Anders dan anders is het nieuwe normaal, en aan de actualiteit kan een tweejarig postgraduaatprogramma als het HISK niet ontkomen. Dus toen exposeren weer mogelijk werd, hebben curator Daniella Géo en de tien kunstenaars zich gehaast om deze eindpresentatie te realiseren. Een moment om bij stil te staan, want de volgende lichting wacht al. Toch is dit geen afstudeertentoonstelling maar een volwaardige groepsexpo. Met de opening van In a Long Blink of an Eye wordt bovendien de nieuwe locatie van HISK op het terrein van de voormalige Gossetfabriek in Molenbeek geïnaugureerd.
De nieuwe uitvalsbasis van het HISK is een samenwerking met de Vlaamse Gemeenschapscommissie in Brussel en zal na renovatie een multifunctionele ruimte worden voor zelfstandige kunstenaars, culturele organisaties en kunstacademies in het hart van de hedendaagse kunstscene in Brussel. De Gosset-site wordt nog verbouwd, maar de ruimtelijke openheid van de laureatententoonstelling belooft potentie. De langwerpige zaal is ingedeeld met enkele wandafscheidingen. Met pijlen op de grond die we inmiddels gewend zijn word je door de expositie geleid. Maar in plaats van rechte strepen maken de pijlen steeds een speelse golfbeweging, waardoor het parcours meer als een choreografie dan een opgelegde beperking aanvoelt.
Evenals vorig jaar is er geen conceptuele omkadering die vooraf een rode lijn moest uitzetten voor de laureaten. Toch is er een conceptuele samenhang en een aansluitende vormgeving, die In a Long Blink of an Eye zowel een op zichzelf staande allure geeft als reageert op de bewogen omstandigheden waaronder de deelnemers in hun laatste jaar hebben gewerkt. Tegenover oncontroleerbare parameters plaatsen de kunstenaars een opmerkelijk gevarieerd palet aan werken die geenszins doet vermoeden dat de makers hebben geleden onder de vluchtigheid van het moment. En tegelijkertijd kun je het proces van tijd – van duur, kortstondigheid, het provisoire, van verval, onomkeerbaarheid of stilstand – als een thematische verbinding in bijna elk werk herkennen.
Een van de eerste werken waar je langs wordt geleid hangt in een aparte ruimte die baadt in het licht en volledig wit geschilderd is. De installatie van Luca Vanello, Behind fibulas, absorbing surface of a child’s eye (2020), bestaat hoofdzakelijk uit een aantal opgehangen afgesneden takken, met bladeren waarvan het bladgroen chemisch is verwijderd. De bladeren zijn hierdoor wit getint en hangen als natte sokken wat naar beneden. Ik laat me vertellen dat hierdoor het ontbindingsproces van de planten is opgeschort waardoor de planten als het ware gevangen zitten in een soort tussenstadium.
De tentoonstelling is gratis maar als bezoeker kun je er geld verdienen. In Visitors of an Exhibition Space Are Suggested To ‘Do Nothing’ (2020) biedt Katya Ev de bezoeker de mogelijkheid om een uur lang ‘niks te doen’ en daarvoor ter compensatie het Belgische minimumloon te ontvangen. Maar wat betekent niksdoen? Middels een slimme legale constructie wordt ‘niks doen’ gedefinieerd door datgene wat de bezoeker in dit uur zelf besluit te doen. De installatie-performance raakt aan allerlei randvoorwaarden van de hedendaagse beeldende kunst: de relatie tussen maker en toeschouwer, werkomstandigheden, auteurschap en marktwerking, of functionaliteit en productiviteit.
Maar de relevantie van de tentoonstelling is niet alleen ontleend aan zelfbewuste reflecties of de specifieke omstandigheden van het moment; het lijkt bijna alsof elke kunstenaar een andere actuele kwestie belicht. In tijden waarin economische argumenten de discussie over de relevantie van kunst domineren, zoekt Diego Lama in Sisyphus Happy (2020) de functie van kunst in haar functieloosheid. Hij heeft auto-onderdelen laten vandaliseren met symbolische gravures door dezelfde robot die normaal auto’s in elkaar zet.
Shirley Villavicencio Pizango toont een serie zelfportretten die speelt met de positie van de vrouw in een cultuur van narcisme en macholeiders. In het midden staat een groen podium waarop de video X-Y (2020) van Helen Anna Flanagan te zien is. In een soort muziekvideo komt een samengesteld gezin bij elkaar voor een potje snooker. Het spel functioneert haast als een familieopstelling, waarbij de spanningen van sociale verhoudingen zich manifesteren in afwachten, stoten geven, en een script. Het podium zelf is net een snookertafel, wat het thema uitvergroot naar de tentoonstelling zelf.
Als klimmer ben ik gecharmeerd door de houten sculpturen van Štefan Papčo: een levensgrote ineengekrompen figuur, met barsten in het hout die de sculptuur bijna doen splijten, opgehangen donsjassen, een verbrande boombast en een abstracte vorm waar de boomschimmels nog op zitten. De grenzen tussen menselijke interventies en natuurlijke processen lijken te vervagen terwijl ons doen en laten vandaag een steeds prominentere rol speelt in de klimatologische omstandigheden van de aarde.
En dan zijn er nog de videowerken van Che-Yu Hsu en Nikolay Karabinovych die aan het einde van de zaal in het donker te zien zijn. En terwijl Oussama Tabti een zeer subtiel en innemend audiowerk presenteert, waar je door op een bel te drukken het verhaal van iemand in zijn of haar moedertaal te horen krijgt, klinkt eens in de zoveel tijd een gewelddadig lawaai van brekend glas, afkomstig van de vloer voor de installatie van Hanane El Farissi. En zo blijkt maar weer: een levendig en heterogeen ensemble als dit is meer dan een lange oogwenk waard.