De Antwerpse wijk ‘de kant’, de buurt rond de Wolstraat, was in de jaren zestig en zeventig a place to be. Talloze kunstenaars werkten er: Ferre Grignard, Fred Bervoets, Wannes Van de Velde, Frans Van Roosmaelen, Wout Vercammen, Nicole Van Goethem… Ook Theo Geuens was één van hen. Hij woonde onder meer boven het kunstenaarscollectief en -atelier Ercola in de Wolstraat, beroepsmatig werkte (en werkt) hij vooral in de sociaal-culturele sector, maar hij was ook actief als schilder en tekenaar.
En ‘de kant’ had zo zijn eigen stijl: het haast wilde expressionisme van Bervoets, het sarcastische van Vercammen, het exuberante van Van Roosmaelen, het poëtische van Van de Velde. Al die kenmerken draagt ook het werk van Theo Geuens in zich, en het is nu te zien in een gelegenheidstentoonstelling op het Antwerpse Klapdorp.
Geuens toont werk rond negen thema’s, onder meer wat hem als kind inspireerde (van Kuifje tot ‘De koning drinkt’ van Jordaens) en de vele kunstenaars die hem beïnvloedden (en wier stijl hij soms probeert te imiteren, als een hommage). Ook belangrijk zijn de soms traumatische portretten van psychotherapiepatiënten die hij ontmoette tijdens zijn werkzaamheden als psychotherapeut en bemiddelaar. Verder ook werk rond jeugdherinneringen, rond de soms agressieve uitspattingen van dronken zeelui in ‘de kant’, rond de plaatselijke rosse buurt. De vele werken worden geflankeerd met andere, tastbare herinneringen, zoals de authentieke lamp uit de schuilkelder waar Geuens in 1944 als baby vaak moest vertoeven, als er weer eens vliegende bommen op de stad weren afgestuurd.