Wie dezer dagen last heeft van herfst- of coronablues kan ik een bezoek aan Rebekka Löfflers eerste solotentoonstelling Schwebezustand warm aanbevelen. In het gelijknamige schilderij wordt de huidige staat van onzekerheid waarin we met z’n allen beland zijn, heerlijk licht en zwevend in beeld gebracht. Op een lichtroze achtergrond dwarrelen kleurrijke vormen als exotische vissen door elkaar zonder vaste bestemming.
Löfflers werk ontspruit in haar eigen denkwereld als een reactie op een bepaalde gebeurtenis of een emotionele ervaring. In eerste instantie geeft ze hier vorm aan in kleurtesten en schetsmatige tekeningen. Ze knipt er vormen uit die ze vouwt, schikt en ordent in collages. Het canvas belandt altijd eerst op de grond. Daarop brengt ze een ondergrond in acrylverf aan. Vervolgens hangt ze de doeken aan de wand en construeert ze laag per laag een werveling aan vormen. “Het is een langzaam proces dat erg chaotisch is in het begin”, zo zegt ze zelf. “Deze negen werken zijn het resultaat van twee jaar en vier maanden werk. Aan sommige schilderijen werkte ik een half jaar.” Ze mixt transparante kleuren met opake, acryl- en olieverf, en wisselt grote gestes af met zeer precieze borstelstreken. Uit haar werk spreekt een grote vrijheid, maar tevens een beheerst meesterschap.
Rebekka Löffler volgde haar opleiding aan de Staatlichen Akademie der bildenden Künste in Karlsruhe waar ze het eerste anderhalf jaar les kreeg van Olaf Holzapfel. In die jaren schilderde hij zelf nog veel, beïnvloed door de Russische constructivisten, al vertoonde Holzapfel ook een grote liefde voor David Hockney. Onder zijn mentorschap keek Löffler intens naar het werk van El Lissitzky, een invloed die ook vandaag nog duidelijk doorzindert in haar werk. “Ik kreeg veel waardevolle input van hem, maar hij en de andere mannelijke professoren traden ook zeer sturend op, wat soms remmend werkte. Ze hadden bijvoorbeeld een duidelijke voorkeur voor donkere kleuren. Het heeft een tijdje geduurd vooraleer ik me daarvan kon bevrijden en mij sterk genoeg voelde om mijn eigen weg te gaan.”
Dat laatste kunnen we alleen maar toejuichen. De kleurcomposities van Löffler zijn ronduit prachtig. De chaos die ze toelaat aan de startfase van een schilderij gaat ze meticuleus en gericht te lijf. “Ik heb op een bepaalde manier een plan in de vorm van mijn schetsen. Maar meestal zijn die overladen en onmogelijk over te brengen op het canvas. Tijdens het schilderproces moet ik voortdurend afstand nemen, kijken, toevoegen en weer wegnemen, totdat er een bepaald gevoel ontstaat, een ritme, een beweging, en alles perfect op elkaar inspeelt. Het vraagt veel organisatie. Een werk is pas klaar wanneer de beweging werkt.”
De bloemschilderijen van Mondriaan en Ross Bleckner hebben haar beïnvloed, maar de vormen van Löffler ontspruiten uit een groter universum. Eén waar fluïditeit heerst en constante beweging, en een innerlijke stroom op gang gebracht wordt van gedachten die elkaar aanraken, tegenspreken en beïnvloeden. Haar werken gaan over dialoog, connecties tussen mensen, gedeelde onderlinge afhankelijkheid en het samenbrengen van diverse perspectieven. Löffler bepaalt in deze almaar versnellende wereld haar eigen ritme, standvastig vertrouwend op de genese van elk schilderij. Haar werken zijn fris, uitdagend en hoopgevend, een verademing in deze beproevende tijd.