Wie vrijdag 13 december in de late namiddag in Gent iemand op straat ziet lopen met een politiezwaailicht, ziet een moment uit een performance van de Russische kunstenares Katya Ev. Twaalf personen lopen dan uit alle hoeken van Gent naar het hoofdauditorium van de Gentse Universiteit waar om 7u30 een symposium start met boeiende dialogen vanuit 3 perspectieven (economisch, identiteit en stad) met o.a. de Griekse econoom Yanis Varoufakis.
Het symposium heeft als onderwerp ‘Arbeid en democratie’. Het werd geïnitieerd door twee vrienden, de Gentse emeritus-hoogleraar antropologie Rik Pinxten en Jan De Tremerie. Het wordt georganiseerd door Crescendo-S in samenwerking met ‘t Zal Wel Gaan, Ugent, de stad Gent en DIEM25. Pinxten vroeg aan M HKA-directeur Bart De Baere, een fan van hem, om het symposium te complementeren met een beeldend kunstluik. De Baere nodigde drie kunstenaars uit, de Russische Katya Ev (ekaterina vasilyeva), die Gent goed kent als residente van het HISK, de Oekraïense Alevtina Kakhidze en de Griekse Danae Stratou. Ze maken elk op heel verschillende wijze performatief en maatschappijgericht werk. De uitkomst is een versmelting van symposium en beeldende kunst geworden.
De bijdrage van Katya Ev is een geconcentreerde versie van haar performance Augenmusik die in 2016 doorging in Parijs terwijl de terroristische aanslagen daar nog nagalmden, als een beeld van urgentie. Ze liet vierentwintig performers uit de cirkel van toegangspunten rond Parijs naar het geografisch centrum van de stad gaan, het plein bij Les Halles. Elk hadden ze een politiezwaailicht bij en een rugzak met één enkele elektronische toon. Bij samenkomst bij Les Halles vormden ze samen een melodielijn uit de Kunst der Fuge van Johan Sebastian Bach. M HKA verwierf de documentatie hiervan. In Gent is het werk geluidloos en is het centrum van de stad het ontmoetingsmoment van het symposium. Tegelijkertijd met de deelnemers daaraan komen de zwaailichten binnen in het auditorium. Ze vormen zo het begin van het symposium. De vertrekpunten en routes staan op haar website en kunnen zo worden gevolgd. De andere twee kunstenaars zullen tijdens de lezingen interveniëren.
Alevtina Kakhidze, de Oekraïense kunstenares – o.a. bekend door haar radioverhalen over haar in het oorlogsgebied in Oost-Oekraïne wonende moeder en van haar verhalende tekeningen, zoals ze er verleden jaar in Bozar in Brussel realiseerde over de tuinen die haar laboratorium zijn – zal op het podium tekeningen maken, zoals ze al eerder deed tijdens Manifesta in Sint-Petersburg . Via die tekeningen gaat ze live in dialoog met de sprekers.
De Griekse kunstenares Danae Stratou, die Griekenland vertegenwoordigde op de 48ste biënnale van Venetië, maakt installaties en video’s die maatschappelijke vragen vanuit een breed perspectief benaderen. Haar bijdrage in Gent is een versie van haar interactief werk ‘Het is Tijd om de Zwarte dozen te openen!’. Daarbij vraagt ze telkens om lokaal een oproep te doen om woorden in te zamelen die van groot belang zijn, ofwel omdat ze reflecteren wat ons bedreigt, ofwel omdat ze gaan over wat we willen behouden. Die woorden brengt ze dan in de ruimte, als een artistieke stem voor de bezorgdheden en de hoop van een maatschappij. In Gent zal de ‘ruimte’ dus die van het symposium zijn.
In de expovleugel van Zebrastraat zullen in het weekend neerslagen hiervan te zien zijn. Daar gaat op zaterdag 14/12 het tweede luik van het symposium door, in de vorm van een reeks workshops. In de expovleugel kan men parallel daaraan een visuele reflectieruimte bezoeken. Daar gaan Jo Van Den Berghe en Mira Sanders in dialoog met de inzet van de drie kunstenaars. Ze zijn beiden verbonden aan Sint-Lucas Gent, Jo Van den Berghe als professor architectuur, Mira Sanders als beeldend kunstenares. Samen engageren ze zich als Studio Anatomy. Hun reflecties nemen de vorm aan van tekeningen, ze thematiseren hiermee alternatieve mogelijkheden om de publieke ruimte te zien, zoals ook het werk van de kunstenaars dit reeds op zich doet. Deze ‘visuele reflectieruimte’ wordt zo een ‘zesde workshop’.