Alles over kunst

Expo

‘Huib Hoste en zijn tijdgenoten’ in het Zwart Huis Knokke

Marc  Ruyters

Praktische info

‘Huib Hoste en zijn tijdgenoten’ tot 13 mei in Het Zwart Huis, Dumortierlaan 8, Knokke. Open do-zo van 12-18 u., gesloten op 27 en 28 april. www.ronnyvandevelde.com

Het beroemde Zwart Huis in Knokke wordt dit hele jaar ‘bezet’ door Ronny en Jessy Van de Velde, van de gelijknamige galerie in Antwerpen en Knokke, die er vier tentoonstellingen gaan organiseren. Het Zwart Huis aan de Dumortierlaan is in 1924 gebouwd, naar het ontwerp van de beroemde modernistische architect Huib Hoste. Het wordt beschouwd als een van zijn meesterwerken. Hoste was verbonden met de toenmalige avant-gardebeweging in de beeldende kunst: hij had nauwe contacten met De Stijl, maar ook met Jozef Peeters en andere kopstukken, hij werd geïnspireerd door Le Corbusier en zocht altijd vernieuwing, ook en vooral in diverse sociaal gerichte bouwprojecten.

Het Zwart Huis is een unicum: als toenmalige woonst van dokter De Beirs en zijn gezin was het, mét dokterspraktijk, groter en luchtiger (met een lichtinval via de centrale traphal) dan de meeste andere huizen in het interbellum. Het huis werd ook ingericht door diverse kunstenaars, onder wie Servranckx.

Ronny en Jessy Van de Velde openden dit tentoonstellingsseizoen met de tentoonstelling ‘Huib Hoste en zijn tijdgenoten – Belgische avant-garde 1914-1930’, met werk van onder meer Paul Joostens, Oscar Jespers, Karel Maes, Jozef Peeters, Jules Schmalzigaug, Victor Servranckx en vele andere uit die rijke interbellumtijd, toen de Belgische abstracte avant-garde internationaal aan het raam kwam piepen, onder meer via de belangrijke expo ‘Exposition internationale d’art moderne’ in Genève in december 1920. Wie hier meer wil over weten leest best de sterk onderbouwde tekst ‘Modernisme aan de kust’ van Peter J.H. Pauwels in de catalogus, die bij deze tentoonstelling hoort.

De Van de Veldes gaan voor de rest van dit jaar verder met het opzetten van tentoonstellingen in Het Zwart Huis: met Amédée Cortier die van het neokubisme naar minimal art evolueerde (mei-juli); met Willy De Sauter die de schilderkunst aan een fundamenteel onderzoek onderwerpt (augustus-september); en met Boy & Erik Stappaerts, met zijn bekende ‘conflict paintings’ (oktober-november).

MR

Dit artikel is digitaal nog niet volledig beschikbaar. We werken aan ons archief.

Victor Servranckx, ‘Opus I’, 1921-1922, gips, 41 x 37 x 37 cm.
Jules Schmalzigaug, ‘Dynamische dansgewaarwording (Binnenzicht in een nachtbar)’, 1914, olie op doek, 97 x 107 cm.