Zowat een jaar geleden presenteerde Stefaan Dheedene 29 synonyms for ‘hammered into’ and a family pack of yokes in een kleine projectruimte in de Maanstraat in Antwerpen. Simon Delobel, nu werkzaam in KIOSK in Gent, was toen curator. De projectruimte heette Yury G. Gallery, zoals bekend houdt Delobel van naam-, tijd- en omgevingswisselingen. Stefaan Dheedene toonde er 29 hamers van verschillende lengte, kop, steel en gewicht, verdeeld over negen rekken. Er was ook een rek met negen yokes of jukken, dat zijn schouderhangers zoals bijvoorbeeld melkmeisjes die ooit droegen. Het toffe was dat de bezoekers van de expo in Yury G. Gallery, als ze dat wilden, zo’n hamer of juk voor een jaar konden uitlenen en incorporeren in hun eigen interieur. Ondergetekende deed dat ook: een hammer van Stefaan Dheedene sierde dus onze tuinkamer, omringd door werk van Vaast Colson, Anne-Mie Van Kerckhoven, Marc Vanderleenen, Koen Broucke, Marcase en Jan Van Imschoot.
De afspraak was dat de hamer terug moest gebracht worden na een jaar. In dit geval naar Annie Gentils Gallery in Antwerpen, want daar loopt nu een nieuwe tentoonstelling van Stefaan Dheedene. De rekken met hamer en jukken worden dag na dag opgevuld door de mensen die ze ontleenden, en ze verwijzen naar Dheedenes artistieke praktijk: alledaagse dingen imiteren, associëren en transformeren in nieuwe alledaagse dingen, maar in een geheel andere, mentale context.
Dheedene betrekt ook graag het publiek bij zijn activiteiten. Elke bezoeker die een hamer of juk terugbracht mocht een shot whisky drinken en werd door Dheedene onthaald op een eentonig concert, geblazen op een grote zeeschelp.
Een hamer die uit zijn rek wordt gehaald, de leentermijn van 1 jaar: onvolledigheid en tijd zijn belangrijke elementen in het werk van Dheedene. Dat zie je ook in het nieuwe werk dat hij toont op de eerste etage: een reeks almanakken met de correcte kalenders van jaren als 2910, 2685, 3012 enzovoorts. Elke kalender kreeg zijn eigen grafische vormgeving mee, de hele reeks kreeg de titel A firm promise for future schemes.
Als orgelpunt staat in de ruimte een soort jacuzzi, die onbruikbaar is omdat er in plaats van de partij water slechts een plasje is voorzien. Uit de galerietekst: ‘Dheedene ontdoet ook hier weer het alledaagse object en de alledaagse handeling van hun pretentie, bevrijdt ze van hun functie of uit hun categorie. Hij laat ze vrij evolueren doorheen verschuivende contexten, als een soort organisator van een proces, in een radicale democratie van objecten. Er is ruimte voor misverstand en er is plaats voor wat ontbreekt.’ Bij de fraaie tentoonstelling hoort een publicatie.