‘Elk nadeel heb ze voordeel’. Het M HKA in Antwerpen is, door gigantische infrastructuurwerken rondom, momenteel schier onbereikbaar. Dus komt er veel minder volk, en krijg je bij de video- en filmtentoonstelling Lenin was een Paddenstoel, bewegende beelden in de jaren 1990 alle ruimte om de negentien voorgestelde werken rustig te bekijken. Elk video- of filmwerk is ook afgeschermd met gordijnen, in een bedacht ontworpen structuur van tentoonstellingsarchitecte Samyra Moumouh, zodat het ene werk het andere niet stoort.
Curator is Nav Haq – hij is sinds kort ook geassocieerd directeur bij het M HKA. We kennen hem als de maker van een hele reeks gedegen tentoonstellingen in het museum, en ook nu druipt de kwaliteit ervan af. Met één voordeel: waar die eerdere tentoonstellingen soms geplaagd werden door de ontoereikende infrastructuur (Beuys, Broodthaers, Byars) verdwijnen de museumruimtes nu als het ware in het niet, dankzij de gordijnenchoreografie van Moumouh. Tijd dat het nieuwe museum gebouwd wordt.
Haq wil een blik werpen op de ‘bewegende beelden in de jaren negentig’, toen de conceptual en minimal art uit de jaren zeventig en tachtig opgevolgd werden door een opstoot van film-, video- en computerwerken. Ze zorgden voor een nieuwe technologische innovatie, ze verbreedden de artistieke taal. Uit de perstekst: ‘Met zowel video-hardware als montagesoftware die breder toegankelijk werden, waren de jaren 1990 een belangrijke periode voor de ontwikkeling en verspreiding van de film- en videokunst.’
Nav Haq maakte een selectie van negentien kunstenaars uit die periode, die even subjectief als helder is: geen werk van bijvoorbeeld Bill Viola, Matthew Barney, Tony Oursler of Ria Pacquée, maar wel van die negentien anderen. En dat zorgt voor meerdere uren kijkplezier, als je elke video of film wil uitzien. Ik maakte een selectie van drie werken plus twee.
Ik bekeek nog eens dial H.I.S.T.O.R.Y (1997) van de Belg Johan Grimonprez, waar we ooit flabbergasted door raakten op de Documenta in Kassel van 1997. Vijfentwintig jaar later blijft dit een ongemeen beklijvend werk over terrorisme, geweld en imperialisme, waarvan de accenten in die kwarteeuw verschoven zijn van links naar rechts. De tijden zijn gewijzigd.
Gianni Motti toont Shock and Awe (2003), waarin de toenmalige Amerikaanse president George Bush jr. zich voorbereidt op een tv-interview, en waar zijn grimassen, tics en ongemak boekdelen spreken over zijn intelligentieniveau.
En de Indiër Amar Kanwar biedt met zijn A Season Outside uit 1997 een inkijk in machogedrag, raciale spanning, conflict en geweld in een film die zich afspeelt op de grenslijn tussen India en Pakistan in Wagah (Punjab), waar de botsende etniciteit knettert.
We keken ook graag naar het werk van Pipilotti Rist, waarin ze het beroemde nummer Wicked Game van Chris Isaak tot de hare maakt, en naar de installatie van Nedko Solakov, waar hij kiest voor andere identiteiten voor zich zelf – hij vermomt zich in een ammoniet, een eend, een sneeuwvlokje – en waarin een getekende eend op de muur wegvliegt met de tekst ‘She doesn’t really like the show’.
En van Anne-Mie Van Kerckhoven is de computeranimatie Re-Pain uit 1999 te zien: de traagheid van die eerste animatiemogelijkheden met de computer vandaag oogt nu haast ontroerend.
Deze tentoonstelling draagt de titel Lenin was een Paddenstoel: dat komt uit een tv-mocumentaire van Sergei Kuryokhin en Sergei Sholokhov, die deed denken aan wat het Amsterdamse collectief KIRAC nu doet: kunst en vooral de ‘kunstinstellingen’ meedogenloos bevragen en bekritiseren. Lenin was een Paddenstoel werd gemaakt in 1991, toen de Sovjet-Unie implodeerde en er heel eventjes veel mogelijk was. KIRAC werd bij een geplande tentoonstelling in KIOSK Gent in april van dit jaar slachtoffer van de cancelcultuur, ‘om de kunststudenten niet te verontrusten’. Zo te zien waren de jaren negentig ooit roaring, iets wat we nu massaal aan het verliezen zijn.