Tot maandagavond vinden de Open Studios in het HISK in Gent plaats. Het moment om een kijkje te nemen in de ateliers van de 22 residenten en om met de kunstenaars in dialoog te gaan. Een genereus en gastvrij gebeuren waar we graag bij zijn!
De huidige lichting residenten van het HISK komt uit alle uithoeken van de wereld. Van Peru (Diego Lama en Shirley Villavicencio Pizango), Mexico (Elisa Pinto) en de Verenigde Staten (Nokukhanya Langa) tot Congo (Hadassa Ngamba), Afganistan (Aziz Hazara) en Taiwan (Che-Yu Hsu). Opvallend is ook de brede waaier aan disciplines waarmee de kunstenaars experimenteren, van lens-based media, audio en performance tot schilderkunst, grafiek, collages en installaties. Of ze nu nog piepjong zijn zoals de pas aan het KASK afgestudeerde Nelleke Cloosterman (°1996), Dries Boutsen (°1993) en Paulius Šliaupa (°1990), of al wat meer de klappen van de zweep kennen, zoals de reeds twee decennia beeldend actieve Diego Lama (°1980), steeds lees ik een gelaagdheid in hun werk. Sommige kunstenaars zijn manische vertellers, een bezoek aan bepaalde studio’s gaat gepaard met een verbale tsunami, maar dit is geen kritiek. Het is gewoon het bewijs dat de kunstenaars goed nadenken over hun werk en dat de maandelijkse gesprekken met professionals zijn vruchten afwerpen.
De coronacrisis heeft agenda’s dooreen geschud, ook deze van het HISK. De Open Studios die normaal reeds in april zouden plaatsvinden, zijn verschoven naar september. Voor de tweedejaarsresidenten, die een volledige tweede verdieping van de Leopoldskazerne in beslag nemen, komt de finale eindpresentatie die in de tweede helft van november opent, nakend dichtbij. Dat merkte ik tijdens mijn bezoek. Nikolay Karabinovych en Helen Anna Flanagan werken bijvoorbeeld - elk afzonderlijk - aan een videotrilogie. Bij Karabinovych is het werk vergevorderd, bij Flanagan is het af. Karabinovych toont het tweede deel van zijn videodrieluik Even Further (Yaknaidali in het Oekraïns, 2020) over een ingebeelde toekomst, ontmoeting, toeval, onderbroken levens en gemiste kansen. ‘Aan het derde deel ben ik nog bezig. Tijdens de eindpresentatie zal er een andere video te zien zijn die ik maakte in Kiëv. Ik focus me er op gebeurtenissen gerelateerd aan de elektronische muziekscene en jongerencultuur in Oekraïne,’ vertelt hij me. In de studio van Helen Anna Flanagan is het uiterst vermakelijke Gestures of Matter (2020), het derde deel van haar trilogie, te zien. De Britse kunstenaar onderzoekt er sociaal gedrag in de publieke ruimte en maakt een groteske uitvergroting van thema’s als gulzigheid en walging binnen de context van een fastfoodrestaurant. Voor de videoprojectie roteren drie roze kebabsculpturen als een soort potsierlijke ballerina’s. Tijdens ons gesprek verwijst ze naar psychosomatische klachten die ontstaan binnen groepen. ‘Hebben we hier te doen met empathie of eerder met het zich conformeren aan sociaal wenselijk gedrag?’ Het is werk dat talkrijke intrigerende onderzoeksvragen oproept, zoals ook de video Single Copy van Che-Yu Hsu waarin de kunstenaar onder andere de mechanismen van biopolitiek en het functioneren van ons geheugen verkent, en de (video)werken van Diego Lama met een duidelijk kritische ondertoon, thema’s aanrakend als kolonisatie, de kunstmarkt, de rol van de kunstenaar en de al dan niet succesvolle representatie van realiteit.
Soms vertrekt het werk van de kunstenaars niet zozeer vanuit een onderzoek, maar vanuit gebaren, zoals de tijd- en ruimte-specifieke performances en geconstrueerde situaties van Katya Ev die in haar praktijk onder andere machtsstructuren, controle, censuur, regelgeving en anonimiteit bevraagt. In haar studio tref ik tekst- en documentatiemateriaal van haar - inmiddels in de collectie van het M HKA opgenomen - performance Augenmusik (2016) die Bart De Baere, algemeen directeur van het M HKA, toepasselijk een moving performative image noemt. Ev vroeg 24 performers om synchroon met blauwe politielichten en met specifieke sirenegeluiden vanuit de uithoeken van Parijs - en later ook van Gent - naar het centrum van de stad te wandelen. Samen vormen de sirenes Bachs polyfone The Art of Fugue. De in Rusland geboren kunstenaar speelt er op een spannende manier met het zich toe-eigenen van machtsinstrumenten die gebruikt worden door de staat. In Le plus objet des objets (2019) geven performers bezoekers absurde, overdreven instructies tijdens een tentoonstelling van Ossip Zadkine. Op een tafel lees ik vervolgens richtlijnen en een contract voor een - heden nog titelloze - performance waarbij Ev deelnemers uitnodigt om tegen het minimumloon niets te doen. ‘Het kader ligt er, als een soort ‘jobomschrijving’, maar dan zonder het woord ‘job’,’ zegt de kunstenaar. Geen half werk bij Ev: ‘Dit werk ontstond in samenwerking met een schrijver en een advocaat. Aan mijn werk gaat steeds een grondige voorbereiding vooraf.’ Niet elk werk op de Open Studios behoeft een dergelijke uitgebreide tekstuele duiding. De trefzekere, directe beeldtaal van Shirley Villavicencio Pizango bijvoorbeeld met de haar zo typerende zwarte personages spreken voor zich. ‘Ik breng enkel mensen in beeld die ik goed ken of die ik toch op zijn minst heb ontmoet. Ook al gaat het vaak om blanke mensen, ik kies er bewust voor om ze in het zwart te schilderen. Ik zie dit als een statement. Door mijn Peruviaanse roots voel ik een affiniteit met zwarte mensen. Blank of zwart, het maakt niet uit, het blijft een persoon die ik trots en gelijkwaardig in beeld wil brengen.’
Op de derde verdieping tref ik meer ‘nieuwe gezichten’. Hier bevinden zich de ateliers van de eerstejaarsresidenten. Sommige passeerden weliswaar, door hun succesvol parcours, reeds meermaals voorbij m’n radar. Aziz Hazara bijvoorbeeld. Amper 28 lentes oud is deze Afghaans kunstenaar recent opgenomen in de shortlist voor de Future Generation Art Prize. Zijn residentie in HISK heeft hij te danken aan de Han Nefkens Foundation, een stichting die zijn video-installatie Bow Echo (2019), geproduceerd in Kabul, mee ondersteunde. Geboren in het midden van een burgeroorlog is Hazara getekend door de bloedige erfenis van zijn vaderland. In zijn werk merk ik een diepe interesse op voor geluiden die herinneringen oproepen en voor complexe (geo)politieke landschappen. In zijn atelier trekt een moodboard mijn aandacht. Het geeft een inkijk in een nieuwe video die de kunstenaar aan het voorbereiden is. ‘Ik overweeg een video te produceren waarin ik een kritisch licht werp op de zogenaamde ‘hulp’ (in de vorm van woningbouwprojecten, waterpompstations en bewakingstechnologieën) die Afghanistan aangeboden krijgt door verschillende ngo’s en particuliere beveiligingsbedrijven in de context van de strijd tegen terrorisme. Ik wil de verhouding tussen deze organisaties en de ontvangers onderzoeken.’
Een lichtvoetiger thematiek tref ik vervolgens in het atelier van Nelleke Cloosterman, waar ze momenteel aan een tweeluik werkt. Het werk verwijst naar La Primavera van Botticelli, een fantasiebeeld waarin alle seizoenen in de botanica samenkomen. Op een andere muur zie ik, in de haar zo kenmerkende poëtische pastelkleuren, weliswaar ook vogels zonder vleugels of zeepbellen die elk moment zouden kunnen springen. Een element dat vaak terugkeert op deze verdieping is speelsheid: van de ludieke blik die Nokukhanya Langa hanteerde bij de productie van haar - soms subversieve - schilderijen, tot het visuele spelen met taal, miscommunicatie en subtekst in het werk van Sandrine Morgante, en een bordspel Art & My Career (2019) van Olivia Hernaïz ontworpen om het probleem van ondervertegenwoordiging van vrouwen in de kunstwereld aan te pakken. Het gezelschapsspel is gebaseerd op honderden getuigenissen uit de kunstwereld en nodigt ons uit om in verschillende rollen te kruipen, van kunstenaar tot museumconservator, om zo hun strijd beter te begrijpen.
Het ontspant om me vervolgens even onder te kunnen dompelen in een video-installatie van Paulius Šliaupa. Zijn sensuele, tactiele benadering en gevoelige gebruik van licht en geluid creëren een poëtische sfeer en een betoverende energie. Het contrast is groot wanneer ik vervolgens het atelier van Dani Gherca betreedt. De Roemeense kunstenaar gebruikt er protestacties als een metafoor voor een dialoog tussen fysieke en digitale aanwezigheid. Hij onderzoekt hoe digitale instrumenten in de nabije toekomst zullen veranderen. Ik zie de aanzet van een nieuw werk: een grootschalige fotografische print van een protest dat ik niet meteen kan thuisbrengen, maar dat hoeft niet. ‘Ik heb niet de intentie om protesten te documenteren of om verhalen te vertellen, maar wel om de verhouding tussen groepen mensen en openbare plaatsen te onderzoeken. Hoe bezetten en gebruiken mensen stedelijke ruimte voor politieke en sociale doeleinden?’ Gherca vertelt me over toekomstplannen, zoals opnames met een 3D-microfoon en een VR-camera.’ Mijn aandacht heeft hij vast.
Tot slot is er dit jaar, op de studio van de Mexicaanse Elisa Pinto na, geen louter autobiografisch zoektochten te zien. Een zin uit de bezoekersgids die haar werk aankondigt verontrust me een beetje ‘many of my pieces are conceived as acts of healing’. Dit levert meestal geen sterke kunst op, maar de installaties en experimenten in haar atelier geven toch blijk van een visueel interessant, spiritueel onderzoek. Nieuwsgierig vraag ik of ze ook met herinneringen van geluiden werkt? ‘Nee, nog niet, maar de interesse is er.’ Net als mijn belangstelling om het traject van deze kunstenaars verder te blijven opvolgen.
Extra: HISK edition 2020
HISK gaf de 22 kunstenaars die er momenteel resideren tijdens de lockdown de opdracht om een nieuw werk te produceren. Dit resulteerde in 22 zeefdrukken in een oplage van 30. Deze zeefdrukken worden in series van 4 of 5 of als volledige set van 22 aan een lage prijs verkocht. De opbrengst gaat integraal naar de kunstenaars. De Open Studios bieden een unieke kans om deze complete editie zeefdrukken aan den lijve en ingekaderd te bekijken en te ervaren. Voor meer info, zie editions.hisk.edu