnissen (º1993, Turnhout) met Father Figure(s) zijn allereerste solopresentatie. In 2017, toen hij afstudeerde, toonde de galerie zijn werk in een groepsexpo. Begin dit jaar zat het ook in het drukbevolkte Salon de Peinture in het M HKA. Schilderkunst blijft in trek bij jonge kunstenaars. Wat kunnen ze ermee aanvangen om uit de massa te springen? De tentoonstelling geeft niet de indruk dat Marijnissen er een nooit geziene draai aan geeft. Verwantschappen borrelen op met pakweg Walter Swennen, Philip Guston en René Daniëls. Er blijken ook invloeden te zijn van Raoul De Keyser, Philippe Vandenberg en Koenraad Dedobbeleer, die sculpturen en installaties maakt.
‘Kill your idols’, dat is niet nodig om een eigen weg uit te gaan. Marijnissen eert zijn artistieke vaders, en hij erkent nederig dat hij een nog opgroeiende zoon is van de schilderkunst. Het prille oeuvre roetsjt heen en weer tussen figuratie en abstractie. De verscheidenheid mag dan in het oog springen, het geheel komt redelijk homogeen over. Zowat elk schilderij heeft een tactiele gelaagdheid. Wie netjes begint bij het eerste werk aan de ingang kijkt naar een koe in een ruwe witte verfvlakte, met wat schrale vegetatie van gevoelige zwarte lijnen. Het schetsmatig gepenseelde dier lijkt met een brede glimlach te grazen.
Het rurale, het buitenleven en het landschap steken de kop op, maar ook de grote boze buitenwereld. Die combinatie en het associatievermogen, daar ligt misschien de eigenheid. Het grote schilderij Wolfskind visualiseert een rebus met regenboogjes, een rechtopstaande kip, kleine roze figuurtjes. Een ietwat kinderlijke beeldtaal wisselt af met meer geraffineerd uitgewerkte motieven. In het schilderij Beheading met een bijl en een boosaardig hoofd duiken piepkleine potloodtekeningen op van een tent en paradijselijke palmbomen. Maar de titel betekent ‘onthoofding’.
Hoe Marijnissen experimenteert met de presentatie, daar valt iets voor te zeggen. Een grijs monochroom schilderijtje zweeft half over de rand van een muur. Aan de zijkanten merk je dat er een heleboel kleurlagen onder zitten. Dit is Chaos/concentrated. Met een laconieke humor hupst het monochroom luchtig filosofisch weg van de abstractie. Vlakbij staat een klein schilderij nonchalant op de grond. Er is een foto opgeplakt, uit een familiealbum of zo. Het doet vermoeden dat Father Figure(s) evengoed op de afkomst van de kunstenaar slaat. Ergens eet hij zijn artistieke vaders alsnog op, hij verteert ze, en spuwt ze meer en meer uit.