De praktische problematiek van de coronapandemie maakt dat er meer zorg en aandacht uitgaat naar de lokale gemeenschap dan voorheen. Misschien zou je het afgelopen jaar als een katalysator kunnen beschouwen voor ontwikkelingen die al langer in het verschiet lagen. De afgelopen jaren is de Antwerpse scene in beweging met een behoorlijk aantal nieuwe initiatieven, van artist-run plekken en non-profit ruimtes, tot zeer bijzondere locaties en alternatieven binnen de stevige Antwerpse galeriewereld. Ik ging in gesprek met drie stemmen die aan de basis staan van zulke bewegingen: Joachim Naudts, artistiek coördinator van Kunsthal Extra City; Nadia Bijl, oprichter van Lichtekooi Artspace; en Yirka De Brucker, curator van Ballroom Project.
Bas Blaasse: Het Antwerp Art Weekend staat voor de deur. Jullie zijn alle drie betrokken bij initiatieven en ruimten die openen of plaatsvinden rond dezelfde tijd. Wat kunnen we verwachten?
Yirka De Brucker: Binnen het kader van Antwerp Art wil het Ballroom Project ruimte bieden aan Belgische en Nederlandse galerieën om aanwezig te zijn via een creatief, dynamisch en artistiek platform, zonder weliswaar het commerciële aspect uit het oog te verliezen. Het doel is om een project op te zetten dat zich situeert op de grens tussen een expo en een commercieel platform, tussen tentoonstelling en verkoop, uitgaande van een selectie van gelijkgestemde galerieën. We willen het typische ‘kunstbeursgevoel’ vermijden. We werken daarom niet met aparte stands maar met een tentoonstellingsconcept op basis van de ontvangen inzendingen van de deelnemende galerieën, afgestemd op de specifieke dynamiek van de tentoonstellingsruimte. Wat die thema’s voor deze editie zullen worden, laat ik de bezoekers zelf ontdekken.
Joachim Naudts: Met Kunsthal Extra City openen we onze nieuwe ruimte (in een ontwijde Dominicanenkerk) de week voor Antwerp Art Weekend met een aantal projecten met in totaal twintig kunstenaars, waarvan er maar zes niet in België woonachtig zijn. Dat is een bewuste en strategische keuze. Enerzijds om praktische redenen, vanwege bijvoorbeeld reisbeperkingen, wat maakt dat je focus iets lokaler wordt. Maar anderzijds ook omdat we ons eigen ecosysteem nu willen ondersteunen, mensen uit onze eigen omgeving willen bijstaan die het ontzettend moeilijk hebben. Dit doen we ook door in goede productiebudgetten en vergoedingen te voorzien.
Nadia Bijl: Op 8 mei open ik samen met Pepa De Maesschalck een nieuwe non-profit tentoonstellingsruimte voor hedendaagse kunst, Lichtekooi. We openen met een groepstentoonstelling onder de titel Beste kunstwereld, …, waarbij kunstenaars reflecteren op verschillende aspecten van de kunstwereld. Met ons programma willen we een soort multidisciplinariteit omarmen, wel steeds vertrekkend vanuit de beeldende kunst. Naast tentoonstellingen willen we bijvoorbeeld ook aandacht schenken aan lezingen, omdat we denken dat daar nog ruimte voor is in Antwerpen. We zullen ook meer een faciliterende rol opnemen waarbij we samenwerkingen aangaan en in de eerste plaats de kunstenaar aan het woord laten. We vinden het belangrijk om vanuit onze generatie een initiatief op te zetten, omdat we voelen dat dat grotendeels nog ontbreekt in Antwerpen. De voornaamste motivatie om te starten kwam vanuit dat gevoel van gebrek en vanuit een engagement om jonge kunstenaars te stimuleren en een plek te geven.
BB: Zijn er ontwikkelingen die jullie waarnemen of juist in gang willen zetten?
JN: Toen ik de aanstelling van curator kreeg bij Kunsthal Extra City, zei iemand tegen mij dat er eindelijk dingen gingen gebeuren in Antwerpen, waarmee hij niet alleen verwees naar Kunsthal Extra City, maar ook naar jonge ruimtes zoals Otty Park, Out of Sight of Lichtekooi. Het was, denk ik, een expressie van het gevoel dat er eindelijk weer een levendige kunstscene ontstaat, waar niet enkel de galeriewereld sterk in staat. Want die galeriewereld is stevig verankerd in Antwerpen, maar daarnaast ontbrak het wel aan plekken die spannend waren. Ik denk aan LLS 387 en LLS Paleis, en Objectif Exhibitions die daar bijvoorbeeld een belangrijke rol in speelden. Het zorgt voor een veel diverser uitgangspunt dan zelfs twee, drie jaar geleden en voor ondersteuning aan kunstenaars die bijvoorbeeld niet door de galeriewereld werden ondersteund. Een fijnmazig netwerk van verschillende typen organisaties is heel belangrijk om de scene vooruit te helpen.
BB: Zoals Nadia al aangeeft ontstaan nieuwe initiatieven vaak in reactie op een bepaalde beweging of juist het ontbreken ervan. Zijn er gaten of mogelijkheden in de Antwerpse scene waar Kunsthal Extra City specifiek op inspeelt?
JN: Wat mij betreft wordt Kunsthal Extra City een plek die niet per se op zoek gaat naar hiaten, maar wel heel veel aandacht schenkt aan kunstenaarspraktijken die eerder minder naar voren kwamen in de Antwerpse scene. Een heel concreet voorbeeld is onze nieuwe kapelruimte waar we gastcuratoren uitnodigen met de vraag om zelf kunstenaars voor te stellen, die misschien standaard nog geen plek hadden in Antwerpen of zelfs Vlaanderen. En dat zijn ook curatoren die voornamelijk niet in Antwerpen woonachtig zijn. We willen die ruimte dus openzetten voor stemmen en praktijken die anders niet aan bod zouden komen. We proberen zo onze eigen blindspots, die we allemaal hebben, te counteren en ik denk dat dat tegelijkertijd ook een deel van de Antwerpse kunstscene kan counteren.
BB: Je probeert je armen als het ware uit te spreiden, je zichtveld te vergroten door andere stemmen aan het woord te laten. Hoe kijkt Lichtekooi hier tegenaan?
NB: Wij willen in die zin ook onze armen spreiden en aandacht schenken aan Belgisch-brede kunst, omdat we voelen dat dat toch wat zuurstof kan geven aan de Antwerpse scene. Tegelijkertijd vinden we het als Lichtekooi heel belangrijk om onze wortels hier in Antwerpen te hebben. Met die spreidstand proberen we op een goeie manier een evenwicht te vinden. Wij hebben voor onze eerste tentoonstelling bewust gekozen om naast verschillende Antwerpse kunstenaars ook een aantal kunstenaars uit Brussel en Wallonië uit te nodigen, zoals Jacques Charlier of Hannah Kalaora. Wat dan juist wel weer heel positief is aan Antwerpen, is dat er een hele sterke kunstenaarsgemeenschap is. Daar is soms kritiek op (ook vanuit een jongere generatie), omdat die scene zo hecht is of zelfs gesloten, maar ik ervaar dat toch als positief omdat die kunstenaars in zekere zin de Antwerpse kunstscene dragen en vooruit drijven. Misschien ook omdat de institutionele wereld het soms wat laat afweten. Als je Antwerpen vergelijkt met andere Belgische steden, dan hebben andere steden grotere infrastructuren voor kunstenaars en kunstplekken vanuit de stad zelf. Dat is wel een serieus gemis in Antwerpen.
BB: Yirka, heb jij het gevoel dat Antwerpen nood heeft aan nieuwe ideeën en initiatieven?
YDB: Persoonlijk denk ik dat er altijd nood is aan initiatieven die de rest van het veld uitdagen, voortstuwen en met elkaar in gesprek gaan. Ik ben wel voorzichtig om de galeriewereld over één kam te scheren. Die is reeds enorm divers. Ik geloof dat Antwerpen al lange tijd een avant-gardistische stad is. Het één kan niet zonder het ander bestaan en ruimtes die minder focussen op het commerciële aspect zijn vaak de stuwende kracht geweest binnen vernieuwing in de kunsten. In Antwerpen is er zeker nog plek voor tentoonstellingsruimtes en galerieën, die zowel het lokale ecosysteem van kunstenaars in en rondom Antwerpen centraal plaatsen, als een uitwisseling tussen verschillende steden en landen bewerkstelligen. Dit laatste ligt natuurlijk moeilijk gezien de huidige corona-epidemie. En dat er een sterke zorg uitgaat naar het lokale ecosysteem is zeker tijdens deze pandemie van onschatbare waarde en belang. De kunstwereld kraakt onder de druk van de coronasituatie en vele kunstenaars zitten in een precaire situatie.
BB: Mede door de coronapandemie benadrukken jullie eigenlijk alle drie het belang voor aandacht en zorg voor de lokale gemeenschap. Hoe verhoudt internationale of stedelijke samenwerking zich ten opzichte van die zorg? Is dat iets wat elkaar kan versterken?
YDB: Het Ballroom Project nodigt bewust zowel Antwerpse, Brusselse als Nederlandse galerieën uit. Doordat het plaatsvindt tijdens het Antwerp Art Weekend wordt er een breder kader aangeboden waarbinnen het project zich kan situeren. De verbinding met de stad is tijdens het weekend uitzonderlijk sterk en het interstedelijke en internationale gegeven bevordert juist boeiende samenwerkingen. Voor de deelnemende galerieën zijn het Ballroom Project en het Antwerp Art Weekend een kans om verdere verbindingen met onze stad aan te gaan.
JN: In het verleden heeft Kunsthal Extra City een aantal redelijk grote solotentoonstellingen georganiseerd met internationale kunstenaars. Waar ik nu weinig in zie, is om solotentoonstellingen te organiseren waar kunstenaars een paar dagen voor de opening naar hier vliegen, de laatste finetuning aan hun installaties doen, en daarna weer terugvliegen. We zijn juist op langere termijn aan het zoeken naar een aantal soloprojecten waarin een heel duidelijk engagement en commitment van een internationale kunstenaar richting de lokale gemeenschap wordt gevraagd, bijvoorbeeld dat die persoon ook een aantal maanden gastdocent is op een academie in Antwerpen, of dat diegene een residentie doet. Zodat die persoon ook duidelijk tentakels ontwikkelt en een netwerk opbouwt in die scene, waardoor er meer achterblijft dan alleen een tentoonstelling.