‘Resilience’ is een term die vaak wordt gebruikt in de psychologie en verwijst naar het menselijke vermogen om na een traumatische ervaring weer recht te krabbelen. Het is een begrip dat doorgaans betrekking heeft op het individu, maar evengoed collectief kan worden ingevuld. En dat is wat curator Cécile Bourne-Farrell doet met Resilience, an aptitude bij Irène Laub Gallery in Brussel, met werk van zeven kunstenaars van zowat over de hele wereld. Elk biedt op zijn/haar manier weerstand tegen oorlogen, sociaal onrecht, armoede of een traumatisch verleden.
In de etalage van de galerie zijn een aantal doosjes te zien met daarin telkens verschillende edelstenen en een katapult. Een werk dat Younes Baba-Ali heeft gerealiseerd voor de Biënnale van Lubumbashi. Het is een poëtische en grappige oproep aan de plaatselijke bevolking om op te komen tegen de schaamteloze plundering van kostbare grondstoffen in hun land. Van Corinne Silva is een zwart-wit foto te zien van een boom. Die lijkt op het eerste gezicht vrij banaal, tot je merkt dat er kogelgaten in de bast zitten. De boom stond op de frontlinie tijdens de oorlog in Sarajevo en heeft dan ook menig mensenleven gered. Eirene Efstathiou werkt eveneens met sporen van oorlog die zijn nagebleven in de natuur. Zij gaat in haar lithografieën als een geoloog te werk door archieffoto’s van een berggebied in Griekenland te combineren met hedendaagse foto’s van diezelfde plek. De locatie is allesbehalve neutraal: het blijkt het gebied te zijn waar de communistische rebellen zich verscholen tegen de fascisten tijdens de burgeroorlog (1946-1949).
De Congolese Michèle Magema combineert dan weer een onderzoek naar haar persoonlijke familiegeschiedenis met die van de – ons minder bekende – aanwezigheid van Zweedse missionarissen in Congo. Ze herneemt daarbij, lijn per lijn, afbeeldingen van archieffoto’s die ze vertaalt naar haar tekeningen – wat een therapeutisch effect heeft. Als je via haar website een foto neemt van de tekening, krijg je de oorspronkelijke archieffoto te zien waarop die gebaseerd is – als een palimpsest. Shiraz Bayjoo onderzoekt ook spoken uit het verleden met foto’s van vervallen koloniale villa’s in zijn geboorteplek île Maurice en de sporen die de opeenvolgende bewoners er hebben achtergelaten. Met de bijdragen van Iván Argote (een brug met poëtisch opschrift over een open riool) en Yonamine (een zelfgemaakte camera) krijgen we ook – tot op zekere hoogte – een staaltje ‘resilience’ uit respectievelijk Columbia en Zimbabwe. Of hoe de pijn van persoonlijke en collectieve trauma’s wordt gesublimeerd in kunst die zowel poëtisch als politiek is.