In 1975 bracht de Amerikaanse Roni Horn voor het eerst een bezoek aan IJsland en het vulkanische landschap heeft de kunstenaar sindsdien nooit meer losgelaten. De greep van het eilandleven bleek een levenslange. De lucht, de wind, het licht, het maakte een diepe indruk op de dan pas negentienjarige Horn en sindsdien kwam ze er talloze keren terug, op de fiets, in een tent, te voet, tijdens korte en maandenlange perioden.
De afgezonderde eenzaamheid die je vijftig jaar geleden op het eiland nog kon overvallen, bestaat volgens Horn vandaag niet meer. In verschillende digitale, technologische, geasfalteerde gedaanten heeft bereikbaarheid zich in het weefsel van de wereld genesteld om er nooit meer uit te verdwijnen. Ook in de relatief jonge lavagrond van IJsland. Toch kunnen we nog iets terugvinden van de uitwerking die een solitair verblijf op de kunstenaar heeft gehad.
Het is een vorm van gronden, een opmerkzaamheid die in haar werk zo goed merkbaar is. Bijvoorbeeld in vroege pentekeningen of in latere collages waar knippen, snijden, schrijven en tekenen zich vertalen in een onvertaalbare maar desondanks overdraagbare sensibiliteit. In een gebundelde collectie geschriften die Horn schreef op en over IJsland schrijft de Amerikaanse ergens dat IJsland een werkwoord is. Een mooi, hoewel vreemd idee: hoe kan een plek een term uitdrukken die iets van een handeling of toestand aanduidt? Het ‘werkende’ waar Horn op doelt is precies die werking die je ook terugziet in de ontvankelijke zorgvuldigheid die uit haar getekende observaties, geschreven gedachten of uiterst eenvoudige en treffende foto’s spreekt.
Give Me Paradox or Give Me Death is een oeuvreoverzicht. De tentoonstelling in Museum Ludwig in Keulen brengt meer dan 100 werken samen in keurig gecureerde zalen, die je door de diverse media en perioden uit Horns lange carrière gidst. Tekeningen, grote installaties, collages, foto’s, performances, taal — kortom, ongeveer de hele spanwijdte van hedendaagse beeldende kunstvormen. Er zijn drie thematische interesses die het geheel aan elkaar knopen: natuur, identiteit en taal. Maar eigenlijk spreken de werken voor zich, wat een van de grote kwaliteiten is van Horn.
De tentoonstelling bevat enkele bepalende fotografische werken, waaronder Still Water (The River Thames, for example) (1999), een reeks van vijftien foto’s van het wateroppervlak van de Theems, met associatieve voetnoten op de foto’s afgedrukt, die het observerende vermogen van de kunstenaar illustreren en het lezen van de abstracte, ogenschijnlijk nietszeggende beelden plotseling betekenisvol maakt. Ook de fotoserie a.k.a. (2008–2009) is opgenomen, evenals Portrait of an Image (with Isabelle Huppert) (2005–2006). In de eerstgenoemde serie tweeluiken is Horn steeds te zien op verschillende momenten in haar leven, met vergelijkbare gezichtsuitdrukkingen, in de tweede serie heeft Horn actrice Isabelle Huppert vastgelegd terwijl ze poseert als verschillende personages uit haar films. De eenvoudige portretten stellen op effectieve en treffende wijze wezenlijke vragen over identiteit. Bijvoorbeeld over wat het betekent om als persoon doorheen je leven dezelfde persoon te blijven ondanks verandering, veroudering, ondanks het aannemen en spelen van verschillende gedaanten en attitudes, ondanks jezelf.
Daarnaast brengt de tentoonstelling nooit eerder vertoonde tekeningen, een collectie pigmenttekeningen en enkele sleutelwerken uit haar sculpturale praktijk, zoals het recente Untitled (“The tiniest piece of mirror is always the whole mirror.”) (2022), een serie van tien sculpturen in massief gegoten glas waarin de omgeving weerspiegelt. Bovendien komt de tentoonstelling met een zeer uitgebreide catalogus die de veelzijdigheid van de kunstenaar een verzamelende grond geeft. Roni Horns werk, zou je kunnen zeggen, is zelf een werkwoord.