Silvia Martes’ werk sprong in het oog tijdens de Open Ateliers van de Rijksakademie dit jaar. In een donker atelier speelden fragmenten van een film. Ze zetten zich meteen onverbiddelijk vast op je netvlies. De zwarte huid van een jonge vrouw, net onder het wateroppervlak. De ogen opengesperd. Dat alleen al is mooi, pijnlijk, fascinerend. Maar dan de gele, gevlekte huid van een slang die zich als medespeler aandient in het beeld. Het contrast is betoverend, de betekenissen dringen zich op, luikjes in je hoofd openen zich: Eva en de slang. De vrouw onder water, op de grens van ademen en niet ademen, is levend en dood tegelijkertijd. Je kunt er een verwijzing in zien naar de slachtoffers van de trans-Atlantische slavenhandel, die soms verdronken in een scheepsramp, soms gewoon buitenboord gezet om de verzekering op te lichten. Mar…