Een royale selectie van niet te missen tentoonstellingen, evenementen of happenings, verzameld door onze redactie.
Gerhard Richter
In het Kunstpalast in Düsseldorf zijn meer dan 120 werken van Gerhard Richter te bezichtigen van de jaren 60 tot nu. Hidden Gems. Works from Rhenish Private Collections is niet zomaar een overzichtstentoonstelling, maar eentje die ‘verborgen schatten’ opvist uit heel wat privécollecties. Sommige van deze werken waren dus nooit eerder toegankelijk voor het publiek. Door deze manier van cureren ligt de nadruk op de schilderkunst van Richter, maar je dwaalt er niet alleen tussen de verf. Tekeningen, aquarellen, foto’s, sculpturen en de enige video die hij ooit maakte komen ook aan bod.
Met zijn vroege zwart-witschilderijen nam Richter al afstand van de schijnbare realiteit van fotografie door accuraat nageschilderde foto’s met een spons te vervagen. Zo maakt het als waarheid voorgestelde object plaats voor de onvatbaarheid die erachter schuilgaat. Deze werken brengt Richter in de jaren 60 en 70 tot zijn Farbtafeln (of ‘Colour Chart’-series) waar zijn zoektocht naar de grenzen van de schilderkunst uitmondt in een radicaal conceptueel opzet. De kunstenaar laat zich popart-gewijs inspireren op de niet-esthetisch bedoelde rangschikking van kleurstalen uit de doe-het-zelfzaak. Later baseert hij de organisatie van zijn kleurenrasters op een wiskundig aandoend systeem van kleurenmenging. Tegelijk spruitten ook zijn ‘Grey Paintings’ voort uit de fotoschilderijen. Met deze werken toont hij het niets, terwijl de zichtbare dansbewegingen van het penseel op het doek zowel het abstract expressionisme als het minimalisme uitdagen. Zwaartepunt van de tentoonstelling ligt in het Rijnland, waar Richter zijn kunstopleiding vervolledigde. In Düsseldorf ontmoette hij kunstenaars zoals Sigmar Polke, Günther Uecker en Joseph Beuys. Niet toevallig zijn veel van zijn verzamelaars hier ook gevestigd. (Yasmin Van ‘tveld)
Gerhard Richter, Hidden Gems. Works from Rhenish Private Collections, tot 2 februari 2025, Kunstpalast, Düsseldorf, kunstpalast.de
Beatriz González
In Beatriz González’ (Bucaramanga, Colombia, 1932) retrospectieve War and Peace: A Poetics of Gesture in De Pont krijgen we een overzicht te zien van decennia aan werk. González groeide op in Colombia in de jaren 40 en 50, tijdens een politiek onrustige periode die La Violencia genoemd wordt. Gekend voor haar toe-eigeningen van populaire culturele beelden uit kranten en magazines, getuigt González’ werk van een atypische verhouding tot de popart-beweging. Ze documenteerde het Colombiaanse politiek-sociale klimaat in een beeldtaal die bestaat uit tweedimensionale figuren en felle kleuren. Ze beschouwde haar werk eerder als een antwoord op popart dan als een homogeen onderdeel ervan. In een interview uit 2015 stelt de kunstenaar dat de voorwaarden voor het bestaan van pop niet bestonden in Colombia. Dat kwam hoofdzakelijk doordat de consumptiemaatschappij er nog in haar kinderschoenen stond. Ze beschouwde haar werk als een ‘provinciaal soort schilderen’, ze noemde zichzelf dan ook met een knipoog een ‘perifere schilder’. De rode draad doorheen González’ carrière zijn de verzamelde beelden uit de alledaagse realiteit. Meer dan zich op eigentijdse gebeurtenissen te concentreren, is de kunstenaar geïnteresseerd in faits divers. Persbeelden met thema’s als dood, militairen en guerrillageweld worden gecombineerd met iconen van die tijd zoals Simón Bolívar, de toenmalige pausen, Koningin Isabella van Spanje en verschillende beeltenissen van heiligen. De protagonisten die te zien zijn in de schilderijen, tekeningen, prints en werken in de openbare ruimte, zijn dragers van emotie en geven uitdrukking aan een universeel, wederzijds menselijk begrip. (Febe Lamiroy)
Beatriz González, War and Peace: A Poetics of Gesture, tot 9 maart 2025, De Pont, Tilburg, depont.nl
Cindy Sherman
Gevestigde schoonheidsidealen ter discussie stellen, Cindy Sherman heeft er haar handelsmerk van gemaakt. Al een halve eeuw zet ze zichzelf centraal in haar kunst. Toch zijn haar foto’s allesbehalve zelfportretten. Telkens opnieuw transformeert ze zich in een personage, waarbij ze de vrouw achter het masker volledig uitwist. Met behulp van make-up, pruiken, kostuums en zorgvuldig gekozen poses — in recente jaren is daar Photoshop bij gekomen — speelt ze in op maatschappelijke stereotypes. Sherman laat zien hoe we allemaal, net als zij, continu een rol spelen en hoe onze gezichten façades zijn.
Bij FOMU loopt momenteel Anti-Fashion, een expo die we makkelijk kunnen lezen als een striemende kritiek op de modewereld. Toch voert ze ook regelmatig opdrachten uit voor grote modehuizen zoals Balenciaga, Stella McCartney en Comme des Garçons. Anti-Fashion benadert haar fotografische oeuvre vanuit een nieuw perspectief en richt zich op de wisselwerking tussen mode en kunst. Ze gebruikt haar vele opdrachten voor tijdschriften als Vogue en Harper’s Bazaar, en haar nauwe samenwerking met beroemde ontwerpers als een constante bron van inspiratie. Omgekeerd blijft ze zelf ook de esthetiek van de hedendaagse mode beïnvloeden. Shermans interesse in de modewereld toont een subversieve houding ten opzichte van wat die wereld vertegenwoordigt. Door middel van humor en enscenering worden haar foto’s parodieën op modefotografie: ze tonen figuren die allesbehalve aantrekkelijk zijn en weerspreken daarmee alle conventies van haute couture en de gangbare ideeën over schoonheid. In plaats van de gebruikelijke glamour en perfectie, presenteert Cindy Sherman personages die bewust afwijken van het gangbare schoonheidsideaal. Haar foto’s leggen de kunstmatige constructie van beelden bloot. Ze laat zien hoe fluïde identiteit is en hoe we die altijd opnieuw kunnen vormgeven. Sherman transformeert haar personages in karikaturen van het vrouwelijke, waarbij ze stereotypen ondermijnt en de grenzen tussen werkelijkheid en constructie doet vervagen. Ze bewijst dat identiteit en genderrollen net zo manipuleerbaar zijn als een modebeeld.
Deze baanbrekende tentoonstelling, met internationale bruiklenen en zeldzaam materiaal uit haar eigen archief, biedt voor het eerst een diepgaande focus op mode binnen Shermans oeuvre. Ze laat zien hoe mode niet alleen een thema is, maar ook een krachtig middel voor Shermans kritische beschouwingen over sekse, gender en leeftijd, onderwerpen die ze op een meesterlijke manier blijft bevragen en herinterpreteren. De tentoonstelling wordt aangevuld met een tweede luik: Early Works 1975—1980. Bij FOMU krijgen we onder meer experimentele werken uit haar studententijd te zien plus de reeks Untitled Film Stills, waarmee ze indertijd internationaal doorbrak. In die serie vermomde en fotografeerde ze zichzelf in verschillende settings met bewust gekozen rekwisieten om scènes te creëren die doen denken aan B-films uit het midden van de vorige eeuw. Deze beelden, waarmee ze begon toen ze amper 23 was, zijn gebaseerd op vrouwelijke personages zoals de uitgebluste verleidster, de ongelukkige huisvrouw, de gedumpte minnares en de kwetsbare naïeveling. Ze doen denken aan de filmstills die indertijd gebruikt werden om films te promoten; de serie ontleent er ook haar titel aan. De foto’s werden meteen een aanleiding voor gesprekken over feminisme, postmodernisme en representatie, en het zijn nog steeds haar bekendste werken.
De expo bij FOMU is een van de vier tentoonstellingen in het Antwerpse luik van ENSOR 2024. Je ziet meteen waarom Anti-Fashion in dat rijtje past: net als Ensor geeft Sherman door middel van maskerades kritisch commentaar op maatschappelijke conventies. (Luc Franken)
Cindy Sherman, Anti-Fashion, tot 2 februari 2025, FOMU, Antwerpen, fomu.be
Paved Flowers
Liesbeth Henderickx is een kind van haar tijd. Haar werk wordt gekenmerkt door een sterk ecologisch bewustzijn: ze houdt terdege rekening met de herkomst en de geschiedenis van de materialen die ze gebruikt. Vaak zijn dat gerecycleerde stenen en puin, aangevuld met textielelementen en verwijzingen naar architectuur. Elke steen wordt onderzocht en gesorteerd op soort, kleur en vorm om zijn geschikte plaats te bepalen in het eindconcept. Daarna bewerkt ze die met traditionele technieken. In 2021 stelde ze voor het eerst tentoon bij FRED&FERRY, toen nog onder de hoede van Marion De Cannière.
Voor een nieuwe groepstentoonstelling heeft de kunstenaar in samenspraak met FRED&FERRY acht kunstenaars uitgenodigd en specifieke werken geselecteerd die natuurlijke elementen of processen presenteren, gestuurd door de menselijke hand. De titel van de expo, Paved Flowers, verwijst naar het allereerste werk dat Liesbeth Henderickx indertijd maakte voor de galerie. Het ging om een herinterpretatie van een straatbeeld: een sculpturale interventie waarbij kleine planten opschoten tussen industrieel vervaardigde objecten. De geselecteerde kunstenaars — naast Liesbeth Henderickx zijn dat Che Go Eun, Adrien Tirtiaux, Laurie Charles, Chantal van Rijt, Fabrice Souvereyns, Céline Vahsen en Rebekka Löffler — starten van een herinterpretatie van het natuurlijke landschap of elementen daaruit, en brengen die op een persoonlijke wijze tot leven in hun werk. Ze creëren nieuwe vormen van levendigheid, vaak nauw verbonden met hun eigen verlangens of het eigen lichaam. Hoewel niet alle werken direct verwijzen naar levende materie, dragen ze toch eigenschappen van anima in zich, of zijn ze voortgekomen uit een proces van materiële groei. (Luc Franken)
Liesbeth Henderickx, Che Go Eun, Adrien Tirtiaux, Laurie Charles, Chantal van Rijt, Fabrice Souvereyns, Céline Vahsen, Rebekka Löffler, Paved Flowers, tot 16 november 2024, FRED&FERRY, Antwerpen, fredferry.com
Rein Dufait
Binnen is het gisteren, buiten is het nooit. Alleen al omwille van de titel van de expo zou je naar CONVENT in Gent afreizen. En de vlag dekt de lading, want de werken die Rein Dufait er op dit moment toont, hebben een hoog poëtisch gehalte. In de serene setting van het achterhuis voelen ze als stille getuigen van een voortdurend proces. De sculpturen zijn niet af, maar bevinden zich in een staat van ‘worden’, of zo voelt het toch. Een van de blikvangers is het meer dan drie meter brede vlotstaanders (2024), een imposant geheel van ruwe planken dat inderdaad aan een vlot doet denken. Dufait heeft ze onder meer bewerkt met een composiet waaraan hij pigment heeft toegevoegd, wat resulteert in intense kleuren. Diezelfde basiskleuren keren terug in drie staaksels, vrijstaande sculpturen die op hoge stalen sokkels in de achterste ruimte staan opgesteld en die aan maquettes van woningen doen denken. Daarnaast toont de Oostendenaar, centraal in de ruimte, een selectie cementwerken uit de periode 2017–18. Vaak bestaan die uit gestapelde elementen vervaardigd uit cement, gips, zand, staal en touw, waarin soms nog de handgreep van de kunstenaar herkenbaar is. Ze komen tot stand door telkens weer materiaal toe te voegen en weg te nemen. Deze cementsculpturen vloeiden voort uit zijn zogenaamde strandwerken, een reeks ingrepen die hij in 2015 uitvoerde op het strand van Oostende. Die ervaring nam hij later mee naar zijn atelier waar hij zand als mal ging gebruiken om beelden in cement mee te vereeuwigen. In haar essay Rein Dufait: opwaarts graven, gepubliceerd in zijn eerste monografie Things & Air (MER. Paper Kunsthalle, 2018) schreef curator Zoë Gray hierover: ‘… enkele jaren later blijkt dit een cruciaal moment in zijn praktijk te zijn geweest. De aanleiding voor dit werk in de open ruimte was triviaal — een gebrek aan atelier — maar het banale werd een beslissend experiment.’ (Luc Franken)
Rein Dufait, Binnen is het gisteren, buiten is het nooit, tot 10 november 2024, CONVENT, Gent, conventartspace.be
Richard Long
De Britse beeldhouwer Richard Long is een icoon van de land art. Eind jaren 60 begon hij het landschap te verkennen en ging hij wandelen als artistiek medium aanwenden. Via lange, solidaire tochten probeerde hij de traditionele kunsttaal te doorbreken en terug te brengen naar een eenvoudiger, persoonlijker en fundamenteler niveau. Met niets meer dan gevonden keien, stukken hout, modder en zijn eigen voetstappen creëert hij al meer dan vijftig jaar krachtige, minimale werken die de verbinding tussen mens en natuur blootleggen.
In haar ruimte in Athene toont Bernier/Eliades Gallery het oeuvre van deze pionier al sinds de jaren 80. In 2016 openden ze een bijhuis in Elsene, en na zeven solotentoonstellingen in de Griekse hoofdstad brengen ze Richard Long nu voor het eerst in Brussel. Dry Walk omvat onder andere vier historische tekstwerken en een nieuwe sculptuur. De tentoonstelling biedt een helder beeld van Richard Longs unieke visuele vocabularium. Zijn tochten door uiteenlopende landschappen — van bergen en woestijnen tot kusten, rivieren en besneeuwde velden — zijn onlosmakelijk verbonden met zijn werk, leven en filosofie. Al sinds zijn eerste bekende creatie, A Line Made by Walking (1967), documenteren zijn sculpturen, foto’s en tekstwerken tijdelijke installaties en kortstondige interacties met diverse landschappen, waarbij hij de diepgaande connectie tussen mens en natuur verkent. A Line From Brazil, zo heet de recente, acht meter lange sculptuur bestaande uit stenen die hij in Brazilië verzamelde en uitstalde op de vloer in de Brusselse galerie. Ze wordt omringd door rechtstreeks op de muur aangebrachte teksten, waaronder One Hour uit 1984. De kunstenaar maakte toen op Dartmoor een cirkelvormige wandeling van een uur waar dit werk de weerslag van is. De expo ontleent haar titel overigens aan een tocht van 113 mijl in Avon die Long in 1989 aflegde ‘between one shower of rain and the next’. (Luc Franken)
Richard Long, Dry Walk, tot 7 december 2024, Bernier/Eliades Gallery, Brussel, bernier-eliades.com
Peter Morrens
What kinds of reward can failure offer us? Perhaps most obviously, failure allows us to escape the punishing norms that discipline behavior and manage human development with the goal of delivering us from unruly childhoods to orderly and predictable adulthoods. Failure preserves some of the wondrous anarchy of childhood and disturbs the supposedly clean boundaries between adults and children, winners and losers.
— The Queer Art of Failure, Jack Halberstam
Peter Morrens’ (1965) overzichtstentoonstelling OEEEEEEUUUUVVRE nodigt uit om een leven geleefd in kunst te overzien. Dat leven bracht reeds een veelheid van kunstexpressie voort. Schilderijen, tekeningen, foto’s, installaties en performances waaien als een wervelwind van beeld, geluid en taal over de bezoeker heen en genereren eindeloos veel associaties.
Wat is een oeuvre anders dan een lange kreet van kunst waarvan we pas achteraf kunnen uitmaken of die schreeuw misschien een brul was of eerder een echo? In deze tentoonstelling drukt Morrens de tijd van zijn eigen leven uit als een reeks pogingen om kunst te maken. De eerlijke boodschap van falen, inherent aan elk kunstproject, staat daarin centraal. In dit falen vindt Morrens zowel bevrijding als inspiratie. Elk werk bevat de suggestie van een bepaalde standaard, een verwachting of maatstaf waaraan je moet voldoen. Maar deze maatstaf wordt telkens opnieuw ondermijnd. Om de ervaring en het oeuvre tot een zintuigelijk en spiritueel geheel te maken, creëerde Morrens een eigen audiotour waarin de bezoeker zich kan laten leiden door de associatieve gedachtestroom van de kunstenaar. (Wolfram Vandenbergen)
Peter Morrens, OEEEEEEUUUUVVRE, tot 2 maart 2025, M Leuven, Leuven, mleuven.be
Hélène Bertin
Curator Joel Riff is al aan zijn zesde tentoonstelling bij La Verrière toe. Het is meteen de eerste solo van Hélène Bertin (Frankrijk, 1989) buiten Frankrijk. De tentoonstelling is tot stand gekomen nadat Bertin een jaar in residentie verbleef in Villa Medici in Rome, als onderzoeker aan de Académie de France aldaar. Bertins praktijk wordt gekenmerkt door het smeden van banden tussen gepassioneerde individuen wier praktijken zich bevinden op het snijpunt tussen ambacht en kunst. In La Verrière wordt complementair werk gepresenteerd dat gemaakt is door vrouwen die werkzaam zijn in kunst, tuinbouw en muziek. Er zijn meerdere amuletachtige sculpturen te zien, vervaardigd met materialen die de kunstenaar aantrof in verschillende Italiaanse streken. Er zijn onder andere keramische kruiken aan de wanden bevestigd, waaruit gevlochten grashalmen vloeien, maar ook rieten mandjes omringd door zeissikkels en gedroogde bloemen zoals klaprozen en kamille. Opvallend zijn de referenties naar een kenmerkende Zuid-Europese esthetiek die verwijst naar het werk van de Franse beeldhouwer Valentine Schlegel (1925-2021) — een belangrijke bron van inspiratie voor Bertin.
In de Villa Medici ontwikkelde de kunstenaar een project dat zich toespitst op de figuur van de jager-verzamelaar. In een tweede luik van dat project deed ze onderzoek naar de Tammurriata, een type folkloremuziek en -dans dat zijn oorsprong vindt in Campania. De cirkelvormige choreografie van de dansers, de begeleidende muziek en de draaiende polsen met castagnetten dienden ter inspiratie voor Esperluette. De tentoonstellingstitel is Frans voor ‘ampersand’, wat een ligatuur is, een samenvoeging van de Grieks-Romeinse letters ‘E’ en ‘T’. Samen kunnen deze letters gelezen worden als ‘et’, het Franse en Latijnse woord voor ‘en’. Met deze tentoonstelling viert Bertin verbinding, ze onderstreept ook het belang van samenwerkingsdynamieken binnen haar artistieke praktijk; collaboraties zoals gedeelde ervaringen, collectief werk en verweven disciplines motiveren telkens nieuwe creatieprocessen. (Febe Lamiroy)
Hélène Bertin, Esperluette, tot 30 november 2024, La Verrière, Brussel, fondationdentreprisehermes.org
Clara Spilliaert
Zoals de ondubbelzinnige tentoonstellingstitel My Sister is Pregnant meegeeft, draait de solotentoonstelling van de Japans-Belgische Clara Spilliaert (Tokio, 1993) rond de fascinatie die ze heeft voor de zwangerschap van haar oudere zus. De kunstenaar ziet een parallel met de broedtijd van een eend die ze gedurende de hele broedperiode geobserveerd heeft in het Gentse Citadelpark. Spilliaert bezocht het park dagelijks en op een dag zag ze de eend een van haar eigen eieren opvreten. Nadat ze bekomen was van de shock en wat onderzoek gedaan had, realiseerde ze zich dat het opeten van een eigen ei een aansterkende functie heeft; de daad kwam Spilliaert voor als een ultieme daad van zelfzorg en autonomie.
Verschillende sculpturen en een muurtekening zijn samengebracht op de eerste verdieping van Kunsthal Gent. De sculpturen vloeien op een verhalende manier in elkaar over en creëren een sfeer van verwachting. De iconografie van het ei (dierlijk of menselijk) staat centraal. Het ei dat wel of niet bevrucht wordt, dat verzorgd wordt of dient als verzorging van de broedende moeder. Het perspectief op de relatie tussen de zussen Spilliaert voelt fris en diepgaand aan binnen het brede kader van culturele iteraties en invullingen van vruchtbaarheids- en voortplantingsthematieken. Spilliaerts blik op de groeiende buik van haar zus wordt getransponeerd op de bezoeker, die de zorgvuldig ontworpen symboliek zowel in het werk zelf herkent alsook in de begeleidende tekst. Die kreeg Onverwachting mee als titel en werd geschreven door Stine Sampers. My Sister is Pregnant leest als een mythe die zich ontspint in beeltenissen van vogels, tepels in variërende kleurschakeringen en centraal de zussen zelf. (Febe Lamiroy)
Clara Spilliaert, My Sister is Pregnant, tot 30 december 2024, Kunsthal Gent, kunsthal.gent
Dirk Braeckman en Léon Spilliaert
In de lente van 2023 bracht het Emile Verhaerenmuseum in Déboires de l’Âme werk van Dirk Braeckman samen met enkele werken uit het zwarte symbolisme van Spilliaert, Rops, Redon en Mellery, en gedichten van Baudelaire en Verhaeren. In deze sfeer van duister symbolisme ontstond bij Dirk Braeckman het idee om voor zijn komend project in het Kunstmuseum Den Haag een duotentoonstelling met het werk van Léon Spilliaert op te zetten. Een voorstel dat door voormalig museumdirecteur Benno Tempel meteen enthousiast werd omarmd. Curator Thijs de Raedt zocht naar verwantschappen in het werk van beide kunstenaars, die zowel vormelijk als thematisch zijn. Er ontstond een uitgekiende selectie van een vijftigtal middelgrote werken op papier uit Spilliaerts vroege periode en een veertigtal monumentale foto’s uit Braeckmans oeuvre, die in thematische clusters worden getoond. Een grootschalige tour de force die een sterk nazinderende kijkervaring oplevert waarin het schemerend nachtelijk licht de hoofdrol speelt.
Braeckman en Spilliaert halen hun beeldmateriaal — hun motieven — uit de omringende zichtbare werkelijkheid. Met een haarscherp waarnemingsvermogen en een fotografische blik nemen ze ongewone uitsneden ervan — Spilliaert in zijn schetsboek, Braeckman met zijn camera. Het zijn momentopnames die ze verder abstraheren in hun werkruimte en op virtuoze wijze omzetten naar een subtiel gelaagd beeld op papier. Met gewassen inkt of gouache, potlood, krijt en pastel maakte Spilliaert stemmige tekeningen. Een arbeidsintensief en delicaat belichtings- en ontwikkelprocedé in de donkere kamer leidde bij Braeckman decennialang tot gelaagde tactiele zwart-witfoto’s. Een procedé dat hij pas de laatste tien jaar geleidelijk aan durft loslaten en inruilen door digitale fototechnieken.
Het gegeven van de nacht, het duistere/unheimliche en het onbestemde, loopt als een rode draad doorheen de tentoonstelling. Stapsgewijs tuimel je de donkere wereld van Braeckman en Spilliaert binnen. Eerst kruis je zijdelings een wazig beeld van een man, die, argeloos de trap afdalend, oplicht uit het donker. Vervolgens is er de confrontatie met twee frontale zelfportretten: één van de jonge Braeckman en één van de jonge Spilliaert. Met alerte, indringende blik kijken ze je recht in de ogen vanuit hun vertrouwde habitat. De wakende kunstenaar als nachtelijk roofdier, klaar om zijn prooi te vangen, klaar om wat zich spontaan aandient te capteren, als waren het de seismografen van hun tijd. Een parcours lang word je ondergedompeld in hun fascinerende nachtelijke wereld, waaruit niet meer te ontsnappen valt.
‘Er zijn de schemerige interieurs of de nevelige uitzichten waarin je je gevoel voor richting dreigt te verliezen. Er is het vele zwart en grijs dat beide oeuvres ‘kleurt’, de donkerte en duisternis. Hun werken ademen verstilling en leegte. Alsof beide kunstenaars de wereld met een nachtelijke blik bekijken’, aldus Thijs de Raedt. 1
De werken zijn weloverwogen geplaatst in de modernistische vertrekken van het majestueuze museumgebouw van Berlage, op een manier die de picturale kwaliteit en het suggestieve karakter van de werken tot volle expansie laat komen. Het wordt overduidelijk dat deze werken vormelijk en materieel dichter aanleunen bij de schilderkunst, dan bij hun respectievelijke disciplines, tekenkunst en fotografie. Het is een verkenning van gevoelens van existentiële dreiging en onbehagen, van het onbestemde en het duistere. Want als geen ander weten deze Belgische moderne meesters van het clair-obscur in hun werk het gevoel van existentiële dreiging en onbehagen van hun tijdsgeest te vatten. Ze weten het te capteren en te transformeren om er vervolgens pure schoonheid mee te evoceren. (Isabelle De Baets)
1 De Raedt, Thijs, Nachtdieren, in de tentoonstellingscatalogus: Dirk Braeckman – Léon Spilliaert: Night Wanderers, Kunstmuseum Den Haag, Hannibal Books, 2024, p.16.
Dirk Braeckman – Léon Spilliaert: Nachtdieren, tot 12 januari 2025, Kunstmuseum, Den Haag, kunstmuseum.nl
Dirk Braeckman, Echtzeit, tot 19 januari 2025, FOMU, Antwerpen, fomu.be
Julie Béna en Kamil Bouzoubaa-Grivel
Het internet is een eindeloze agora waar vrijheid, en creatieve en sociale uitwisselingen de norm zijn. Het is een hutsepot van talen, beelden en ideeën die de mensheid samenbrengen onder één groot digitaal dak. We weten dat deze utopie hoogstens een goedbedoelde intentie is en niets te maken heeft met de werkelijkheid van ons digitale bestaan. Ze wordt hoofdzakelijk gekenmerkt door een diep cynisme en giftige ironie, een logische reactie op de horror van oorlog, genocide en ecologische catastrofen. De eindeloze opbouw van lijden zonder catharsis maakt ons gevoelloos voor de meest verschrikkelijke vormen van menselijk leed en onrecht. Uit deze onmacht verschijnt een nieuwe figuur op het toneel: De Nar.
Yesterday (when there were no jokes left to tell) is de eerste tentoonstelling die nieuw artistiek leider Koi Persyn bij Jester maakt. Het gaat om werk van de Franse kunstenaar Julie Béna en van de Frans-Marokkaanse Kamil Bouzoubaa-Grivel dat voor het eerst in België op institutioneel niveau getoond wordt. De expo volgt de structuur van een tarotlezing van drie kaarten: Het Rad van Fortuin, De Gehangene en De Dood. Deze drie kaarten, die respectievelijk staan voor verleden, heden en toekomst, vinden hun reflectie in de verschillende werken van de kunstenaars en de thematische invulling van elke ruimte. De kaarten vormen de basis voor een conceptueel kader waarin elk werk betekenis krijgt in een groter geheel.
De nar is de protagonist van deze lezing, zijn aanwezigheid is te voelen in elk werk waar hij/zij als subversief element zijn/haar eigen bedrieglijke, absurde en feeërieke persoonlijkheid in giet. De nar als figuur is van enorm belang voor Béna en Bouzoubaa-Grivel, omdat het een personage is dat staat voor verandering, observatie en kritiek, een gedaantewisselaar die geruisloos en relatief veilig de nieuwe absurditeiten van het internet kan bestuderen in een zoektocht naar zelfkennis. (Wolfram Vandenbergen)
Julie Béna en Kamil Bouzoubaa-Grivel, Yesterday (when there were no jokes left to tell), tot 19 januari 2025, Jester, Genk, jester.be
Arpaïs Du Bois
Verjaardagskaarsje voor Be-Part dat twintig jaar wordt en dit viert met een solotentoonstelling van Arpaïs Du Bois. In Dans la chambre à murmures komt het poëtische en introspectieve karakter van haar werk sterk tot zijn recht. Arpaïs Du Bois, een Belgische kunstenaar die voornamelijk werkt met tekeningen en teksten, staat bekend om haar subtiele, soms cryptische beelden en woorden die gevoelens van kwetsbaarheid en onzekerheid oproepen. De tentoonstelling bij Be-Part toont een selectie van haar recente werken en biedt de bezoeker een unieke inkijk in haar persoonlijke universum.
Du Bois’ werk draait om observaties van het alledaagse leven, die ze omzet in eenvoudige beelden en korte, vaak fragmentarische (Franse) teksten. Haar tekeningen, meestal in inkt of grafiet op papier, stralen een zekere onvolmaaktheid uit, alsof ze bewust onaf zijn gelaten. Dit benadrukt de vergankelijkheid en fragiliteit van de menselijke ervaring, een thema dat door haar hele oeuvre loopt. De teksten die Du Bois naast haar tekeningen plaatst, fungeren vaak als reflecties of gedachtesprongen. Ze vormen geen directe uitleg van de beelden, maar voegen een extra laag van betekenis toe.
Wat deze tentoonstelling bijzonder maakt, is de manier waarop haar werken de ruimte innemen. De intieme, bijna dagboekachtige aard (de tekeningen ontstaan in schriftjes) nodigt de bezoeker uit om dichterbij te komen, om de kleine nuances in lijnen en woorden te ontdekken. De tentoonstelling is een stille, gefluisterde dialoog tussen de kunstenaar en de toeschouwer, waarbij ieder werk een nieuw venster opent. Dans la chambre à murmures bestaat uit 80 tekeningen uit de tekenboeken en 23 grote werken in een ruimtelijke opstelling. Alle tekeningen dateren uit 2023 en werden nooit eerder getoond. Het schilderen op houten dragers is een nieuw aspect in haar oeuvre en het maakt deze tentoonstelling tot een ruimtevullende installatie. Be-Part, dat zich richt op hedendaagse kunst, biedt met deze solotentoonstelling een platform aan een kunstenaar die erin slaagt de menselijke emotie op een eerlijke en kwetsbare manier te vangen. (Els Roelandt)
Arpaïs Du Bois, Dans la chambre à murmures, tot 15 december 2024, Be-Part, Waregem, be-part.be