Alles over kunst

Interview  HART Nr. 211

Expo

Ons sociaal ongemak

Pilvi Takala in gesprek met Tamara Beheydt

Praktische info

Pilvi Takala, Sweat Equity tot 18 maart op de website van KRIEG: krieggallery.art

Andere videowerken van Pilvi Takala zijn onder meer te vinden op:
pilvitakala.com
vimeo.com/pilvitakala

Haar eigen lichaam is haar belangrijkste instrument en het opzoeken van penibele en oncomfortabele interacties haar methode. Pilvi Takala (1981) woont en werkt in Helsinki en Berlijn. Haar performatief onderzoek naar menselijke gedragingen resulteert meestal in videowerken. Hoewel de geplande tentoonstelling bij KRIEG in Hasselt fysiek niet doorgaat, is er wel een onlineversie, nog tot 18 maart.

Tamara Beheydt: Op de website van KRIEG toon je twee videowerken, The Stroker (2018) en een nieuwe versie van If Your Heart Wants It. Wat is de relatie tussen beide?

Pilvi Takala, If your heart wants it (remix), 2020, 15:37 video, Mede geproduceerd door KRIEG, courtesy van de kunstenaar

Pilvi Takala: Voor The Stroker infiltreerde ik in Second Home, een co-working space in Londen. Ik nam de rol aan van een welzijnsmedewerker, die iedereen op willekeurige momenten aanraakt: een schouderklopje, een streling over de arm. Veel mensen vonden dat erg ongemakkelijk. Er is een soort ongeschreven regel die dat soort aanrakingen van onbekende mensen afkeurt. De omgeving waarin dit gebeurt is interessant: deze mensen werken vooral in creatieve start-ups en voelen continu de druk om snel te groeien, om hun plaats in die ‘creatieve gemeenschap’ op te eisen. Hun lichamen zijn al in een continue, onderhandelende dialoog met elkaar. Het tweede werk, If Your Heart Wants It, ontstond tijdens mijn residentie aan de Aalto University School of Business in Helsinki. Studenten van die school creëerden ooit Slush – nu een groots en veelbesproken start-up- en techevent in Helsinki. Het is dé place to be als je succesvol wil worden. Er hangt een enorme hype rond: als je daar bent, hoor je ergens bij. En als je de juiste mensen kent, krijg je uitnodigingen voor de meest exclusieve privéfeestjes. Voor de gelegenheid werd mijn methode wat experimenteler. Samen met enkele anderen zette ik een valse start-up op poten. We namen deel aan het event en filmden geïmproviseerde gesprekken met professionals.

TB: Deze twee recente werken draaien rond de hippe start-upcultuur en de sociale druk om succesvol te zijn. Ook in je andere werken zijn ongeschreven wetten en menselijke interacties de drijvende kracht. Vanwaar komt deze onbedwingbare interesse in onze sociale gedragingen?

Pilvi Takala, If your heart wants it (remix), 2020, 15:37 video, Mede geproduceerd door KRIEG, courtesy van de kunstenaar

PT: Die interesse gaat echt terug op mijn kindertijd. De idee van een gemeenschap, haar ongeschreven regels en bijhorend sociaal gedrag, blijft me mateloos boeien, opnieuw en opnieuw. Ik wist al heel vroeg dat ik met video wilde werken. Aanvankelijk schreef ik scripts, maar ik geraakte al snel uitverteld en had de drang om de publieke ruimte in te trekken. Daar maakte ik me die empirische methode eigen, waarbij ik menselijk gedrag onderzoek door zelf als disruptieve factor op te treden.

TB: Je eigen lichaam en emoties zijn je werkinstrumenten. Bij het zien van je video’s ervaar ik hier en daar plaatsvervangende schaamte. Als een intuïtieve reflex die me ingeeft ‘wat zij doet, is sociaal niet aanvaardbaar’. Ik kan me voorstellen dat je performances op mentaal niveau heel wat van je vergen. En ik vraag me af hoe je de zelfbeheersing en moed vindt om zulke gênante situaties uit te lokken, maar ook te overstijgen.

Pilvi Takala, If your heart wants it (remix), 2020, 15:37 video, Mede geproduceerd door KRIEG, courtesy van de kunstenaar

PT: Ik speel een zekere rol, maar ik ben geen acteur die een volledig personage creëert. Het is vergelijkbaar met een rol die je in de samenleving speelt: dit is mijn professionele rol. Gêne is mijn leidraad: ik heb mezelf door de jaren heen aangeleerd om er niet van terug te schrikken. Ik zoek oncomfortabele situaties op, omdat die interessante reacties opleveren. Zonder mijn persoonlijke betrokkenheid en improvisatie zou dat niet lukken. Iedereen heeft die innerlijke kennis van ongeschreven regels – je wéét dat een situatie gênant zal worden. Toch reageert iedereen anders; er is geen voorgeschreven manier om ermee om te gaan, alles is heel vaag. Tijdens de performance neem ik regelmatig pauzes om heftige reacties te verwerken; sommige mensen reageren boos, hoewel ik nog nooit met ernstige agressie te maken heb gekregen. Ook na de opnames weet ik dat ik een bepaalde tijd moet incalculeren om de gevoelens van afkeer die ik ontving, af te schudden. Ik voel me trouwens geen performancekunstenaar: het performatieve deel van mijn werk is een onderzoek, een experiment. De onwetende deelnemers zijn geen publiek, maar proefpersonen. Het resulterende videowerk is wat ik aan mijn publiek wil tonen.

TB: Je werkte in het verleden vaak met verborgen camera, later met andere filmtechnieken. Het opgeleverde materiaal reduceerde je tot de uiteindelijke video. Voor The Stroker huurde je voor het eerst acteurs in om de verschillende situaties na te spelen.

Pilvi Takala, The Stroker, 2018 , 15:16 tweekanaals video-installatie, courtesy van de kunstenaar

PT: We filmden natuurlijk wel veel materiaal ter plaatse, maar ik wist van bij het begin dat ik het deze keer anders zou aanpakken. Sommige lichamelijke bewegingen wilde ik van dichtbij tonen, en dat kon niet anders. Hoewel de beelden heel lichamelijk zijn, wilde ik bewust met acteurs werken en niet met dansers: zij zouden hun lichaam té goed kennen om de reflexmatige, instinctieve reacties van mensen die onverwacht aangeraakt worden, geloofwaardig weer te geven. Ik blijf trouwens al een aantal jaren weg van die verborgen camera, en het inherente geweld van een opname zonder toestemming van betrokkenen. Ook als je achteraf wel toestemming krijgt, of de personen in kwestie onherkenbaar zijn, blijft het heftig om het materiaal op die manier te verkrijgen. Voor If Your Heart Wants It namen we achteraf de audio opnieuw op, zodat die van betere kwaliteit zou zijn en zodat mensen zichzelf niet zouden herkennen in de opnames.

TB: Corona gooit niet alleen roet in het eten voor fysieke ontmoetingen, maar ook voor artistieke evenementen: voorlopig geen tentoonstelling van jou in België. Tegelijk moet het voor jou ontzettend boeiend zijn om te zien hoe mensen zich tijdens deze aanhoudende crisis gedragen: aanrakingen zijn voorlopig uit den boze, terwijl een kus, handdruk of zelfs knuffel als begroeting voordien nooit in vraag werd gesteld. Dat plaatst The Stroker in een nieuwe context.

Pilvi Takala, If your heart wants it (remix), 2020, 15:37 video, Mede geproduceerd door KRIEG, courtesy van de kunstenaar Alle rechten voorbehouden

PT: Aanrakingen zijn algemeen aanvaard binnen een veilige context. In een werkcontext, zoals in The Stroker, is het wat dubbel. Niet iedereen houdt ervan: sociaal acceptabele aanrakingen zijn cultureel bepaald, maar er is ook een persoonlijke dimensie. Wanneer je dezer dagen iemand ziet, is het bijna gênant om elkaar niet aan te raken, eerder dan omgekeerd. We leren om anders over onze lichamelijke interactie te onderhandelen: wie raak ik aan en wanneer? Hoewel er nu een duidelijke routine is – afstand houden, geen aanrakingen – denk ik dat men snel weer in oude gewoontes zal vervallen, zo gauw het virus verdwijnt.

TB: Je vertegenwoordigt volgend jaar je thuisland Finland op de – uitgestelde – Biënnale van Venetië. Hoe belangrijk is dat voor jou?

Pilvi Takala, The Stroker, 2018 , 15:16 tweekanaals video-installatie, courtesy van de kunstenaar

PT: Ik kan weinig over mijn research en het werk vertellen, dat is voorlopig nog top secret. Daar heb ik geen probleem mee: mijn onderzoek is vrij gevoelig, dus dat bescherm ik liever. Ik ben overigens blij dat de Biënnale is uitgesteld: door de pandemie moest ik enkele maanden stoppen met werken en ik begon heel bang te worden dat het niet af zou raken. Nu heb ik meer tijd om ook reflectiemomenten in te lassen. Wat het belang betreft: ik denk niet dat het nog erg actueel is om ‘een land te vertegenwoordigen’. Het is natuurlijk wel een fantastische kans; ik krijg een ruimte helemaal voor mezelf en wat nog belangrijker is: ik krijg financiële steun en tijd om mijn werk te maken. Die zekerheid is een groot privilege, in een kunstwereld waar financiële middelen schaars zijn en kunstenaars vaak enkel met ‘zichtbaarheid’ beloond worden.