Meestal stap je een museum binnen voor één tentoonstelling, de zogeheten blikvanger. Maar talloze musea herbergen ook kleinere initiatieven en toonmomenten, waarmee je het DNA van de instelling beter kan lezen. Marc Ruyters bezocht het M HKA in Antwerpen.
Wie het M HKA een beetje kent, weet dat je het museum binnenstapt via een grote ontvangsthal, annex bibliotheek en werkplek: je ziet er geregeld studenten die aan de lange tafels op hun laptop zitten te tokkelen.
Ik vind die ruimte, nochtans ingericht door de befaamde ontwerper Axel Vervoordt, redelijk donker en zelfs deprimerend. Pas in de grote zalen treed je in het witte licht. Aansluitend is er het kleine tentoonstellingscircuit, waarin normalerwijze enkele topstukken uit de MHKA-collectie te zien zijn: een Tuymans, een Pistoletto, een Fabre en dies meer. Bij mijn bezoek waren die allemaal verdwenen en vervangen door werk van de Amerikaanse kunstenaar Gordon Matta-Clark, wiens oeuvre, via een omweg langs het ICC (het toenmalige Internationaal Cultureel Centrum op de Antwerpse Meir) de basis zou vormen voor het ontstaan van het M HKA. Vreemd genoeg zou deze Matta-Clark-presentatie volgens de site afgelopen zijn op 8 januari jl., maar ze loopt blijkbaar door.
In de zaal aan het linker uiteinde krijg je tien banners te zien van Slavs and Tatars, een activistisch collectief dat artistiek Eurazië verkent, van de ‘Berlijnse tot de Chinese Muur’. Slavs and Tatars zoekt raakpunten tussen traditie, ideologie en religie. Vooral de revoluties in Iran (Khomeini) en Polen (Solidarnosc) krijgen aandacht, zeker in de publicatie die je ter plekke kan lezen en waarin het gaat over ‘De klein geschapen pauw’ (de sjah) en ‘Eerst leren kruipen, dan pas kunnen we rennen’ (Solidarnosc).
In de zaal rechts beneden vind je een vreemde tentoonstelling onder de noemer Tenant of Culture. Ze kadert in In Situ, een monografische reeks tentoonstellingen die het M HKA sinds 2015 organiseert. Dit keer is het de beurt aan Hendrickje Stoffels, een Nederlandse die in Londen woont, en werkt vanuit de mode: met onverkochte schoenen en kleren maakte ze een grote installatie waarin gespen, kralen, veters, plastic, stoffen en leder de hoofdtoon voeren. Stoffels wil de muren tussen mode, beeldende kunst, installaties en dies meer slechten en zegt in een bijhorend interview: ‘Tijdens mijn studies was ik op zoek naar een interdisciplinaire ruimte waarin er gelegenheid was om kritisch na te denken over het traject van de traditionele mode-carrière.’ Een outsider-expo.
Het M HKA denkt niet alleen internationaal, maar ook lokaal, door geregeld Antwerpse kunstinitiatieven en podium te geven. Dit keer gaat het om galeriehouder Ronny Van de Velde en designer Paul Ibou. Ronny Van de Velde is een monument in het Belgische galeriewezen en de wereld van de kunsthandel. Fragmenten uit leven en werken is de laatste in een reeks van vijf, die je eigenlijk kon zien als een etalage van al het schoons dat Van de Velde in de aanbieding heeft. En dat is dan ook nogal wat: wat hij toont is top, van Schmalzigaug tot Fabre, van Richard Hamilton tot Allen Jones. Zijn belangrijke rol als uitgever wordt ook belicht in enkele toonkasten.
Paul Ibou is een fenomeen. In 2019 kreeg hij de Vlaamse prijs Ultima voor vormgeving: Ibou was een meester in het ontwerpen van logo’s, die over de hele wereld hun weg vonden. Als beeldend kunstenaar vond hij zichzelf onderschat, behalve in China waar nogal wat sculpturen van hem staan. Vreemd genoeg besteedt de kleine expo op de tussenetage van het M HKA geen aandacht aan logo’s of sculpturen, wel aan uitgeverij-galerie Multi-Art van Ibou zelf en zijn vrouw Liliane-Emma Staal, die van 1968 tot 1974 gevestigd was in de Antwerpse Groendalstraat en waar hij vooral grafisch werk toonde van belangrijke kunstenaars als Jef Verheyen, Albert Szukalski, Cel Overbergh, Allen Jones, Walter Leblanc en Marc Verstockt.
Nog te vermelden: het Antena-project op de bovenste etage, een cyclus van hybride geluidsopnames van Céline Gillain, onder de titel Luisteren naar de muren. En doorheen het hele museum (onder meer in de inkomhal) loopt een collectiepresentatie met vier werken van Denmark, onder de titel Sie sollen in Ruhe weiterarbeiten. 50 jaar dode letters. Denmark staat bekend als beeldend kunstenaar die papieren documenten, archieven, kranten, tijdschriften en andere letter-reservoirs plooit, verzaagt, verpulvert enzovoorts: ‘Hij voert een symbolisch en existentieel gevecht tegen de onophoudelijke stroom opinies en mediafeiten in de massamedia.’ Dat wordt stilaan een kwetsbaar punt in dit oeuvre: de massamedia van vandaag zijn digitaal, niet meer in print. Maar we denken met nostalgie terug aan een mooi werk van hem: een groot aquarium, waar enkele goudvissen in zwemmen en de wanden aanstaren, beplakt met teksten en foto’s uit glossy art magazines. HART was er ook bij.
Ten slotte: Ze heeft vele namen van Dora García is de hoofdtentoonstelling. García werkt met alle mogelijke middelen, vooral film en performance, is geëngageerd en feministisch, en werkt rond historische figuren als Jacques Lacan, Albert Camus, James Joyce, Alexandra Kollontai en anderen. Heel subtiel en moeilijk werk, en er zomaar even doorlopen heeft geen zin, want dan mis je negentig procent van de inhoud. Daarom is de bijbehorende brochure essentieel: neem ze, voor je de expo bezoekt, mee naar de leeszaal en lees de lemma’s door die García gebruikt in de opbouw van haar werk. Of lees het uitgebreide interview met Dora García in het printnummer van HART, maart 2023. Van woensdag tot en met zondag houdt ze ook geregeld performances in de zalen.
Het DNA van het M HKA schetsen is problematisch: het gebouw is in se niet geschikt voor de museale functies, er is geen ruimte voor een uitgebreide selectie uit de permanente collectie, een (gepland) nieuw gebouw is meer dan wenselijk. Een doorstart van het infrastructuurproject zou er dan toch komen. Maar sfeer vandaag ontbreekt, soms lossen diepgaand en oppervlakkig tentoonstellingswerk elkaar af. De balans tussen lokaal en internationaal zit ook niet goed (lokaal mag het sterker), en de pr-werking is een kleine ramp. Toch kom ik er graag, al maken de aanslepende werken aan de Zuiderdokken en voor het M HKA-gebouw het geen pretje om er te geraken.