Alles over kunst

Expo

Jan Fabre, Melissa Gordon en Keren Cytter in Deweer Gallery

Praktische info

Jan Fabre, ‘Vanitas Vanitatum, Omnia Vanitas’, Melissa Gordon, ‘The Gesture is a Joke’, en Keren Cytter, ‘Siren’, tot 3 juli in Deweer Gallery, Tiegemstraat 6A, Otegem. Open woe-vrij, 14-18 u en zo, 14-18 u. www.deweergallery.com

Indrukwekkende taferelen van juweelkeverschildjes op paneel sieren de benedenverdieping van Deweer Gallery in Otegem als ‘une merveille’. Met deze serie nieuwe mozaïekwerken van ongeveer 150 kilo per werk toont Jan Fabre er in exclusieve avant-première zijn nieuwe werken die dit najaar, namelijk van 21 oktober tot en met 9 april, in het Hermitagemuseum in Sint-Petersburg onder de titel ‘Jan Fabre – Knight of Despair/Warrior of Beauty’ te zien zullen zijn. Hij exposeert in Otegem samen met de Amerikaans-Britse Melissa Gordon en met de Israëlische videokunstenares Keren Cytter.

Inge BRAECKMAN

Met haar narratieve maar radicaal experimentele, met weinig middelen en snel gemaakte video’s (waarbij de lowbudgetstijl soms doet denken aan amateuristische videodagboeken of home movies, en google-zoekopdrachten en skype-conversaties feilloos worden geïntegreerd) tast Keren Cytter (°1977) op verschillende manieren de grenzen van het medium af. Daarbij confronteert ze de kijker herhaaldelijk met de onmogelijkheid van authentieke filmcreatie en met het feit dat hij/zij zich in een virtuele wereld bevindt.
Bovendien geeft ze die een inkijk in het maakproces. Een soort van suspense is daarbij een constante, nu eens opgeroepen door het onderwerp dan weer door de manier waarop Cytter haar onderwerp in beeld brengt. Op de bovenverdieping van de galerie zijn er drie verschillende projecties in loop te zien. Zo maakte Cytter voor ‘Metamorfoses’ gebruik van gevonden beeldmateriaal, afkomstig van YouTube-video’s en fragmenten uit Hollywoodfilms. Transformatie en ontwrichting staan daarbij centraal.
**Verschuivingen van de blik**
Met ‘The Gesture is a Joke’ brengt Melissa Gordon (°1981) haar tweede solotentoonstelling. Binnen de bestaande architectuur van de galerie heeft ze een eigen installatoire constructie van metalen profielen en gipsplaten opgetrokken die de vormgeving en grootte van haar studio en huis in Londen dupliceert. Daarop zijn er verschillende abstracte schilderijen te zien, enerzijds penseelwerken en anderzijds de resultaten van een zeefdruktechniek (op een afstand gelijkend op schilderijen). Het gestuele gebaar, dat aanleunt bij een abstract expressionisme, is in deze werken van cruciaal belang. Aan de hand van allerlei vlakken gaat ze na in welke mate je door een beeld te reconstrueren dat beeld al dan niet kan manipuleren. Via verschuivingen en close-ups triggert Gordon de blik van de kijker. Door de manier waarop ze haar werken in de galerie presenteert verleent ze die niet alleen een intimiteit maar trekt ze de betekenis ervan ook verder de ruimte in.
**Omnia vanitas**
IJdelheid en trouw zijn de twee hoofdthema’s in het nieuwe werk van Jan Fabre – niet toevallig ook twee centrale onderwerpen die vaak voorkomen in de Vlaamse schilderkunst van de 16de en 17de eeuw. In de kunsthistorische iconografie worden die voornamelijk verbeeld door een schedel en een hond. Fabre is dan ook van plan een aantal van zijn nieuwe tableaus te integreren in de zalen van het Hermitagemuseum die gewijd zijn aan de 17de-eeuwse Vlaamse schilderkunst en waar ze onder andere in de plaats van de doeken van de Antwerpse Jordaens zullen hangen.
We zien op de benedenverdieping van Deweer Gallery taferelen die voornamelijk bestaan uit honden en skeletten. De werken hebben het aura van bas-reliëfs waarin het licht voortdurend lijkt te spelen en te veranderen. Door de manier waarop Fabre het materiaal van de dekschilden van de groene juweelkevers heeft aangebracht, die in 2002 ook werden gebruikt voor het werk ‘Heaven of Delight’ op het plafond van een van de kamers van het Koninklijk Paleis in Brussel, verkrijgt elk werk een iriserend effect. De lezing wordt vanop een afstand anders zodat de tableaus tot iets radiografisch verworden. Deze werken die tegelijk afstotend en verleidelijk werken, symboliseren de ‘vergankelijkheid’ van het bestaan op een manier die enkel Jan Fabre onder de knie heeft.

Dit artikel is digitaal nog niet volledig beschikbaar. We werken aan ons archief.

Jan Fabre, ‘Heaven of Delight’, 2002, courtesy of the artist