Op het prachtige domein van het Kasteel van Seneffe in Henegouwen (300.000 bezoekers per jaar!) loopt tot 14 november de buitententoonstelling Les Voyageurs van de Belgische kunstenares Tinka Pittoors (1977, woont en werkt in Antwerpen). Pittoors stelde er veertien installaties op, rond het kasteel en in het grote park van het domein. Het thema is ‘Les Voyageurs’, reizigers dus, of mensen die zich verplaatsen, in deze tijden een beladen thema met migranten, vluchtelingen, asielzoekers en dies meer. Dat schemert ook door in haar werk in Seneffe, waarbij ze de kern van haar oeuvre weer helemaal respecteert: het heen en weer gaan tussen utopie en dystopie, tussen kleuren en kitsch, tussen vrolijk en dreigend.
Er is het varken dat in een rubberboot in een fontein vaart (het kan de Middellandse Zee zijn): een ongemeen beladen werk, in alle betekenissen van het beeld. Er zijn de kerstmannetjes die een balkon van het kasteel beklimmen: ze hebben wel een zwemvest aan. Er is de film ‘Urbicide’, te zien in een lage kelderruimte, waarin een trein een spoor afrijdt in een grote vanitas-installatie, en waarin alles wat klein en vrolijk is groot en dreigend wordt. De film werd enkele jaren terug in Gent gemaakt. Er is de installatie ‘Favela’ aan de overkant van een waterpartij, die er op het eerste gezicht haast toeristisch uit ziet, maar die opgebouwd is met constructies waarin dieren wonen of vervoerd worden (reizen!), vaak luxueuzer dan de krotten waar mensen in moeten wonen. Er is de grote installatie ‘Identity’, met onder meer sculpturen van ganzen, doorboord met een pijl: ganzen foerageren ook, en ze verwijzen naar de plek in de Antwerpse polders waar Tinka Pittoors met haar partner-kunstenaar Kris Fierens woont en werkt (Hoevenen, deelgemeente van Antwerpen) en waar elk jaar het folklorespel ganzenrijden wordt gehouden, waarbij een kandidaat te paard de kop van een (dode) gans moet afrukken.
Tinka Pittoors laat zich inspireren door wat reilt en zeilt in onze samenleving, maar ze werkt dat nooit rechtstreeks of imminent uit, wel onderkoeld. Ze beklemtoont en relativeert tegelijk, zoals in het werk ‘Loss’, dat verwijst naar zovele plekken in dit land waar verkeersslachtoffers herdacht worden met een schrijn aan de kant van de weg, of de gemaskerde beelden in het Cours d’Honneur van het kasteel, die verwijzen naar de Braziliaanse feministen die maskers pimpten, of ‘Destiny’, een beeld van Aphrodite, die ‘reist in de tijd’.
Eerder schreef ik over haar oeuvre: ‘Pittoors creëert haar werk in situ door kant-en-klare objecten te her-assembleren tot frisse en verrassende vormen. Frivole alledaagse gebruiksvoorwerpen worden uitgehuwelijkt aan elementen van eigen makelij en verworden tot een poëtisch, incongruent landschap. Dat samengaan van alledaagse items met voorwerpen van de hand van Pittoors breng een boeiende relatie tussen kunst en leven tot stand. Je vraagt je af waar het ene begint en het andere eindigt, en of het onderscheid er wel toe doet.’
Dat is ook weer aan de hand in Seneffe, een nieuwe etappe in het oeuvre van Tinka Pittoors, dat op een bedachtzame wijze groeit, met één einddoel voor ogen: niets is voorspelbaar en vanzelfsprekend.