De wereld onder dagelijkse hoogspanning
De aarde staat in brand en als je waagt met je fikken eraan te komen, riskeer je wat. Een wereldbol met de contouren van de continenten onder rode hoogspanning, dat is het sterke sculptuur ‘Hot Spot’ van Mona Hatoum. Het beeld stond in 2012 te vlammen op de tentoonstelling Newtopia in Mechelen. Met een directe spreekkracht slaagt de Brits-Palestijnse kunstenares erin om heikele en complexe thema’s weer te geven. ‘Ik wil dat het werk in de eerste plaats een sterke, vormelijke aanwezigheid heeft en dat het door de lijfelijke ervaring een psychologisch en emotioneel antwoord zal uitlokken.’
Eliane VAN DEN ENDE
Hatoums installaties zijn direct maar niet simplistisch; ze hebben iets surrealistisch, met zin voor humor en kunnen op meerdere, persoonlijke manieren geïnterpreteerd worden. ‘Elkeen is vrij om mijn werk te begrijpen volgens zijn eigen identiteit en de plek waar hij/zij zich bevindt. Ik kan vertellen over de ontstaansgeschiedenis van mijn werk maar ik wil niet meer prijsgeven. Ik wil niemand één elke verklaring opdringen.’
Zo hangt bij het begin van de tentoonstelling een still van haar video 'Roadworks' (1985). Daarin loopt ze op blote voeten door de straten van Brixton, de Londense wijk waar rassenrellen uitbraken. Aan haar enkels heeft ze de veters van een paar zware Doc Martins geknoopt. Die militaire bottines zeult ze achter zich aan. De mensen op straat grinnikten, glimlachten. Op een bepaald moment vroeg iemand: ‘maar wat is er haar overkomen?’ Een oude mevrouw die haar winkelwaar naar huis sleepte, reageerde: ‘maar zie je het niet? De politie achtervolgt haar.’ De toeschouwers schaterden het uit en dat was precies de bedoeling van Mona Hatoum. Zuur-zoet is haar werk.
Haar persoonlijk leven, gedachten en ideeën verweeft ze in haar plastisch werk. ‘Corps étranger’ (1994) is de video centraal in de tentoonstelling. En misschien is de Libanees-Britse kunstenares wel een vreemd lichaam. 23 jaar was Mona Hatoum toen ze een bezoek bracht aan London en de burgeroorlog in Libanon haar daar ‘gijzelde’. Strikt politiek is haar werk niet maar de sociologie van de wereld zit wel in haar levenswerk ingebed. Vaak oorlog en conflicten zoals ‘Over My Dead Body’ (1988), grote billboard beelden waar ze met verhoudingen speelt en een minisoldaatje als een vlieg over haar neus loopt. ‘Light Sentence’ (1992) is een beklijvende kamergrote installatie van lockers in staaldraad. Het zouden kippenkooien in een legbatterij kunnen zijn maar het unieke lichtpeertje dat hoger en lager danst, geeft het een ‘Guantanamo’-sfeer mee. Het minimalistische werk roept menselijke trauma’s en gruwel op en zelfs de bezoeker verlaat verward de ruimte met schaduwen op zijn netvlies. Er is de beroemde Arafatsjaal in ‘Keffieh’ (1993-9) waarbij de geometrische patronen van de traditionele Arabische sjaal met… vrouwenharen werden geweven. Het vrouwelijke is sterk aanwezig: zoals in de ‘schandaal’video ‘Measures of Distance’ (1988) waarbij haar (naakte) douchende moeder te zien is. Op het transparante douchegordijn werden de brieven in Arabische kaligrafie geprojecteerd. Woorden, klanken over ballingschap, over verwijdering, over desoriëntering, over gescheiden levens, over het enorme verlies en leegte van asielmensen,…
En er is ook die vrouwelijkheid in het frêle tuinstoeltje ‘Jardin Public’. Met een toefje haar… ‘Pubic’, tevens een verwijzing naar het Latijnse ‘pubes’ als vol-wassen en eveneens met een verwijzing naar een schilderij ‘Viol’ van Magritte uit 1934.
De feminiteit sijpelt wel vaker op een olijke maar ook wrange manier in haar werk: kaasschaven als uitvergrote bedden en kamerschermen, een boodschappennetje geknipt uit een wereldkaart, ‘weduwen’-matjes geweven in een Palestijns vluchtelingenkamp in Libanon, en vooral ‘Homebound’ (2000), een mesmeriserende installatie van keukenhulpstukken opflikkerend onder elektrische stroomstoten.
Deze overzichtstentoonstelling was vorig jaar al te zien in Centre Pompidou. In Beaubourg waren de zalen veel minder besloten en kregen de werken ademruimte en daardoor een hartslag. Bovendien was er ook het panoramische zicht op de stad Parijs. Het gaf zo goed de verbondenheid met de wereld weer die zo essentieel is voor het werk van Mona Hatoum. Zelfs het mozaïektapijt van zeepjes uit olijfolie van Nablus met daarop de kaart van de Oslo-akkoorden in 1993 afgesloten tussen Israël en de Palestijnen, lijkt minder te ruiken. ‘Ik wil contradicties aanreiken, spelen met ambiguïteit. Je mag nooit iets in de eerste graad zien.’
Dit artikel is digitaal nog niet volledig beschikbaar. We werken aan ons archief.