Dr. Hugo Heyrman (Wikipedia: ‘In 1995 promoveerde hij tot doctor in de kunstwetenschappen, met een thesis over ‘Kunst & Computers: een verkennend onderzoek over de digitale transformatie van kunst’, aan de Universiteit van La Laguna in Spanje’) heeft nu al zijn veertiende solo-tentoonstelling in de Anwerpse galerie De Zwarte Panter. Er hangen meer dan vijftig tekeningen en schilderijen, onder de titel ‘The Double Life of Images’.
Uit de zaaltekst: “Via het mysterieuze dubbele leven van beelden betreden we de dimensie van een flexibel, innerlijk gevoel van tijd – waar een blik een privédroom wordt. De werken zijn een informele schilderkunstige transformatie van materie en media, fotografie en filmbronnen.” Dat is een redelijk hermetische manier om te zeggen dat Heyrman schildert naar bestaande beelden en daar een dubbelhartig laagje over legt, via meerdere schilderlagen, kleurgebruik, licht-donker, schaduw enzovoorts. Het beeld van een hond en twee wandelende vrouwen heet bijvoorbeeld ‘United Shadows’. Een wandelaarster over een rode fietsstrook wordt ‘Imaginary Red Carpet’, een file op een stedelijk kruispunt is ‘Bezette Stad’, een vrouw die, steunend op één been, een schoen aantrekt wordt ‘Equilibrium’, enzovoorts.
Heyrman heeft een even boeiende als bizarre carrière achter de rug. In de jaren zestig-zeventig maakte hij, samen met onder meer Panamarenko en Wout Vercammen, naam in de Antwerpse kunstwereld van performances en happenings. Vervolgens gooide hij zich op de computerkunst en maakte hij onder meer sculpturen in levensgrote pixels, waarvan er nog altijd eentje in een openluchtmuseum in Nevada prijkt. Maar Heyrman liet zich vanaf de jaren zeventig-tachtig vooral opmerken als ‘atmosferisch’ schilder en scoorde internationaal met onder meer een reeks van zichten op het kruispunt Belgiëlei - Mechelse Steenweg in Antwerpen (waar hij toen op de hoogste etage van een hoekgebouw zijn atelier had). Heyrman schilderde het kruispunt in alle jaargetijden en weersomstandigheden.
Wat nu te zien is in De Zwarte Panter borduurt daarop verder, net als vele vorige reeksen die hij er toonde. Er wordt veel gewandeld in zijn schilderijen, door uiteenlopende personages, in alle soorten van weer en wind, en met veel blauwen en groenen. Maar altijd hangt er een waas over de werken, waarbij het ogenschijnlijk figuratieve overgaat in een atmosferische abstrahering. De beelden krijgen een zekere nostalgie en tragiek mee. Waarbij je je wel afvraagt: waar zit vandaag nog de urgentie in dit werk?