De Antwerpse galeriehoudster Sofie Van de Velde heeft in geen tijd haar huis uitgebouwd tot een leading gallery. Dat doet ze, naast haar mediagenieke optredens, door zowel ‘berekende’ als ‘gedurfde’ keuzes te maken. Zo stellen in de twee ruimtes die ze beheert op het Antwerpse Zuid vandaag twee vrouwelijke schilders tentoon: Karin Hanssen en Sarah De Vos. De eerste is een redelijk veilige keuze: Hanssens werk trekt nogal wat verzamelaars aan (de helft van de werken was al op de openingsavond verkocht), maar na het debacle van de Brusselse galerie Roberto Polo waar ze eerst resideerde, vond ze nu onderdak bij Sofie Van de Velde. Sarah De Vos maakt, na een geplande carrièreonderbreking, sinds enkele jaren snel opgeld, eerst in kleinere galeries en andere toonplekken, en nu dus in a place to be.
Hanssen en De Vos zijn beiden schilders met een voornamelijk figuratief verhaal. Maar ze liggen qua stijl wel mijlenver uit elkaar.
Karin Hanssen bouwde een oeuvre op dat zijn roots vooral in de jaren vijftig van vorige eeuw vindt: de Doris Day-jaren waarin de rollenpatronen tussen man en vrouw nog muurvast lagen en tegelijk een sfeer van klein (en vals) geluk en melancholie de toon zette. Een Secret Escape, zo heet haar tentoonstelling toepasselijk. Hanssen poseert haar personages (vooral vrouwen) in zowel de private als publieke ruimte en gebruikt zachte kleuren: een vrouw die bloemen schikt, twee doeken met dansende mensen waar de stierlijke verveling van afdruipt, een vrouw lezend in een archief (het verleden), een tros ballonnen in de lucht. Karin Hanssen lijkt in deze tijd van digitalisering en ontmenselijking te willen suggereren dat sociaal contact essentieel is, maar tegelijk verdeelt en heerst ze: zogenaamde samenhorigheid kan even snel omslaan in bittere eenzaamheid.
Hanssen haalt haar inspiratie uit de kunstgeschiedenis, de literatuur en fotografisch bronnenmateriaal uit die vroege jaren vijftig, zestig en zeventig. Sara De Vos put vooral uit wat zich vandaag afpeelt in de wereld van film, mode en life style. Topwerken in haar expositie zijn twee schilderijen met de Amerikaanse popster Lana Del Rey in de hoofdrol: in de diptiek kantelt haar figuur als in een spiegel. De tentoonstelling heet dan ook Palindroom, wat zich ook uit in een werk waarin de getatoeëerde borstkas van popster Harry Styles te zien is, met twee zwaluwen als versiering. Die zwaluwen komen terug in een reeks kleine schilderijtjes, met bijhorend zwaluwnest aan het plafond in de galerie.
Maar vooral beklijvend is het glanzende portret van David Bowie in zijn Ziggy Stardust-periode: zijn oogafwijking, opgelopen na een vechtpartij in zijn jeugd, gaf hem een ‘mystieke’ blik, waar hij in zijn carrière handig gebruik van maakte.
Ook De Vos duikt soms graag in de oude (kunst)geschiedenis, met enkele werken rond de mythische schoonheid Galatea, op wie ooit Pygmalion verliefd werd. Een van de werken toont haar buik, waarin de schaamstreek de vorm van een zwaluw heeft. In een ander werk in die reeks, Water, gebruikt De Vos opnieuw epoxy, om het oppervlak van het doek extra glans te geven. Die epoxy bezigde ze vroeger al in ouder werk, maar Sarah De Vos blijft vormelijk en thematisch experimenteren, meer dan Karin Hanssen, die haar schilderparcours gestaag en consequent blijft volgen, zonder veel verandering.