Video’s, een geluidsinstallatie, posters, tekeningen, foto’s, en schooloefeningen; de kunstwerken in Rosa rosa rosae rosae bij Maison Pelgrims in Brussel laten zien hoe taalgebruik ingegeven wordt door repetitie en op die manier altijd in compositie is. Door te werken met citaten, grammatica, of lichaamstaal laten de kunstenaars zien hoe taal werkt bij gratie van herhaling en verschil. Het zijn vaak juist de afwijkingen en kleine variaties die tonen hoe taal functioneert.
‘Rose is a rose is a rose is a rose’ luidt de bekende frase van de Amerikaanse dichter Gertrude Stein. Een roos is een roos: de dingen zijn wat ze zijn. Maar zoals Steins talige roos laat zien verschilt elke verschijning van een woord net van de vorige. Het modernisme van Stein lijkt in eerste instantie een versimpeling van taal die tegelijkertijd een eenduidig begrip van de tekst dwarszit. Zulk gebruik van taal als vorm – woorden in compositie – maakt de materialiteit van taalgebruik zichtbaar; elke herhaling roept een nieuw gevoel op of spreekt net op een andere manier tot de verbeelding.
De tentoonstelling Rosa rosa rosae rosae in het Maison Pelgrims in het Brusselse Sint-Gillis is zo’n oefening in taal à la Stein. De titel van de groepstentoonstelling verwijst zowel naar de roos van Stein als naar de vervoegingen van het woord rosa in het Latijn. Verschillende kunstenaars in deze tentoonstelling onderzoeken taal als systematisch systeem waarmee betekenissen geleerd en overgedragen worden.
Eva Giolo’s film A tongue called mother (2019), bijvoorbeeld, onderzoekt de overdracht van taal in een dromerig portret van dagelijkse gebaren van moeders en het ritme van kinderen die leren lezen. Rijtjes opzeggen, vervoegingen begrijpen of andere schooloefeningen laten zien hoe taal puur functioneel kan zijn. Maar het feit dat subjectiviteit – onze gedachten, verlangens, oftewel onze ervaring – niet volledig samenvalt met een structuur of systeem wordt zichtbaar in de afwijkingen ervan: momenten van onbegrip of bijvoorbeeld zogenaamde ‘slips of the tongue’.
In Rosa rosa rosae rosae worden schoolse oefeningen een platform voor talige spelletjes, maar wordt ook de politiek en geschiedenis van taaloverdracht onderzocht. In zijn film Nou voix (2018), verweeft Maxime-Jean Baptiste verschillende geschiedenissen en talen in een schokkerig geheel van filmbeelden die worden vertraagd, teruggekeerd of op een andere manier verstoord. Zo krijgen we onder andere fragmenten uit de film Jean Galmot aventurier (1990) te zien, van Alain Maline: een biografische film over een koloniale afgevaardigde in Frans-Guinea, waarin de vader van Baptiste zelf een figurantenrol speelt als danser. Ook de tekst van de voice-over is geleend: van Engelstalige Caribische dichters als Derek Walcott en Martin Carter die zich bezighielden met Creoolse talen. De tekst en de beelden van de film behoren op geen enkele manier toe aan de kunstenaar of zijn vader, maar door de vertragingen en verstoringen ontstaat er een mogelijkheid om het materiaal opnieuw toe te eigenen, zoals de titel ‘Nou voix’ ook lijkt te suggereren.
In de woorden van curator Pauline Hatzigeorgiou “onderzoekt de tentoonstelling de plek waar de tekst choreografie wordt”. Zo toont het kunstenaarsduo Slow Reading Club (Bryana Fritz en Henry Andersen) hun Folding Shirt (2019); een kledingstuk waarop een fragment uit een hervertelling van Romeo and Juliet te lezen is, een tekst die dus zowel gelezen als gedragen kan worden en zo afhankelijk van het lichaam en de ruimte steeds op een andere manier beleefd kan worden.
De kunstenaars in deze tentoonstelling waken ervoor om taal te gebruiken op een manier die comfortabel of ‘familiar’ wordt. Ze onderzoeken hoe taal onze gedachten structureert en daarmee een ‘zelf’ construeert, maar wijzen er ook op dat taal nooit helemaal ‘van ons’ is omdat ze ons steeds ontglipt en niet geplooid kan worden naar een volmaakt model. Met deze oefening in herhaling en verschil weet de tentoonstelling mij te bevreemden en te laten kennismaken met de doctrine van Gertrude Stein. Een les die misschien niet tot een beter begrip van onszelf of de tekst leidt maar taal als materialiteit zichtbaar maakt.
Stein werd vaak verweten dat haar poëzie ontoegankelijk was: haar spel met herhalingen in de tekst zou het voor de lezer moeilijk maken om haar werk te kunnen begrijpen. Stein had daar een simpel antwoord op: “you understand it if you enjoy it”, en ook “if you don’t enjoy it why make a fuss about it?” De kunstwerken van Rosa rosa rosae rosae slagen er in ieder geval in om mij dat te laten doen: te genieten van de vormen die taal kan aannemen en misschien zelfs van het gebrek dat taal uiteindelijk is.