Bij Zeno X loopt een nieuwe tentoonstelling van Philip Metten, die een sterke reputatie heeft opgebouwd met zijn werken die zweven tussen sculptuur en architectuur. Tegelijk met Metten toont ook de Duitse schilder Johannes Kahrs nieuw werk, in nu al zijn tiende tentoonstelling bij de galerie.
Philip Metten (Genk, 1977) heeft een sterke reputatie opgebouwd met zijn werken die zweven tussen sculptuur en architectuur, waarbij zijn teken- en collagewerk vaak aan de basis liggen van zijn monumentale uitvoeringen.
Bekend zijn onder meer zijn solotentoonstelling in Z33 te Hasselt (Innercoma, 2013), de renovatie van een bar op de Sint-Paulusplaats in Antwerpen (Bar, 2013, dat al snel een artist’s spot werd), de scenografie voor een groepstentoonstelling in Kunsthal Extra City in Antwerpen (The Corner Show, 2015), alsook zijn mobiele Cinema (2017). Metten maakt een spectaculaire symbiose van al zijn artistieke praktijken en toont nu met zijn tweede tentoonstelling in de Antwerpse galerie Zeno X waar dat allemaal van vertrekt: van tekeningen, papieren collages, wandsculpturen in papier-maché en schilderijen.
Toch blijft dat sculpturaal-architecturale ook hier meespelen: in de benedenruimte van de galerie fixeerde hij een gigantisch aluminium (een van zijn lievelingsmaterialen) sokkel aan de galeriemuur, waar de kleine werken op rusten.
Dat gaat om tekeningen, schilderijen – in feite verknipt canvas dat hij met naald en draad weer verenigt en waar hij dus geschilderde collages van maakt – papiercollages en werken in papier-maché die zweven tussen 2D en 3D. Vaak lijkt er een stadsbeeld uit de werken te schemeren, een grid dat ook in zijn grotere werken vaak een basis tot inspiratie vormt. In de zaal op de eerste etage zijn enkele ‘diepere’ exemplaren te bewonderen die meer neigen naar een architecturaal beeld, misschien worden ze ooit uitgewerkt. Ze zijn opgebouwd uit plastic en verpakkingsmateriaal (karton, isomo).
Uit de galerietekst: ‘Het zijn zowel autonome kunstwerken als voorstudies of maquettes voor mogelijke bouwwerken of façades. De assemblages en collages worden steevast opgebouwd aan de hand van aparte fragmenten die Metten samenbrengt zonder een vooropgesteld eindresultaat in gedachten te hebben.’
En dat maakt deze ‘kleine’ tentoonstelling in Zeno X zo mooi: Metten gebruikt pastelkleuren voor dit ‘kleine’ werk, maar laat niet in zijn kaarten kijken voor wat de toekomst kan brengen. Eigenlijk kan je in zijn oeuvre stellen: alles komt terug, maar niet zoals je het verwacht.
Tegelijk met Philip Metten toont ook de Duitse schilder Johannes Kahrs nieuw werk: hij heeft nu al zijn tiende tentoonstelling bij Zeno X. Kahrs is iemand die een ‘wrong’ in zijn werk aanbrengt, zowel in de Nederlandse als de Engelse betekenis van het woord: dit keer toont hij twaalf verknipte/verstoorde portretten van menselijke wezens, beelden die hij haalde uit de al dan niet sociale media of uit eigen fotomateriaal. Delen van die portretten worden uitvergroot, er komen details en schaduwen bij, kortom: bij elk beeld is een hoek af. Hij toont ook dubbelportretten van enkele figuren, waarbij de details verschillen: één dubbelpersonage heeft bijvoorbeeld een hoed op zijn hoofd, het andere niet. De achtergronden van elk doek zijn subtiel aangepast aan de voorgrond, waarbij duidelijk wordt hoe zeer hij speelt met de materialiteit van verf.
De titel van deze expo luidt As I descended into impassible waters I no longer felt guided by the ferrymen, naar het bekende gedicht Le Bateau Ivre van Arthur Rimbaud. Dat zegt veel: de sleutel om naar deze werken te kijken ligt bij de bezoeker zelf. Dat wordt ook duidelijk in het mooiste werk van de tentoonstelling: Untitled (woman looking back into camera), 2022, waarin je onvermijdelijk een verwijzing naar Meisje met de parel van Vermeer kan zien. Of niet.